Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
I. Achtergrond
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Eén van de onderdelen van het beleid van de Minister van Buitenlandse Zaken op het
terrein van consulaire zaken en consulaire bijstand aan Nederlanders in het buitenland
is het beleid met betrek-king tot de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in
het buitenland. Met inachtneming van een evenwichtige inzet wereldwijd van beschikbare
middelen is het doel van de gedetineerdenbegeleiding het bijdragen aan het welzijn
van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen door het bevorderen van
menswaardige omstandigheden tijdens detentie, resocialisatie, psychosociale ontwikkeling
en het bevorderen van een adequate rechtsgang. Het monitoren van de situatie van Nederlandse
gedetineerden in het buitenland gebeurt bij gedetineerden die hebben aangegeven daar
prijs op te stellen, door consulaire bijstand van medewerkers van ambassades en consulaten-generaal
(posten in het buitenland) en/of door contacten met particuliere organisaties die
hiervoor subsidie ontvangen.
De Minister van Buitenlandse Zaken hanteert voor gedetineerdenbegeleiding een landenlijst
waarop zijn opgenomen de landen waarin de gedetineerden, voor zover zij hebben aangegeven
consulaire bijstand te willen ontvangen, basisbegeleiding ontvangen. In niet op de
lijst opgenomen landen kunnen gedetineerden, naast het basispakket, in aanmerking
komen voor aanvullende begeleiding. De verschillende onderdelen van het basispakket
en het aanvullend maatwerkpakket staan genoemd in de Staat van het Consulaire van
7 december 2018.
De inzet van de Minister van Buitenlandse Zaken is er op gericht de instrumenten voor
gedetineerdenbegeleiding, waaronder de subsidieverlening, steeds meer op maat en naar
behoefte in te zetten. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan zich zo onder meer
maximaal richten op de specifieke rol die bij de begeleiding van gedetineerden in
het buitenland is voorbehouden aan de overheid zelf. Bijvoorbeeld het contact met
lokale autoriteiten over het waarborgen van een eerlijke procesgang, het bevorderen
van humane detentieomstandigheden, gelijke rechten en voorzieningen voor Nederlandse
gedetineerden als voor andere gedetineerden en een aanvullende bijstand in zaken waar
de doodstraf dreigt. Voor andere en meer specialistische activiteiten in het kader
van de gedetineerdenbegeleiding verleent de Minister van Buitenlandse Zaken sinds
enkele decennia subsidie aan particuliere organisaties. De activiteiten van particuliere
organisaties die in aanmerking kunnen komen voor subsidie en die in het verlengde
liggen van de consulaire bijstand door het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn:
resocialisatie, (psycho)sociale, maatschappelijke en geestelijke zorg, een periodiek
tijdschrift en aanvullende juridische ondersteuning. Resocialisatie en (psycho)sociale,
maatschappelijke en geestelijke zorg omvatten onder meer persoonlijke bezoeken aan
de gedetineerden.
II. Additionele subsidies Gedetineerdenbegeleiding buitenland
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
In aanvulling op de middelen die per 2020 beschikbaar werden gesteld in het kader
van Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023 stelde de Minister van Buitenlandse Zaken in het kader van Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023 per 2024 extra middelen beschikbaar voor subsidies voor activiteiten op het gebied
van gedetineerdenbegeleiding door particuliere organisaties voor de periode 1 januari
2024 tot en met 31 december 2025. Daaropvolgend stelde de Minister van Buitenlandse
Zaken andermaal per 2024 extra middelen ter beschikking voor subsidiëring van dezelfde
activiteiten. Dit gebeurde aan de hand van het subsidiebeleidskader Optopping subsidieplafond, Optopping gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023, waarmee het voor 2024 en 2025 beschikbare bedrag werd opgetopt om nadelige gevolgen
van de inflatie voor de gedetineerdenbegeleiding te ondervangen. Onderhavig besluit betreft een derde beschikbaarstelling van extra middelen. Dit
besluit is uitvloeisel van het door een meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen
Nader gewijzigd amendement van het lid Paternotte c.s. ter vervanging van nr. 35 over
extra middelen voor gedetineerdenbegeleiding in het buitenland bij de vaststelling
van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024.
Het amendement stelt voor de begroting van 2024 een bedrag te reserveren van € 70.000
aan geestelijke zorg en € 200.000 extra te besteden aan juridische ondersteuning voor
Nederlandse gedetineerden in zorglanden, zodat kwaliteit en kwantiteit van de gedetineerdenbegeleiding
op peil blijft.
Dit subsidiebeleidskader Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2024 sluit aan op het subsidiebeleidskader Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023 en heeft een werkingsduur tot en met 31 december 2024.
III. Activiteiten en organisaties die voor subsidieverlening in aanmerking komen
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Voor additionele subsidieverlening uit de middelen die als gevolg van voornoemd amendement
in 2024 voor subsidieverlening ten behoeve van gedetineerdenbegeleiding in het buitenland
beschikbaar zijn, komen alleen in aanmerking activiteiten op het gebied van geestelijke
zorg en aanvullende juridische ondersteuning in zorglanden.
Alleen organisaties die reeds subsidie ontvangen in het kader van het Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023 voor één van beide hierboven genoemde soorten activiteiten kunnen in aanmerking komen
voor subsidie ten laste van de additioneel beschikbaar gekomen middelen. Aan deze
organisaties kunnen additionele subsidies worden verstrekt in aanvulling en in aansluiting
op de door hen met behulp van de reeds aan hen verleende subsidies uitgevoerde en
uit te voeren activiteiten. Voor deze additionele subsidieverlening gelden in aanvulling
op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 de in deze beleidsregels neergelegde criteria.
IV. Criteria
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2024 moeten aanvragen en aanvragers voldoen aan de volgende criteria:
-
1. De aanvrager is een organisatie waaraan subsidie is verleend in het kader van Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023.
-
2. De aanvraag is gericht op ofwel geestelijke zorg ofwel aanvullende juridische ondersteuning
in zorglanden.
-
3. De omvang van de gevraagde subsidie bedraagt maximaal:
-
4. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd sluiten aan bij de activiteiten waarvoor
subsidie is verleend in het kader van Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020–2023.
-
5. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd betreffen geen activiteiten waarvoor
reeds subsidie is verstrekt ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken, starten niet eerder dan na het moment waarop de aanvraag wordt ingediend en
worden afgerond uiterlijk 31 december 2025; kosten gemaakt voor het moment van indienen
van de aanvraag zijn niet subsidiabel.
V. Aanvraag- en beoordelingsprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Aanvragen voor een subsidie in het kader van het subsidiebeleidskader Optopping Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2024 dienen schriftelijk te worden gedaan en uiterlijk 31 mei 2024 rechtsgeldig ondertekend te zijn ontvangen op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Aanvragen worden bij voorkeur ingediend via de mail via e-mailadres hdcv@minbuza.nl. Aanvragen per post kunnen worden gestuurd naar Ministerie van Buitenlandse Zaken, Hoofddirectie Consulair
en Visum Zaken, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Aflevering in persoon of per koerier
kan bij het afgifteloket voor poststukken (expeditie) van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken, Rijnstraat 8, 2515 XP ’s-Gravenhage.
De Minister zal besluiten over de ingediende aanvragen uiterlijk op 1 juli 2024.
In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de Minister vragen om een
aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum
waarop de aanvraag is aangevuld. Indien een aanvraag pas in de laatste twee weken
voor het verstrijken van de deadline wordt ingediend, loopt de penvoerder het risico
dat de Minister geen toepassing zal geven aan haar bevoegdheid om de indiener om een
aanvulling te vragen aangezien een dergelijke aanvulling niet meer mogelijk is zonder
de deadline te overschrijden. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet meer kunnen
worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals hij primair was ingediend.
VI. Bij de aanvraag te voegen stukken
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
-
1. Inhoudelijk voorstel met daarin een overzicht van activiteiten, naar aard, omvang,
fasering en onderling verband, in relatie tot de daarmee beoogde doelstellingen en
resultaten en verwachte effecten voor de periode waarin de activiteiten worden uitgevoerd.
-
2. Een gedetailleerde en sluitende begroting, in hetzelfde format als de huidige programma’s,
behorende bij het inhoudelijke voorstel voor de periode waarvoor de additionele financiering
wordt gevraagd.