Regeling tegemoetkoming rijbewijs aspiranten

Geraadpleegd op 25-04-2025.
Geldend van 21-06-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 24 oktober 2023, nr. 4960470, houdende bepalingen betreffende tegemoetkoming van het rijbewijs B aan aspiranten (Regeling tegemoetkoming rijbewijs aspiranten)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 21 van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Paragraaf 2. Tegemoetkoming en voorschot

Artikel 2

  • 1 De aspirant die tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2026 met de politieopleiding begint en op dat moment het praktijkexamen rijopleiding rijbewijs B nog niet met goed gevolg heeft behaald, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van:

    • a. het volgen van een theoriecursus rijvaardigheid B;

    • b. het volgen van een rijopleiding voor het rijbewijs B;

    • c. het afleggen van het theorie-examen rijvaardigheid B, inclusief één herexamen;

    • d. het afleggen van één tussentijdse toets; en

    • e. het praktijkexamen rijopleiding rijbewijs B, inclusief één herexamen.

  • 2 Kosten die meer dan één jaar voorafgaand aan de start van de politieopleiding zijn gemaakt, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 3 De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 2.750,– netto en ziet op werkelijk gemaakte kosten.

  • 4 Op aanvraag van de aspirant wordt een eenmalig voorschot van maximaal € 2.000,– verstrekt.

  • 5 De in het derde lid bedoelde tegemoetkoming wordt toegekend indien de aspirant aansluitend aan de politieopleiding wordt aangesteld in een functie.

  • 6 De in het derde lid bedoelde tegemoetkoming wordt door de aspirant binnen 3 maanden na de aanstelling in een functie gedeclareerd, waarbij de volgende bewijsstukken worden overgelegd:

    • a. een gespecificeerde factuur van een rijschool;

    • b. een factuur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, indien deze kostenpost niet is opgenomen in de factuur genoemd onder a; en

    • c. bewijzen van betaling.

  • 7 Indien de door de aspirant werkelijk gemaakte kosten lager liggen dan het aan de aspirant verleende voorschot, wordt het verschil verrekend met het salaris.

Artikel 3

Het in artikel 2, vierde lid, genoemde voorschot vervalt en moet door de aspirant worden terugbetaald indien de aspirant niet voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 2, vijfde en zesde lid, van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius