Beleidsregel schadeafhandeling Tijdelijke wet Groningen

Geraadpleegd op 15-05-2025.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 27 maart 2024, over daadwerkelijk herstel van schade en het aanbieden van een vaste vergoeding en een aanvullende vaste vergoeding (Beleidsregel schadeafhandeling Tijdelijke wet Groningen)

Artikel 2. Daadwerkelijk herstel

  • 2 Indien de aanvrager kiest voor deze mogelijkheid verricht het Instituut geen onderzoek naar het causaal verband tussen de door de aanvrager gemelde fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs mijnbouwschade kan zijn als bedoeld in artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of de gasopslag bij de Norg of de gasopslag bij Grijpskerk.

  • 4 Het Instituut stelt een werkwijze vast voor de uitvoering van dit artikel. Het Instituut stelt daarbij een ruime termijn vast waarbinnen de aanvrager na toekenning van het recht op daadwerkelijk herstel, de schade kan laten herstellen en vergoeding van daarmee gemoeide kosten van het Instituut kan vragen.

Artikel 3. Herhaalschade

  • 3 In afwijking van het tweede lid vergoedt het Instituut binnen de termijn, bedoeld in artikel 2, vierde lid, bij de toepassing van artikel 2 ook de redelijke kosten van nieuwe schade die binnen die termijn is ontstaan of opgemerkt, binnen het maximum van € 60.000.

Artikel 4. Vaste vergoeding

  • 2 Het Instituut kan in de werkwijze regels opnemen met betrekking tot gevallen waarin een afwijkend bedrag wordt aangeboden, indien aanbieding van het bedrag van € 10.000 evident niet redelijk is voor het object waaraan schade wordt gemeld.

  • 3 Het Instituut kan in de werkwijze opnemen dat de aanvrager onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid heeft om terug te komen op zijn keuze voor de vaste vergoeding.

Artikel 5. Aanvullende vaste vergoeding

  • 1 Het Instituut ontwikkelt een werkwijze met betrekking tot een aanvullende vaste vergoeding voor aanvragers die voor 1 januari 2024 een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de wet hebben gedaan, of schade hebben gemeld bij het Centrum Veilig Wonen of de exploitant en tevens een aanvraag om schadevergoeding bij het Instituut hebben gedaan, en aan wie in totaal een bedrag van minder dan € 10.000 is toegekend, waarbij dit bedrag wordt aangevuld tot een maximum van € 10.000.

Artikel 6. Overgangsrecht

Deze beleidsregel is, met uitzondering van artikel 3, tweede lid voor zover dat betrekking heeft op de individuele maatwerkbeoordeling, van toepassing op aanvragen waarop op 14 december 2023 nog geen besluit is genomen en op besluiten die op die datum nog niet onherroepelijk zijn.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2024, met uitzondering van de artikelen 1, 2, eerste tot en met derde lid, 4 en 6, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze beleidsregel wordt geplaatst en terugwerken tot en met 14 december 2023.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel schadeafhandeling Tijdelijke wet Groningen.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 maart 2024

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

J.A. Vijlbrief