1. Inleiding
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Al jaren worden voor het toepassen of verspreiden van baggerspecie uit havens en vaarwegen
verschillende loswallen op zee gebruikt. Daarnaast wordt een deel van het zand dat
vrijkomt bij vaargeulonderhoud (zoals de Maasgeul) verspreid binnen het kustfundament.
De verdiepte loswallen zijn bijna tot aan de gewenste hoogte (-1 m onder het waterbodemoppervlak)
opgevuld met baggerspecie. Dit betekent dat de baggerspecie afkomstig uit onder andere
de Rotterdamse havens en vaarwegen op andere plaatsen verspreid moet worden. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) geeft algemene regels voor onder meer het toepassen en verspreiden van baggerspecie,
maar regelt niet op welke plaatsen baggerspecie in overeenstemming met de specifieke
zorgplicht die naast die regels geldt kan worden verspreid. Deze beleidsregel heeft
tot doel om een helder kader te scheppen voor het toepassen en verspreiden van baggerspecie
op de Noordzee in overeenstemming met de geldende regels en de specifieke zorgplicht.
Het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit, en de Regeling bodemkwaliteit
Door de komst van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) in 2008 was voor het toepassen (waaronder ook verspreiden wordt verstaan) van
baggerspecie op de Noordzee geen vergunning op grond van de Wet verontreiniging zeewater (vanaf 2009 watervergunning op grond van de Waterwet) meer vereist. Het toepassen kon plaatsvinden op basis van de algemene regels van
het Bbk. Met inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow) op 1 januari 2024 zijn deze regels waar het betreft het toepassen en verspreiden
van baggerspecie op de Noordzee beleidsneutraal omgezet naar Bal. Het Bbk en de Regeling bodemkwaliteit (Rbk) blijven na inwerkingtreding van de Ow gedeeltelijk van kracht, met name voor
het stellen van kwaliteitseisen aan de toe te passen grond en baggerspecie.
Voor het toepassen van grond en baggerspecie onder de algemene regels van het Bal gelden onder meer de volgende eisen:
-
– er moet sprake zijn van een functionele toepassing in de zin van artikel 4.1269 Bal;
-
– de kwaliteit van de baggerspecie moet voldoen aan de maximale waarden, van de Rbk;
-
– het toepassen of verspreiden moet vooraf gemeld worden bij het bevoegd gezag (tenzij
het minder dan 50 m3 baggerspecie van de achtergrondkwaliteit betreft);
-
– degene die de baggerspecie verspreidt of toepast, moet zich houden aan de specifieke
zorgplicht van artikel 2.11 Bal.
Interpretatie van het Besluit activiteiten leefomgeving
Hoofdstuk 4, paragraaf 4.124 van het Bal bevat de algemene regels voor het toepassen van grond en baggerspecie op de landbodem
en in oppervlaktewaterlichamen. De functionele toepassingen waarop deze algemene regels
van toepassing zijn, staan in artikel 4.1269 Bal.
De volgende toepassingen hebben mede betrekking op de Noordzee:
-
– voorzieningen in oppervlaktewaterlichamen, met uitzondering van diepe plassen, voor
het voorkomen of beperken van overstromingen of wateroverlast, het bevorderen van
de natuurwaarde of recreatieve waarde daarvan, het bevorderen van de doorvaart van
de scheepvaart of het herstellen of verbeteren van de ligging, vorm, afmeting en constructie
van een waterstaatswerk (artikel 4.1269, tweede lid, onder f Bal);
-
– suppleties van baggerspecie langs de kustlijn voor het herstellen of verbeteren van
de kustverdediging (artikel 4.1269, tweede lid, onder g Bal);
-
– verspreiding van baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van
uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden of platen, voor het herstellen of verbeteren
van de ecologische en morfologische functies van het sediment’ (artikel 4.1269, derde lid, onder b Bal).
Het Bal biedt weinig of geen concrete aanknopingspunten voor het kiezen van een locatie voor
het verspreiden van baggerspecie op zee. De Noordzee heeft veel verschillende functies,
waaronder scheepvaart, zandwinning en natuur. Het verspreiden van baggerspecie binnen
gebieden met deze functies kan in strijd zijn met de specifieke zorgplicht van het
Bal.
Op grond van deze zorgplicht moet degene die een milieubelastende activiteit, een
lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch
werk verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige
gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in artikel 2.2, verplicht:
-
a. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om
die gevolgen te voorkomen;
-
b. voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk
te beperken of ongedaan te maken; en
-
c. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten
voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
In deze beleidsregel wordt een beslisschema geboden waarmee invulling wordt gegeven
aan de zorgplicht voor het toepassen of verspreiden van baggerspecie.
Op grond van het Bal, het Bbk en de Rbk worden slechts eisen gesteld aan de chemische kwaliteit van toe te passen of te verspreiden
baggerspecie en de hoeveelheid bodemvreemd materiaal die daarin aanwezig mag zijn.
In bepaalde gevallen is echter ook de fysische samenstelling (de korrelgrootteverdeling)
van belang. Baggerspecie met een te hoog slibgehalte komt bijvoorbeeld niet in aanmerking
voor toepassing in het kustfundament, omdat voor bescherming van het kustfundament
een hoge zandfractie is vereist. Deze beleidsregel maakt ook duidelijk welke locaties
op de Noordzee niet geschikt zijn voor de toepassing of verspreiding van baggerspecie
met een hoog slibgehalte.
Een nadere onderbouwing van deze beleidsregel is te vinden in het rapport ‘Afwegingskader
voor zoute baggerspecie – Nuttig toepassen op de Noordzee’ (Rijkswaterstaat Noordzee/DHV,
april 2012) dat te vinden is op www.Noordzeeloket.nl.
Er wordt op de Noordzee op heel veel plaatsen onderhoudsbaggerwerk uitgevoerd. De
vrijkomende baggerspecie kan veelal vrij dicht in de omgeving van het baggerwerk worden
verspreid met uitzondering van die gebieden waar verspreiden in strijd is met de zorgplicht.