Besluit van 11 april 2024, houdende regels met betrekking tot het verplicht elektronisch
doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken
in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad (Besluit verplicht elektronisch
procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 1 februari 2024, directie
Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5204820;
Gelet op artikel 33, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 maart 2024, nr. W16.24.00038/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 5 april 2024,
directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5339576;
Hebben goedgevonden en verstaan: