Regeling Immerse\Interact

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-03-2024 t/m heden.

Regeling Immerse\Interact

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Taakopvatting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om, vanuit het culturele perspectief, de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft, te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse creatieve industrie binnen het Koninkrijk.

Artikel 2. Begrippen

De in deze regeling gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Specifiek binnen deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. Bestuur: de directeur-bestuurder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, als bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 2. Creatieve industrie: het werkterrein van de disciplines vormgeving, architectuur, digitale cultuur en specifiek binnen deze regeling ook film en media, inclusief mogelijke crossovers tussen deze disciplines;

  • 3. Maker: een natuurlijk persoon die de artistieke regie voert over een productie;

  • 4. Producent: een productiemaatschappij, organisatie of studio binnen de film, audio-visuele sector of creatieve industrie die het productieproces overziet en eindverantwoordelijk is voor de financiën, administratie en uitvoering van het project;

  • 5. Culturele instelling: een non-profit-, privaatrechtelijke rechtspersoon met een ondersteunende, producerende of initiërende functie binnen de creatieve industrie zoals een lab of werkplaats, platform of presentatieplek;

  • 6. Immersieve AV-productie: een voor publiek toegankelijk project op het snijvlak van storytelling, kunst en technologie waarbij in zowel beeld als geluid sprake is van immersie. Hieronder vallen onder andere virtual reality (VR), augmented reality (AR), mixed reality (MR), virtuele werelden;

  • 7. Interactieve AV-productie: een voor publiek toegankelijk project op het snijvlak van storytelling, kunst en (media)technologie met een dragende beeldende component, waarbij een interactie met het publiek centraal staat. Hieronder kunnen bijvoorbeeld interactieve media-installaties of transmediale werken vallen;

  • 8. Project: alle werkzaamheden voor een opzichzelfstaande, concreet omschreven activiteit, afgebakend in tijd en doel;

  • 9. Cofinanciering: aanvullende financiering in de vorm van een andere subsidie, sponsoring, investering of bijdrage, naast de gevraagde subsidie op grond van deze regeling;

  • 10. Subsidieplafond: het totaal binnen een ronde of tijdvak beschikbare subsidiebedrag.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen Regeling Immerse\Interact

Artikel 3. Reikwijdte en doelstelling

  • 1 Deze regeling is een samenwerking van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Nederlands Filmfonds. De regeling draagt bij aan het versterken van crossovers tussen de sectoren die beide fondsen bedienen.

  • 2 Deze regeling is van toepassing op projectvoorstellen van in het Koninkrijk gevestigde producenten en onafhankelijke makers, gericht op de ontwikkeling, realisering en distributie van artistiek hoogwaardige, immersieve en/of interactieve AV-producties. Projecten resulteren in fysieke en/of virtuele presentaties, producten of installaties, bestemd voor een publiek.

  • 3 De regeling sluit aan bij de volgende algemene doelstellingen van het Stimuleringsfonds Creative Industrie:

    • a. Bevorderen van (de ontwikkeling van) ontwerpkwaliteit;

    • b. Stimuleren van experiment, onderzoek, reflectie en debat;

    • c. Bevorderen van talentontwikkeling.

  • 4 De regeling sluit aan bij de volgende lijnen van het Nederlands Filmfonds:

    • a. Vernieuwing;

    • b. Talentontwikkeling.

Artikel 4. Subsidievormen

  • 1 Binnen deze regeling kan worden aangevraagd voor:

    • a. Ontwikkelingsbijdrage individuele maker: de aanvraag wordt ingediend door een individuele maker of namens een klein collectief. De aanvraag bedraagt maximaal € 15.000. Daarnaast kan aanvullend maximaal € 5.000 voor coaching worden aangevraagd;

    • b. Realiseringsbijdrage individuele maker: de aanvraag wordt ingediend door een individuele maker of namens een klein collectief. De aanvraag bedraagt maximaal € 35.000;

    • c. Ontwikkelingsbijdrage producent: de aanvraag wordt ingediend door een producent. De aanvraag bedraagt maximaal € 25.000. Indien de noodzaak naar het oordeel van het bestuur gedegen is onderbouwd in de aanvraag, kan aanvullend maximaal € 5.000 voor coaching worden aangevraagd;

    • d. Realiseringsbijdrage producent: de aanvraag wordt ingediend door een producent. De aanvraag bedraagt maximaal € 125.000.

Artikel 5. Voorwaarden voor ondersteuning

  • 1 Een subsidie wordt alleen verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. Het project sluit aan op de taakopvatting van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zoals verwoord in artikel 1 en valt binnen de reikwijdte en doelstelling zoals verwoord in artikel 3;

    • b. De aanvragende partij is professioneel werkzaam binnen de film- of creatieve industrie en staat als zodanig ingeschreven in het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een van de Kamers van Koophandel die vallen binnen het Koninkrijk der Nederlanden;

    • c. De aanvragende partij beschikt over een aantoonbaar trackrecord op het gebied van immersieve mediavormen;

    • d. Er is sprake van een begrotingstekort en de behoefte aan een subsidie is, naar het oordeel van het bestuur, aangetoond;

    • e. In het geval van realisering bedraagt de subsidiebijdrage maximaal 85% van het totale budget inclusief eventuele kosten voor ontwikkeling;

    • f. Van de werkwijze van de aanvrager kan redelijkerwijs worden verwacht dat de door de aanvrager gestelde doelen zullen worden bereikt;

    • g. De aanvrager is niet tekortgeschoten in het nakomen van zijn subsidieverplichtingen in het kader van een project waarvoor het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie of het Nederlands Filmfonds eerder een subsidie heeft verleend.

  • 2 Ten aanzien van de in de sector gangbare codes geldt in deze regeling dat:

    • a. Aanvragers, zowel producenten als onafhankelijke makers, passen de Fair Practice Code toe;

    • b. In het geval een culturele instelling optreedt als producent past deze de Code Governance Cultuur toe;

    • c. Producenten beschrijven in de aanvraag hoe zij zich verhouden tot de Code Diversiteit en Inclusie.

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1 Er wordt geen subsidie verleend aan of voor:

    • a. instellingen die een structurele subsidierelatie hebben met de rijksoverheid;

    • b. projecten die al zijn gesubsidieerd op grond van een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie met uitzondering van een startsubsidie;

    • c. projecten die al zijn gesubsidieerd op grond van een andere subsidieregeling van het Nederlands Filmfonds;

    • d. projecten van aanvragers die gedurende de looptijd van het project al ondersteuning ontvangen voor het uitvoeren van hun ontwikkelplan vanuit de Regeling TalentontwikkelingCreatieve Industrie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

    • e. projecten waarvoor op het moment van indienen al een aanvraag in behandeling is binnen een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

    • f. activiteiten die al hebben plaatsgevonden of starten voor de beschikkingsdatum;

    • g. projecten waarvoor na een geheel of gedeeltelijk afwijzend besluit door het bestuur opnieuw een aanvraag wordt ingediend, zonder dat er sprake is van door de aanvrager benoemde gewijzigde omstandigheden of nieuwe feiten;

    • h. projecten waarvoor al tweemaal eerder subsidie is aangevraagd binnen dezelfde fase van deze regeling (ontwikkeling of realisering) en waarbij de aanvragen zijn geweigerd of negatief zijn beoordeeld;

    • i. aanvragen die niet op tijd worden ingediend of niet volledig zijn;

    • j. projecten die plaatsvinden in het kader van studie of opleiding;

    • k. activiteiten en kosten die direct samenhangen met het oprichten van een bedrijf of organisatie;

    • l. activiteiten die de reguliere bedrijfsactiviteiten niet overstijgen.

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

Artikel 7. Wijze van indiening

  • 1 Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie maakt via de website www.stimuleringsfonds.nljaarlijks bekend binnen welke perioden op grond van deze regeling een subsidieaanvraag kan worden ingediend.

  • 2 De aanvraag voor subsidie wordt via de digitale aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ingediend.

  • 3 Aanvragen worden in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld.

Artikel 8. Inhoud van de aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor een ontwikkelsubsidiebevat:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b. een projectplan met daarin aandacht voor:

      • het artistieke concept van het project;

      • de synopsis;

      • visie op immersie en/of interactie;

      • beschrijving van de beoogde techniek;

      • een aanzet voor de look & feel van het project;

      • de positionering van het project ten opzichte van bestaande projecten;

      • een beschrijving van het team, inclusief taakverdeling;

      • een reflectie op de wijze waarop de producent zich verhoudt tot de code Diversiteit en Inclusie in de context van het project;

    • c. planning;

    • d. een sluitende begroting en dekkingsplan, waarbij de uitgangspunten van de Fair Practice Code worden gevolgd;

    • e. cv’s van diegenen die het project uitvoeren;

    • f. in het geval aanvullend budget voor een coach wordt aangevraagd een cv en motivatie van de coach;

    • g. Beeldmateriaal en indien van toepassing, een relevant portfolio;

    • h. Een (optie-)overeenkomst tussen de producent en de maker (als er een producent betrokken is);

    • i. Een digitaal gewaarmerkt uittreksel van maximaal één jaar oud uit het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of van een van de Kamers van Koophandel die vallen binnen het Koninkrijk der Nederlanden;

    • j. Een representatieve afbeelding van het project, bestemd voor communicatie-uitingen door het fonds en waarvan de benodigde rechten van de afbeelding bij de aanvrager liggen.

  • 2 Een aanvraag voor een realiseringssubsidiebevat naast de onder Artikel 8 lid 1 genoemde onderdelen:

    • a. Een beschrijving van de ervaring van de gebruiker (users journey);

    • b. Een toelichting op de begroting en financiering met aandacht voor de haalbaarheid;

    • c. Een plan voor uitbreng, met aandacht voor de beoogde doelgroep, toelichting op het bereik, (fysieke) plek van vertoning, communicatie en distributiestrategie inclusief fasering;

    • d. Indien van toepassing: een overeenkomst tussen producent en maker (in het geval deze functies gescheiden zijn);

    • e. Indien van toepassing: een coproductie-overeenkomst en/of financieringstoezeggingen van derden;

    • f. Indien van toepassing: samenwerkingsovereenkomsten met de belangrijkste projectpartners waarin ook afspraken zijn vastgelegd met betrekking tot intellectueel eigendom.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

Artikel 9. Advisering

  • 1 Het fonds toetst of de aanvraag compleet is, voldoet aan de voorwaarden en aansluit bij de taakopvatting van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zoals verwoord in artikel 1 en past binnen de reikwijdte van de regeling zoals verwoord in artikel 3. Is dat het geval, dan legt het bestuur de aanvraag ter advisering voor aan een onafhankelijke adviescommissie.

  • 2 Aanvragen voor realisering worden tevens voorgelegd aan een productiebeheerder van het Filmfonds. Deze maakt een zakelijke en financiële analyse op hoofdlijnen ten aanzien van de productionele haalbaarheid dan wel risico’s en legt deze voor aan de adviescommissie.

  • 3 Bij de formulering van het advies baseert de adviescommissie zich op de door de aanvrager verstrekte gegevens en, in het geval van een realiseringsaanvraag, op de analyse van de productiebeheerder.

  • 4 Een positief advies kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

  • 5 De adviescommissie hanteert de Werkwijze Adviescommissies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Hierbij geldt de versie zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op het moment van indienen.

Artikel 10. Beoordeling

  • 1 Ontwikkelingsbijdrage

    De adviescommissie hanteert bij de beoordeling van een aanvraag voor een ontwikkelingsbijdrage de volgende criteria, die in gelijke mate worden gewogen:

    • a. De artistiek-inhoudelijke kwaliteit: hierbij wordt gekeken naar de aanzet voor de grafische en/of filmische kwaliteit, de visie op interactie en de synopsis;

    • b. De technische kwaliteit: Wat is de beoogde techniek en wat zijn de gevolgen van de gekozen technologie voor de uiteindelijke vorm? Wat is de visie op het gebruik van immersie en/of interactie?

    • c. Opzet van de ontwikkelfase:Welke stappen worden, met het oog op uitvoerbaarheid, in de ontwikkelfase genomen om tot een volwaardig productieplan te komen? Wat is de beoogde samenstelling van het team en welke expertise wordt betrokken?

  • 2 Realiseringbijdrage

    De adviescommissie hanteert bij de beoordeling van een aanvraag voor een realiseringsbijdrage de volgende criteria, die in gelijke mate worden gewogen:

    • a. De artistiek-inhoudelijke kwaliteit: hierbij wordt gekeken naar de grafische en/of filmische kwaliteit, de visie op interactie, de users journey en de synopsis;

    • b. De technische kwaliteit: Voor welke technologie wordt gekozen en hoe wordt deze ingezet om de beoogde ervaring te bereiken? Is de toepassing realistisch en is er voldoende kennis aanwezig in het team? Wat zijn de gevolgen van de gekozen technologie voor de uiteindelijke vorm? Wat is de visie op het gebruik van immersie en/of interactie?

    • c. Opzet van de productie: hierbij wordt gekeken naar de productionele haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid van het voorstel. Ook de samenstelling van het team, de betrokken expertise, planning en begroting worden hierin meegenomen;

    • d. Distributie en publieksstrategie: hierbij wordt gekeken naar de visie en betrokken partners met betrekking tot de distributie, diversiteit en het publieksbereik in Nederland, dan wel internationaal.

Artikel 11. Prioritering

  • 1 Overschrijdt het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt het beschikbare budget van de ronde, dan zal geprioriteerd worden. Daarbij wordt de volgende procedure gehanteerd:

    • a. De positief beoordeelde aanvragen worden gerangschikt op basis van de uitkomst van de beoordeling op de criteria zoals beschreven in Artikel 10 lid 1 en 2. Hierdoor ontstaat een ranglijst van de positief beoordeelde voorstellen;

    • b. Het beschikbare bedrag wordt toegekend aan de aanvragers waarvan de aanvraag het hoogst is geplaatst op de ranglijst. Aan het hoogstgeplaatste voorstel wordt de door de commissie geadviseerde bijdrage verleend, zolang het totaal daarvan het subsidieplafond niet overschrijdt. Aan de aanvrager bij wie toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt het bedrag toegekend dat resteert tot aan het subsidieplafond;

    • c. In het geval dat de uitkomst van de beoordeling op de criteria zoals beschreven in Artikel 10 lid 1 en 2 leidt tot meer dan één aanvraag met dezelfde beoordeling, waarbij toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt onder deze aanvragen prioriteit gegeven aan de aanvraag die het best wordt beoordeeld op criterium a. de artistiek-inhoudelijke kwaliteit. De alsdan gelijk gewaardeerde aanvragen worden geprioriteerd op basis van de score op criterium b. De alsdan gelijk gewaardeerde aanvragen worden geprioriteerd op de bijdrage van de productie aan het versterken van diversiteit en inclusie binnen het vakgebied.

Artikel 12. Subsidieplafond

  • 1 Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ter beschikking worden gesteld.

  • 2 Het subsidieplafond voor een ronde wordt vooraf bekendgemaakt via de website van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie: www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 13. Verlening van een subsidie

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen elf weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Het bestuur kan in dit besluit andere verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden dan vermeld staan in artikelen 15 tot en met 17.

  • 3 Het besluit tot verlening van een subsidie bevat een weergave van het advies en de overwegingen van het bestuur, de voorwaarden waaronder de subsidie beschikbaar wordt gesteld, de duur van de subsidieperiode, de verplichtingen die gelden voor de ontvanger, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over betaling en voorschot.

  • 4 Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de ontvanger geen rechten worden ontleend met betrekking tot een volgende aanvraag.

Artikel 14. Voorschotten

Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie betaalt in het geval van een toekenning bij wijze van voorschot 80% uit van het toegekende bedrag. Het resterende deel wordt uitbetaald na het besluit tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 15. Administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De subsidieontvanger geeft desgevraagd aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie inzicht in de administratie.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de administratie en de bijbehorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

Artikel 16. Vermelding Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Nederlands filmfonds

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger zowel het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie als het Nederlands Filmfonds met logo als subsidieverstrekker met een verwijzing naar deze regeling. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Filmfonds in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 17. Melding bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

In het geval een van de onderstaande situaties zich voordoet brengt de subsidieontvanger het fonds daarvan direct op de hoogte:

  • 1. De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zullen niet of niet geheel plaatsvinden;

  • 2. Er zal niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden voldaan;

  • 3. Er zijn aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verleend;

  • 4. Er is sprake van ontwikkelingen die de uitvoering van de activiteiten kunnen belemmeren, zoals meldingen van ongewenst gedrag of betrokkenheid bij een rechtszaak.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

Artikel 18. Vaststelling

  • 1 Uiterlijk zestien weken na het verlopen van de subsidieperiode wordt een aanvraag tot vaststelling ingediend door de subsidieontvanger via de digitale aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Hiervoor wordt het verantwoordingsformulier gebruikt.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, dan stelt het bestuur de subsidie binnen tien weken na het indienen van de verantwoording overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 4 Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

Artikel 19. Verantwoording bij subsidies minder dan € 25.000

  • 1 Bedraagt de subsidie minder dan € 25.000, dan toont de subsidieontvanger aan de hand van een kort inhoudelijk verslag en een financieel overzicht van alle gerealiseerde kosten en baten aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 Voor de verantwoording van een startsubsidie kan worden volstaan met een online ingevuld en ondertekend verantwoordingsformulier. Het resulterende uitgewerkte projectplan voor de uitvoeringsfase van het beoogde project kan als bijlage worden toegevoegd.

Artikel 20. Verantwoording bij subsidies van € 25.000 of meer

  • 1 Bedraagt de subsidie € 25.000 of meer, dan toont de subsidieontvanger aan de hand van een inhoudelijk verslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 Het inhoudelijk verslag bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

  • 3 Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en de beoogde resultaten, deze worden vermeld in de beschrijving van het project, en de feitelijke realisatie.

Artikel 21. Werkelijkekostenverklaring bij subsidies van € 25.000 of meer

  • 1 Bedraagt de subsidie € 25.000 of meer, dan moet de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aantonen dat de activiteiten zijn verricht.

  • 2 In de verklaring geeft de subsidieontvanger aan:

    • a. dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht;

    • b. wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is;

    • c. wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden, is;

    • d. wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 22. Bezwaar

Een belanghebbende kan tegen een besluit van het bestuur dat op grond van deze regeling wordt genomen bezwaar maken door een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in op de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De procedure voor bezwaren is gepubliceerd op de website www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 23. Bescherming persoonsgegevens

Het bestuur verstrekt geen vertrouwelijke informatie over een aanvraag aan derden. Het gaat hier om bedrijfs- en fabricagegegevens die door een aanvrager vertrouwelijk aan het Stimuleringsfonds zijn medegedeeld en om persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 22 tot en met 33 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking voortvloeit uit een wettelijke verplichting dan wel kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

Artikel 24. Inwerkingtreding en expiratie

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2024.

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de afwikkeling van de op basis van deze regeling verleende subsidies.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

directeur-bestuurder