Besluit instelling personeelsraadgever IenW

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 10-04-2024 t/m heden.

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 29 maart 2024, kenmerk, tot instelling van een onafhankelijke Personeelsraadgever IenW (Besluit instelling personeelsraadgever IenW)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gehoord het Decentraal Georganiseerd Overleg

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1. Medewerker: degene die als ambtenaar werkzaam is of is geweest bij een van de dienstonderdelen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

  • 2. Personeelsraadgever IenW: de persoon bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1 Er is een Personeelsraadgever IenW, hierna p-raadgever. Deze is werkzaam bij het ministerie op basis van een arbeidsovereenkomst. Met deze p-raadgever wordt uitvoering gegeven aan de CAO afspraken Rijk voor de instelling van een pilot onafhankelijke p-raadgever voor de duur van een jaar.

  • 2 De p-raadgever is belast met de behandeling van vragen van medewerkers betreffende hun rechtspositie, waarop het Rijksportaal en/of P-Direkt geen eenduidig antwoord geven.

  • 3 De p-raadgever biedt de medewerker de mogelijkheid in gesprek te gaan over (potentiële) arbeidsconflicten.

  • 4 De p-raadgever luistert naar het verhaal van een medewerker, kan doorverwijzen naar een andere functionaris zoals een functionaris van bedrijfszorg en kan adviseren of bemiddelen in het zoeken naar een oplossing.

  • 5 De p-raadgever heeft als doel bij te dragen aan de behoefte van medewerkers aan sociale veiligheid.

Artikel 3

  • 1 De p-raadgever heeft een directe escalatielijn naar de Secretaris-Generaal.

  • 2 De p-raadgever heeft in het kader van de uitvoering van zijn taken rechtstreeks toegang tot alle onderdelen van de dienst. De p-raadgever kan direct met leidinggevenden, managers en directeuren, de Secretaris-Generaal niet uitgezonderd, communiceren.

Artikel 4

  • 1 Het functie wervingsprofiel wordt in afstemming met de Concerndirectie Mens en Organisatie en de Departementale Ondernemingsraad IenW vastgesteld.

  • 2 Voordat de p-raadgever wordt benoemd, vindt tussen de kandidaat en twee vertegenwoordigers van de Departementale Ondernemingsraad en de Secretaris-Generaal een draagvlakgesprek plaats.

  • 3 De instelling geschiedt voor de duur van de pilot, zijnde een jaar.

Artikel 5

  • 1 De p-raadgever is belast met de behandeling van vragen van medewerkers betreffende hun rechtspositie. Mochten vragen tot het takenpakket van andere functionarissen, zoals bijvoorbeeld de Integriteitscoördinator, behoren dan zal de p-raadgever de medewerker doorverwijzen naar deze voorzieningen.

  • 2 De p-raadgever oefent de functie zonder last of ruggenspraak uit. De p-raadgever behandelt vragen vertrouwelijk en deelt deze alleen met toestemming van de medewerker met anderen.

  • 3 Indien de p-raadgever besluit behandeling van een vraag achterwege te laten, doet hij daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van de redenen, mededeling aan de betrokken medewerker. Indien de medewerker dit verzoekt, kan deze mededeling op schrift worden gesteld.

  • 4 Indien behandeling van een vraag achterwege wordt gelaten vanwege het feit dat er voor de medewerker een andere procedure openstaat, wordt deze hierop gewezen door de p-raadgever.

Artikel 6

  • 1 Een (gewezen) p-raadgever, voor zover deze in dienst is bij IenW, mag niet uit hoofde van zijn activiteiten als zodanig worden benadeeld in zijn positie als ambtenaar. De werkgever draagt er zorg voor dat een p-raadgever niet op andere wijze bij de uitoefening van zijn functie nadelige gevolgen ondervindt ten gevolge van zijn werkzaamheden als p-raadgever.

  • 3 De p-raadgever kan overgaan tot het inwinnen van onafhankelijk (juridisch) advies binnen de geldende interne inkoop- en budgettaire regels, mocht een specifieke casus daartoe aanleiding geven.

Artikel 7

  • 1 De p-raadgever brengt aan het eind van elk kwartaal een geanonimiseerd verslag uit ter informatie aan de Secretaris-Generaal over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk. Dit verslag wordt eveneens ter informatie aan de Departementale Ondernemingsraad gezonden.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 16 oktober 2023.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

namens deze,

de Secretaris-Generaal,

J.H. Dronkers