In het Bibob-vragenformulier staat een aantal juridische begrippen. Ze zijn schuingedrukt.
Hieronder staat wat ze betekenen.
-
−
Bestuurlijke boete
Een bestuurlijke boete is een boete die kan worden gekregen van een bestuursorgaan. Het zijn bijvoorbeeld boetes van:
-
• de gemeente (bijvoorbeeld het college van burgemeester en wethouders (B&W))
-
• de provincie (bijvoorbeeld het college van gedeputeerde staten (GS))
-
• de Belastingdienst
-
• een rijksinspectie, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
-
−
Bestuursorgaan
Een bestuursorgaan is een organisatie of een onderdeel van een organisatie die overheidstaken uitvoert,
bijvoorbeeld:
-
• de gemeente (bijvoorbeeld de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders
(B&W))
-
• de provincie (bijvoorbeeld het college van gedeputeerde staten (GS))
-
• de Belastingdienst
-
• een rijksinspectie, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
-
−
Betrokkene
Je bent betrokkene volgens de Wet Bibob (artikel 1, eerste lid) als je bij een bestuursorgaan of bij een rechtspersoon met een overheidstaak:
-
• Een beschikking aanvraagt. Het kan gaan om een aanvraag van een vergunning, subsidie,
een toekenning, goedkeuring, erkenning, registratie, aanwijzing of ontheffing.
-
• Een beschikking hebt.
-
• Een subsidie krijgt.
-
• Een gegadigde bent voor een overheidsopdracht. De gegadigde is iemand die een overheidsopdracht
wil gaan doen. Bijvoorbeeld een communicatieklus voor de gemeente of het dak vervangen
van een gemeentehuis.
-
• Een overheidsopdracht mag gaan doen.
-
• Als onderaannemer betrokken bent bij een overheidsopdracht. Er is geen sprake van
een dienstverband bij de organisatie die betrokken is bij de overheidsopdracht.
-
• Een vastgoedtransactie aangaat, bent aangegaan, of hierover in onderhandeling bent.
Bijvoorbeeld:
-
○ Vastgoed kopen van, verkopen aan, huren van of verhuren aan een rechtspersoon met een overheidstaak. Bijvoorbeeld een kantoorpand of een parkeergarage.
-
○ Een erfpachtrecht of een opstalrecht verkrijgen als daarvoor toestemming moet worden
gevraagd aan een rechtspersoon met een overheidstaak. Dit blijkt uit de akte van vestiging van het erfpacht- of opstalrecht.
-
○ en registergoed of een zakelijk recht op een registergoed verkrijgen, waarvoor een kettingbeding geldt waarin staat dat
hiervoor toestemming moet worden gevraagd aan een rechtspersoon met een overheidstaak. Registergoederen zijn bijvoorbeeld een huis, kantoorpand of vliegtuig.
Let op: Een betrokkene kan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn. De volgende personen moeten als betrokkene steeds dit formulier invullen:
-
• Bij een eenmanszaak: de eigenaar.
-
• Bij een vennootschap onder firma (vof): alle vennoten vullen een eigen formulier in.
-
• Bij een maatschap: alle maten vullen een eigen formulier in.
-
• Bij een commanditaire vennootschap (cv): alle beherende vennoten vullen een eigen
formulier in. Een beherend vennoot geeft dagelijks leiding aan het bedrijf.
-
• Bij een rechtspersoon, zoals een besloten vennootschap (bv), een naamloze vennootschap (nv), een vereniging
of een stichting: de rechtspersoon zelf. Het invullen namens de rechtspersoon gebeurt meestal door een bestuurder.
-
−
Bezittingen
Bezittingen zijn bijvoorbeeld:
-
• € 500 contant geld of meer;
Let op: Contant geld minder dan € 500 noemen we dus geen bezitting.
-
• Het geld op een bankrekening of spaarrekening;
-
• Bitcoins en ander cryptogeld;
-
• Aandelen (waaronder aandelen in beleggingsfondsen), obligaties, winstbewijzen en opties;
-
• Kapitaalverzekeringen, zoals een spaarverzekering;
-
• Leningen of andere vorderingen waar je aanspraak op hebt. Bijvoorbeeld uitgeleend
geld of facturen van klanten die nog aan jou betaald moeten worden, maar alleen als
dit meer is dan € 500;
-
•
Onroerende zaken. Dit zijn meestal gebouwen, zoals huizen, schuren of bedrijfspanden of stukken grond;
-
• Personenauto’s, bedrijfswagens, vrachtwagens en motoren;
-
• Roerende zaken:
Let op: Andere roerende zaken voor eigen gebruik of voor gebruik binnen het gezin noemen
we in dit formulier geen bezittingen. Bijvoorbeeld de spullen in of van een eigen
huis;
-
• Rechten die worden gehouden ten laste van een afgezonderd particulier vermogen. Bijvoorbeeld
een (family)trust, Stichting Particulier Fonds, Stiftung, Private foundation, Anstalt
of Genossenschaft.
Let op: Genotsrechten en rechten van vruchtgebruik van bovengenoemde bezittingen zijn ook
een bezitting.
-
−
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is het eigen geld dat door de betrokkene of door aandeelhouders in de onderneming is gestopt. Dus niet de leningen die aan
de onderneming zijn verstrekt. En ook niet de andere schulden die de onderneming heeft
tegenover anderen van buiten de onderneming.
Let op: Voor naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen wordt het eigen vermogen dat in de jaarrekening staat bedoeld, inclusief het agio, de reserves en de niet-verdeelde
winsten.
-
−
Last onder bestuursdwang
Heeft de betrokkene een regel overtreden en vraagt een bestuursorgaan de betrokkene iets te herstellen? Dan kan het dit doen met een last onder bestuursdwang. Dit betekent dat de betrokkene de overtreding binnen een bepaalde tijd moet herstellen. En als de betrokkene dit niet doet, niet volledig doet of te laat doet, herstelt het bestuursorgaan de overtreding zelf en zijn de kosten ervan voor de betrokkene. Dit staat ook uitgelegd in afdeling 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
-
−
Last onder dwangsom
Heeft de betrokkene een regel overtreden en vraagt een bestuursorgaan de betrokkene iets te herstellen? Dan kan het dit doen met een last onder dwangsom. Dit betekent dat de betrokkene de overtreding binnen een bepaalde tijd moet herstellen. Doet de betrokkene dit niet, niet volledig of te laat? Dan moet de betrokkene een bedrag of meerdere bedragen betalen. Dit staat ook uitgelegd in afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
-
−
Leidinggevende
Is de betrokkene een rechtspersoon? Dan moet de betrokkene op het Bibob-vragenformulier invullen wie de leidinggevende is. Volgens de Wet Bibob is dit de persoon die leidinggeeft of heeft gegeven aan de onderneming.
Let op: Soms zijn er meerdere leidinggevenden.
Direct en indirect leidinggevenden
In het formulier hebben we het over directe en indirecte leidinggevenden:
-
•
Direct leidinggevende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een directe relatie staat tot de onderneming, meestal de bestuurder. De directe
leidinggevende staat vaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als bestuurder van de onderneming.
-
•
Indirect leidinggevende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een indirecte relatie staat tot de onderneming. Meestal is deze (rechts)persoon
de bestuurder of aandeelhouder van de direct leidinggevende.
Let op: Het feit dat personen als bedrijfsleider of leidinggevende op een vergunning staan, hoeft niet te betekenen dat zij ook volgens de Wet Bibobleidinggevende zijn.
Uiteindelijk leidinggevende
In dit formulier bedoelen we met uiteindelijk leidinggevende de natuurlijke persoon die eindverantwoordelijk is voor de betrokkene en de leiding heeft over de hele organisatie. Vaak is dit de bestuurder van de onderneming.
Als er sprake is van meerdere leidinggevende (rechts)personen, gaat het om de natuurlijke persoon die bovenaan de keten staat van de betrokkene. Er bestaan heel veel verschillende organisatiestructuren. Dit zijn voorbeelden van
veel voorkomende uiteindelijk leidinggevenden:
-
• Bij een vof, cv of maatschap:
-
• Bij een besloten of naamloze vennootschap: de natuurlijke persoon die direct of indirect leidinggevende (vaak bestuurder) is.
-
• Bij een stichting: de natuurlijke persoon die direct of indirect leidinggevende (vaak bestuurder) is.
-
• Bij een vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij of coöperatie: de natuurlijke persoon die direct of indirect leidinggevende (vaak bestuurder) is.
Let op: Spelen commissarissen een rol bij de onderneming? Dan kunnen zij ook uiteindelijk leidinggevenden zijn.
Let op: Gaat het om een buitenlandse onderneming? Dan zijn de uiteindelijk leidinggevenden vaak de mensen met een functie die veel lijkt op die van bestuurder. Bijvoorbeeld
natuurlijke personen die director zijn van een Engelse limited company of zaakvoerder van een Belgische
besloten vennootschap (bv).
-
−
Natuurlijk persoon
Een natuurlijk persoon is een mens met rechten en plichten. In dit formulier maken we onderscheid tussen
een natuurlijk persoon en een rechtspersoon.
-
−
Nevengeschikte rechtspersoon
Een nevengeschikte rechtspersoon is een rechtspersoon die dezelfde leidinggevende of zeggenschaphebbende heeft als betrokkene. Direct of indirect. We noemen dit ook wel een zustervennootschap.
-
−
Ondergeschikte rechtspersoon
Een ondergeschikte rechtspersoon is een rechtspersoon waarvan de betrokkene de leidinggevende en/of zeggenschaphebbende is. Direct of indirect. We noemen dit ook wel een dochtervennootschap.
-
−
Onroerende zaak
Met een onroerende zaak bedoelen we de grond en de eventueel bijbehorende zaken die zijn bedoeld om op een
vaste plek te blijven staan. Meestal zijn dit gebouwen, zoals huizen, schuren of bedrijfspanden.
-
−
Onderhavige onderneming
Met onderhavige onderneming bedoelen we de onderneming waarop de rechtshandeling (beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie) betrekking heeft. De onderhavige onderneming is altijd de onderneming van de betrokkene.
-
−
Rechtshandeling
Een rechtshandeling is iets wat iemand doet om een rechtsgevolg te veroorzaken. Een rechtshandeling verandert
iets in de wereld van het recht. Doordat bijvoorbeeld een vergunning wordt verleend,
mag iets wat eerst niet mocht. In dit Bibob-vragenformulier bedoelen we specifiek
een rechtshandeling tussen een bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak en een ondernemer of burger. De rechtshandelingen die in de Wet Bibob staan, zijn:
-
• het geven of intrekken van een beschikking.
-
• het geven of ontbinden van een overheidsopdracht.
-
• Het aangaan of ontbinden van een vastgoedtransactie, zoals het kopen, verkopen, huren
of verhuren van vastgoed.
-
−
Rechtspersoon
Natuurlijke personen hebben rechten en plichten. In de wet staat dat ook bepaalde bedrijven en organisaties
rechten en plichten hebben. Dit kan als zo’n bedrijf of organisatie een rechtspersoon is. De rechten en plichten van de rechtspersoon staan los van die van de eigenaar of bestuurder.
Voorbeelden van rechtspersonen:
-
• Naamloze vennootschap (nv)
-
• Besloten vennootschap (bv)
-
• Stichting
-
• Vereniging
-
• Coöperatie
-
• Onderlinge waarborgmaatschappij
Bij een rechtspersoon is de betrokkene de rechtspersoon zelf.
Dit zijn géén rechtspersonen:
-
• Eenmanszaak. Bij een eenmanszaak is de eigenaar (natuurlijk persoon) de betrokkene.
-
• Vennootschap onder firma (vof). Bij een vof zijn alle vennoten betrokkenen.
-
• Maatschap. Bij een maatschap zijn de maten de betrokkenen.
-
• Commanditaire vennootschap (cv). Bij een cv zijn de beherende vennoten de betrokkenen.
-
−
Rechtspersoon met een overheidstaak
Dit zijn rechtspersonen die taken uitvoeren voor de overheid en die een vastgoedtransactie kunnen aangaan of een overheidsopdracht kunnen geven. Rechtspersonen met een overheidstaak zijn volgens artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob: de Staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een openbaar lichaam als
bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de politie, een openbaar lichaam in de zin van artikel 134 van de Grondwet, of een rechtspersoon met een overheidstaak die is aangewezen in de bijlage bij het Besluit Bibob, bijvoorbeeld de Politieacademie, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) of de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa).
-
−
Uiteindelijk leidinggevende
Zie leidinggevende.
-
−
Uiteindelijk zeggenschaphebbende
Zie zeggenschaphebbende.
-
−
Vermogensverschaffer
Een vermogensverschaffer is degene die geld geeft of heeft gegeven aan de betrokkene. Dit kan direct of indirect. Dit kan bijvoorbeeld via een lening of schenking. Maar
ook door goederen te leveren die de betrokkene pas later hoeft te betalen. Of door een onderneming over te dragen, waarvoor de betrokkene pas later hoeft te betalen.
Let op: De indirecte vermogensverschaffer is de vermogensverschaffer van de vermogensverschaffer.
-
−
Vreemd vermogen
Alle schulden van een onderneming zijn samen het vreemd vermogen. Wordt de vraag gesteld of is betaald met vreemd vermogen? Dan wordt eigenlijk gevraagd of betaald is met geld dat is geleend of nog niet is
(terug)betaald.
-
−
Wijze van financiering
Met de wijze van financiering bedoelen we de manier waarop de onderneming of bepaalde activiteiten worden of zijn
gefinancierd. Wordt er bijvoorbeeld door betrokkene eigen geld ingelegd of geld geleend van anderen? Dan moet de betrokkene kunnen uitleggen hoe hijzelf en die anderen aan dit geld komen. Behalve als het gaat
om een lening bij een bank met bankvergunning.
-
−
Zakelijk recht
In dit formulier bedoelen we met zakelijk recht het recht om iets met een onroerende zaak of een registergoed te mogen doen. Er zijn verschillende voorbeelden: met een recht
van vruchtgebruik mag bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een huis zonder dat
daarvoor is betaald. Met een erfpachtrecht mag bijvoorbeeld tijdelijk gebruik worden
maken van de grond en het huis dat daarop staat. Met een opstalrecht is iemand bijvoorbeeld
eigenaar van een huis op de grond van iemand anders. Een zakelijk recht kan worden gevestigd, verkocht of gewijzigd.
-
−
Zeggenschaphebbende
Is de betrokkene een rechtspersoon? Dan moet de betrokkene op het Bibob-vragenformulier invullen wie de zeggenschaphebbende is. Volgens de Wet Bibob is dit de persoon die zeggenschap heeft of heeft gehad over de onderneming. Dit betekent
dat hij bepaalde rechten heeft of had om mee te beslissen over de betrokkene.
Let op: Soms zijn er meerdere zeggenschaphebbenden.
Dit zijn de meest voorkomende zeggenschaphebbenden:
-
• aandeelhouders met stemrecht
-
• leden van een vereniging met stemrecht
-
• de bestuurders van een stichting
-
• de bestuurders van een doelvermogen, als dit doelvermogen de betrokkene is
-
• de feitelijke eigenaren van een onderneming
Direct en indirect zeggenschaphebbende
In het formulier hebben we het over directe en indirecte zeggenschaphebbenden:
-
•
Direct zeggenschaphebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een directe relatie staat tot de onderneming, meestal de aandeelhouder. Aandeelhouders
staan in veel gevallen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als aandeelhouder
van de onderneming.
-
•
Indirect zeggenschaphebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een indirecte relatie staat tot de onderneming. Meestal is deze persoon de
aandeelhouder of bestuurder van de direct zeggenschaphebbende. Bijvoorbeeld de aandeelhouder van de aandeelhouder.
Uiteindelijk zeggenschaphebbende
In dit formulier bedoelen we met uiteindelijk zeggenschaphebbende de natuurlijke persoon die de uiteindelijke bevoegdheid heeft om te beslissen over de betrokkene (vaak via aandelen). Als er sprake is van meerdere zeggenschaphebbende (rechts)personen, gaat het om de natuurlijke persoon die bovenaan de keten staat van de betrokkene. Er bestaan heel veel verschillende organisatiestructuren. Dit zijn voorbeelden van
veel voorkomende uiteindelijk zeggenschaphebbenden:
-
• Bij een vof, cv of maatschap:
-
• Bij een besloten of naamloze vennootschap: de natuurlijke persoon die direct of indirect zeggenschaphebbende is (vaak aandeelhouder).
Let op: Bij een naamloze vennootschap kan dit een groot aantal natuurlijke personen zijn. We hoeven ze niet allemaal te kennen. Overleg met het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak over wie informatie moet worden gegeven.
-
• Bij een stichting: de natuurlijke persoon die direct of indirect zeggenschaphebbende is (vaak bestuurder).
Let op: Een STAK (Stichting Administratie Kantoor) is ook een stichting.
-
• Bij een vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij of coöperatie: de natuurlijke persoon die zeggenschaphebbende is (diegene is meestal lid en mag stemmen).
Let op: Dit kunnen veel mensen zijn. We hoeven ze niet allemaal te kennen. Overleg met het
bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak over wie informatie moet worden gegeven.