Besluit van 9 april 2024 tot wijziging van het Besluit inburgering 2021, het Besluit
uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 en het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband
met de afschaffing van de verblijfsgrond voor vermogende vreemdelingen en andere aanpassingen
die voortvloeien uit ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk en jurisprudentie alsmede
van herstel van onduidelijkheden van de implementatie van EU-richtlijnen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 oktober
2023, nr. 4943059;
Gelet op de artikelen 12, tweede lid, 14, derde en vierde lid, 16, tweede lid, 17, eerste lid, onderdeel g, en tweede lid, 18, 46, tweede lid, onderdeel b, 60 en 112 van de Vreemdelingenwet 2000, artikel 3, vijfde lid, van de Wet inburgering 2021 en artikel 4, tweede lid, onderdeel c, van de Wet arbeid vreemdelingen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 december 2023,
nr. W16.23.00311/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 april
2024, nr. 5279956;
Hebben goedgevonden en verstaan: