Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad

Geraadpleegd op 29-04-2025.
Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Besluit van 11 april 2024, houdende regels met betrekking tot het verplicht elektronisch doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad (Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 1 februari 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5204820;

Gelet op artikel 33, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 maart 2024, nr. W16.24.00038/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 5 april 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5339576;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en verzending van processtukken door advocaten bij de Hoge Raad en de uitwisseling van overige berichten en stukken tussen de Hoge Raad en advocaten bij de Hoge Raad in procedures als bedoeld in de Tiende titel A van het eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, worden langs elektronische weg gedaan, tenzij de Hoge Raad anders bepaalt.

Artikel 2

Op een civiele prejudiciële procedure bij de Hoge Raad waarbij vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit door de rechter een beslissing is genomen als bedoeld in artikel 392, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, blijft het recht van toepassing zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 april 2024

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius