Havenbeveiligingsregeling

Geraadpleegd op 27-04-2025.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 31 oktober 2023, nr. IENW/BSK-2023/294008 houdende vaststelling van regels omtrent de beveiliging van havens (Havenbeveiligingsregeling)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 14, vierde en vijfde lid, 14a, eerste en tweede lid, en 16b van de Havenbeveiligingswet;

BESLUIT:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • examencommissie: door het bestuur van de SVPB ingestelde organisatorische eenheid die als geheel belast is met de taak om de kwaliteit van examinering en diplomering in brede zin te borgen;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • SVPB: Stichting Vakbekwaamheid Particuliere Beveiligingsorganisaties, gevestigd te Amersfoort, ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 41151515;

  • veiligheidsbeambte van een havenfaciliteit: veiligheidsbeambte als bedoeld in bijlage II, deel A, paragraaf 2.1, onderdeel 8, van de Verordening;

  • Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet: Wet van 5 oktober 2022 tot wijziging van de Havenbeveiligingswet in verband met de modernisering van de opleidingseisen voor personen die bij havenfaciliteiten beveiligingswerkzaamheden verrichten, de optimalisering van de veiligheidscontroles van schepen en een tweetal technische verbeteringen (Stb. 2023, 5).

Artikel 2. Examenreglement

  • 1 De SVPB stelt een examenreglement vast.

  • 2 Het examenreglement bevat de geldende procedures en legt de rechten en plichten vast met betrekking tot het examen. Het reglement omvat ten minste:

    • a. de onderdelen van het examen en de wijze waarop deze worden afgenomen en beoordeeld;

    • b. de wijze van aanmelding voor het examen;

    • c. de wijze waarop de uitslag van het examen wordt meegedeeld;

    • d. een procedure bij verschil van mening met de examencommissie over de uitslag van het examen;

    • e. de behandeling van klachten over beslissingen van de examencommissie;

    • f. de procedure met betrekking tot geconstateerde onregelmatigheden en fraude;

    • g. de regeling met betrekking tot het herexamen.

  • 3 Het examenreglement wordt jaarlijks herzien en geactualiseerd.

§ 2. Opleiding en examen havenbeveiliger

Artikel 3. Opleidingseisen havenbeveiliger

De havenbeveiliger is bekend met en wordt getraind in alle onderdelen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 4. Examen havenbeveiliger

  • 2 De examencommissie stelt de inhoud van het examen vast. Voor het afnemen en het beoordelen van het examen wijst de examencommissie examenfunctionarissen aan. De examenfunctionarissen verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen.

  • 4 Inschrijving voor het examen geschiedt tegen betaling van het geldend tarief aan de SVPB.

Artikel 5. Certificaat Havenbeveiliger

  • 1 Na afloop van het examen Havenbeveiliger ontvangt de kandidaat een voorlopige uitslag. De definitieve uitslag van het examen wordt uiterlijk zes weken na de datum van het examen vastgesteld door de examencommissie.

  • 2 Na vaststelling van de uitslag door de examencommissie, ontvangt een kandidaat die het examen met goed gevolg heeft afgerond ten bewijze daarvan een certificaat Havenbeveiliger. Met goed gevolg houdt in dat een kandidaat een score van tenminste 67% behaalt van het aantal punten dat kan worden behaald.

  • 3 Een certificaat Havenbeveiliger is geldig tot vijf jaar na afgifte ervan. Het certificaat is niet meer geldig:

    • a. na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat;

    • b. indien het certificaat is ingetrokken;

    • c. indien de houder van het certificaat is overleden.

  • 4 Het certificaat Havenbeveiliger wordt door de SVPB ingetrokken op verzoek van de minister.

Artikel 6. Registratie certificaat Havenbeveiliger

Een certificaat Havenbeveiliger dat op grond van artikel 5 wordt afgegeven, wordt door de SVPB op naam van de houder van het certificaat bijgeschreven in het diplomaregister dat door de SVPB op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt beheerd.

Artikel 7. Bijscholing havenbeveiliger

  • 1 De geldigheidsduur van het certificaat Havenbeveiliger wordt vernieuwd als de houder ervan voldoet aan de bijscholings- en exameneisen opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling en het bijbehorende examen met goed gevolg heeft afgelegd. Met goed gevolg houdt in dat een kandidaat een score van tenminste 67% behaalt van het aantal punten dat kan worden behaald.

  • 2 De geldigheidsduur van het certificaat wordt vernieuwd met een termijn van vijf jaar, met ingang van het met goed gevolg afleggen van het examen. De registratie van de geldigheidsduur in het diplomaregister van de SVPB wordt aangepast.

  • 3 Het examen, bedoeld in het eerste lid, wordt afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie en overeenkomstig het examenreglement, bedoeld in artikel 2.

  • 4 De examencommissie stelt de inhoud van het examen bijscholing Havenbeveiliger vast. Voor het afnemen en beoordelen van het examen wijst de examencommissie examenfunctionarissen aan. De examenfunctionarissen verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen.

  • 5 Tot het examen bijscholing Havenbeveiliger wordt toegelaten degene die houder is van een certificaat Havenbeveiliger dat is opgenomen in het diplomaregister van het SVPB.

  • 6 Inschrijving voor het examen geschiedt tegen betaling van het geldende tarief aan de SVPB.

§ 3. Opleiding en examen veiligheidsbeambte van een havenfaciliteit

Artikel 8. Opleidingseisen veiligheidsbeambte

De veiligheidsbeambte is bekend met en wordt getraind in alle onderdelen die zijn opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 9. Examen veiligheidsbeambte

  • 1 Het examen Veiligheidsbeambte wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van de examencommissie en overeenkomstig het examenreglement, bedoeld in artikel 2.

  • 2 De examencommissie stelt de inhoud van het examen veiligheidsbeambte vast. Voor het afnemen en het beoordelen van het examen wijst de examencommissie examenfunctionarissen aan. De examenfunctionarissen verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen.

  • 3 Inschrijving voor het examen geschiedt tegen betaling van het geldende tarief aan de SVPB.

  • 4 Na afloop van het examen ontvangt de kandidaat een voorlopige uitslag. De definitieve uitslag van het examen wordt uiterlijk zes weken na de datum van het examen vastgesteld door de examencommissie.

Artikel 10. Certificaat veiligheidsbeambte

  • 1 De veiligheidsbeambte van een havenfaciliteit is in het bezit van een op naam gesteld certificaat Veiligheidsbeambte.

  • 2 Een certificaat Veiligheidsbeambte wordt uitgereikt nadat het examen Veiligheidsbeambte met goed gevolg is afgerond. Met goed gevolg houdt in dat een kandidaat een score van tenminste 67% behaalt van het aantal punten dat kan worden behaald.

  • 3 Een certificaat Veiligheidsbeambte is niet meer geldig:

    • a. indien het certificaat is ingetrokken;

    • b. indien de houder van het certificaat is overleden.

  • 4 Het certificaat Veiligheidsbeambte wordt door de SVPB ingetrokken op verzoek van de minister.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 11. Overgangsrecht havenbeveiliger

  • 1 Het certificaat Havenbeveiliger dat vóór 1 januari 2024 is behaald door een havenbeveiliger of aspirant-beveiliger bij een opleidingsinstituut dat op de datum van afgifte door de minister was erkend, blijft met inachtneming van het vierde lid geldig en wordt binnen negen maanden na de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet op verzoek van de havenbeveiliger bijgeschreven in het diplomaregister van de SVPB.

  • 2 Bij een verzoek tot registratie wordt het certificaat Havenbeveiliger overgelegd. Het certificaat kan in het diplomaregister van de SVPB worden bijgeschreven, indien:

    • a. uit het certificaat blijkt dat het om een certificaat Havenbeveiliger gaat;

    • b. op het certificaat een datum staat wanneer deze is behaald;

    • c. op het certificaat de voorletters, achternaam en geboortedatum van de verzoeker tot registratie staan.

  • 3 De werkgever van de havenbeveiliger kan na toestemming van de houder van het certificaat Havenbeveiliger, bedoeld in het eerste lid, ook een verzoek tot registratie indienen bij de SVPB.

  • 4 Voor bestaande certificaten als bedoeld in het eerste lid geldt de volgende geldigheidsduur:

    • a. indien op de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet de afgiftedatum van het certificaat minder dan vijf jaar in het verleden ligt en voldaan wordt aan de registratievoorwaarden bedoeld in het tweede lid, dan wordt het certificaat geregistreerd met een geldigheidsduur van vier jaar vanaf de datum van de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet;

    • b. indien op de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet de afgiftedatum van het certificaat meer dan vijf jaar, maar minder dan tien jaar in het verleden ligt en voldaan wordt aan de registratievoorwaarden bedoeld in het tweede lid, dan wordt het certificaat geregistreerd met een geldigheidsduur van drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet;

    • c. indien op de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet de afgiftedatum van het certificaat meer dan tien jaar in het verleden ligt en voldaan wordt aan de registratievoorwaarden in het tweede lid, wordt het certificaat geregistreerd met een geldigheidsduur van twee jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet.

  • 5 Van een houder die op de datum van de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet de leeftijd van drieënzestig jaar en zes maanden heeft bereikt, wordt het certificaat geregistreerd in het diplomaregister van de SVPB met een geldigheidsduur tot aan de AOW-gerechtige leeftijd.

  • 6 De inschrijving in het diplomaregister van SVPB geschiedt tegen betaling van het geldend tarief.

Artikel 12. Overgangsrecht veiligheidsbeambte

Binnen achttien maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet beschikt de veiligheidsbeambte van een havenfaciliteit over een certificaat Veiligheidsbeambte.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet tot wijziging van de Havenbeveiligingswet in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

Bijlage 1. behorend bij artikel 3

Eindtermen Havenbeveiliging

De havenbeveiliger:

  • 1. benoemt de op havenbeveiliging van toepassing zijnde nationale, Europese en internationale wet- en regelgeving als basis voor de beveiligingsmaatregelen die in havens en op havenfaciliteiten worden genomen;

  • 2. benoemt lokale en nationale bij havenbeveiliging betrokken actoren en hun specifieke verantwoordelijkheden in relatie tot havenbeveiliging;

  • 3. benoemt de functionaris die bij de havenfaciliteiten is aangesteld als verantwoordelijk voor de beveiliging en zijn/haar taken en verantwoordelijkheden;

  • 4. beschrijft wat een ISPS-havenfaciliteit is en haar generieke kenmerken.

  • 5. beschrijft de generieke beveiligingswerkzaamheden en processen die elk havenfaciliteitsveiligheidsplan behoort te bevatten;

  • 6. beschrijft de verschillende veiligheidsniveaus en hun specifieke kenmerken.

  • 7. beschrijft het effect van hogere veiligheidsniveaus op de beveiligingsorganisatie en de beveiligingstaken en -procedures;

  • 8. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot beveiliging van de havenfaciliteiten en patronen daarin;

  • 9. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot systemen ten aanzien van informatie- en communicatietechnologie (ICT-systemen) en de informatie die deze systemen bevatten;

  • 10. herkent en beschrijft de kenmerken en gedragspatronen van personen die de veiligheid op een havenfaciliteit kunnen bedreigen;

  • 11. beschrijft de diverse inspectie-, controle- en bewakingstechnieken;

  • 12. beschrijft methoden voor het fouilleren van personen, persoonlijke bezittingen, bagage, lading en scheepsvoorraden;

  • 13. herkent en beschrijft op grond van uiterlijke kenmerken wapens, explosieven dan wel onderdelen of combinaties van wapens en explosieven;

  • 14. beschrijft de technieken die worden gebruikt om veiligheidsmaatregelen te ontduiken;

  • 15. herkent en benoemt de meest gebruikte beveiligingsapparatuur en -systemen en beschrijft hun werking en gebruik;

  • 16. beschrijft methoden voor het testen, ijken en onderhouden van beveiligingsapparatuur en -systemen;

  • 17. beschrijft hoe gehandeld moet worden ten aanzien van verdachte goederen die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden aangetroffen;

  • 18. beschrijft de procedure hoe gehandeld moet worden als sprake is van een gevaarlijke of levensbedreigende situatie;

  • 19. beschrijft communicatieapparatuur, -methoden en -procedures met betrekking tot de beveiliging;

  • 20. beschrijft het belang van de veilige omgang met beveiligingsinformatie en informatie- en communicatietechnologie (ICT); en

  • 21. beschrijft technieken voor crowd management en crowd control.

Bijlage 2. behorend bij artikel 7

Eindtermen bijscholing Havenbeveiliging

De havenbeveiliger:

  • 1. benoemt de op havenbeveiliging van toepassing zijnde nationale, Europese en internationale wet- en regelgeving als basis voor de beveiligingsmaatregelen die in havens en op havenfaciliteiten worden genomen;

  • 2. benoemt lokale en nationale bij havenbeveiliging betrokken actoren en hun specifieke verantwoordelijkheden in relatie tot havenbeveiliging;

  • 3. benoemt de functionaris die bij de havenfaciliteiten is aangesteld als verantwoordelijk voor de beveiliging en zijn/haar taken en verantwoordelijkheden;

  • 4. beschrijft wat een ISPS-havenfaciliteit is en haar generieke kenmerken.

  • 5. beschrijft de generieke beveiligingswerkzaamheden en processen die elk havenfaciliteitsveiligheidsplan behoort te bevatten;

  • 6. beschrijft de verschillende veiligheidsniveaus en hun specifieke kenmerken;

  • 7. beschrijft het effect van hogere veiligheidsniveaus op de beveiligingsorganisatie en de beveiligingstaken en -procedures;

  • 8. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot beveiliging van de havenfaciliteiten en patronen daarin;

  • 9. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot systemen ten aanzien van informatie- en communicatietechnologie (ICT-systemen) en de informatie die deze systemen bevatten;

  • 10. herkent en beschrijft de kenmerken en gedragspatronen van personen die de veiligheid op een havenfaciliteit kunnen bedreigen;

  • 11. beschrijft de diverse inspectie-, controle- en bewakingstechnieken;

  • 12. beschrijft methoden voor het fouilleren van personen, persoonlijke bezittingen, bagage, lading en scheepsvoorraden;

  • 13. herkent en beschrijft op grond van uiterlijke kenmerken wapens, explosieven dan wel onderdelen of combinaties van wapens en explosieven;

  • 14. beschrijft de technieken die worden gebruikt om veiligheidsmaatregelen te ontduiken;

  • 15. herkent en benoemt de meest gebruikte beveiligingsapparatuur en -systemen en beschrijft hun werking en gebruik;

  • 16. beschrijft methoden voor het testen, ijken en onderhouden van beveiligingsapparatuur en -systemen;

  • 17. beschrijft hoe gehandeld moet worden ten aanzien van verdachte goederen die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden aangetroffen;

  • 18. beschrijft de procedure hoe gehandeld moet worden als sprake is van een gevaarlijke of levensbedreigende situatie;

  • 19. beschrijft communicatieapparatuur, -methoden en -procedures met betrekking tot de beveiliging;

  • 20. beschrijft het belang van de veilige omgang met beveiligingsinformatie en informatie- en communicatietechnologie (ICT); en

  • 21. beschrijft technieken voor crowd management en crowd control.

Bijlage 3. behorend bij artikel 8

Eindtermen Veiligheidsbeambte

De veiligheidsbeambte:

  • 1. benoemt de op havenbeveiliging van toepassing zijnde nationale, Europese en internationale wet- en regelgeving als basis voor de beveiligingsmaatregelen die in havens en op havenfaciliteiten worden genomen;

  • 2. benoemt lokale en nationale bij havenbeveiliging betrokken actoren en hun specifieke verantwoordelijkheden in relatie tot havenbeveiliging;

  • 3. beschrijft wat een ISPS-havenfaciliteit is en haar generieke kenmerken;

  • 4. beschrijft de generieke beveiligingswerkzaamheden en processen die elk havenfaciliteitsveiligheidsplan behoort te bevatten;

  • 5. beschrijft de verschillende veiligheidsniveaus en hun specifieke kenmerken;

  • 6. beschrijft het effect van hogere veiligheidsniveaus op de beveiligingsorganisatie en de beveiligingstaken en -procedures;

  • 7. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot beveiliging van de havenfaciliteiten en patronen daarin;

  • 8. beschrijft huidige bedreigingen met betrekking tot systemen ten aanzien van informatie- en communicatietechnologie (ICT-systemen) en de informatie die deze systemen bevatten;

  • 9. herkent en beschrijft de kenmerken en gedragspatronen van personen die de veiligheid op een havenfaciliteit kunnen bedreigen;

  • 10. beschrijft de diverse inspectie-, controle- en bewakingstechnieken;

  • 11. beschrijft methoden voor het fouilleren van personen, persoonlijke bezittingen, bagage, lading en scheepsvoorraden;

  • 12. herkent en beschrijft op grond van uiterlijke kenmerken wapens, explosieven dan wel onderdelen of combinaties van wapens en explosieven;

  • 13. beschrijft de technieken die worden gebruikt om veiligheidsmaatregelen te ontduiken;

  • 14. herkent en benoemt de meest gebruikte beveiligingsapparatuur en -systemen en beschrijft hun werking en gebruik;

  • 15. beschrijft methoden voor het testen, ijken en onderhouden van beveiligingsapparatuur en -systemen;

  • 16. beschrijft de procedure hoe gehandeld moet worden als sprake is van een gevaarlijke of levensbedreigende situatie;

  • 17. beschrijft communicatieapparatuur, -methoden en -procedures met betrekking tot de beveiliging;

  • 18. beschrijft het belang van de veilige omgang met beveiligingsinformatie en informatie- en communicatietechnologie (ICT);

  • 19. veiligheidsadministratie;

  • 20. onderzoeks- en inspectiemethoden voor scheepsveiligheid en veiligheid van de havenfaciliteit;

  • 21. instructiemethoden voor veiligheidstraining en -scholing, waaronder veiligheidsmaatregelen en -procedures;

  • 22. veiligheidsoefeningen, waaronder oefeningen met schepen; en

  • 23. beoordeling van veiligheidsoefeningen.