-
–
bouwplan: door één of meer bij de bouw betrokken partijen opgesteld dossier, waarin staat wat
er gebouwd zal worden, op welke locatie, welke partijen hierbij betrokken zijn, en
wat de planning is voor de bouw, inclusief de aanvangs- en einddatum;
-
–
DAEB: dienst van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
-
–
geclusterde woonvorm: woongelegenheden als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet gelegen in Nederland, die fysiek verbonden zijn, dan wel zich in elkaars directe
nabijheid bevinden;
-
–
intergenerationele woonvorm: geclusterde woonvorm met minimaal twee wooneenheden bewoond door jongeren, met een
leeftijd van 18 tot en met 30 jaar, die een bijdrage leveren aan de cohesie en sociale
interactie in de woonvorm;
-
–
intramurale zorg: zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling
als bedoeld in de Wet langdurige zorg;
-
–
maximum huurgrens: de grens, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;
-
–
minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
–
nieuwbouw: bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen;
-
–
ontmoetingsruimte: ruimte die fysiek verbonden is aan een geclusterde woonvorm, dan wel zich op maximaal
100 meter daarvandaan bevindt, die in ieder geval toegankelijk is voor bewoners van
die geclusterde woonvorm, die geëxploiteerd wordt door een organisatie die verbonden
is met de geclusterde woonvorm, en die primair een sociale functie voor haar bewoners
heeft;
-
–
rollatorgeschikte wooneenheid: zelfstandige wooneenheid die voldoet aan de eisen wooneenheid geschikt voor bewoner
met rollator in bijlage 2;
-
–
rolstoelgeschikte wooneenheid: zelfstandige wooneenheid die voldoet aan de eisen wooneenheid geschikt voor bewoner
met rolstoel in bijlage 1;
-
–
transformatie: het veranderen van functie van een bestaand gebouw tot een geclusterde woonvorm;
-
–
Wlz-indicatie: een verklaring van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) waarin staat dat iemand
recht heeft op langdurige en intensieve zorg voor de Zorgzwaartepakketten VV4 tot
en met VV10 of, voor iemand van 50 jaar of ouder, VG3 tot en met VG8 of ZG-vis 2 tot
en met 5 zoals bedoeld in de beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig
pakket thuis van de Nederlandse Zorgautoriteit;
-
–
Wlz-zorg: zorg als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg;
-
–
zelfstandige wooneenheid: wooneenheid welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder
daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de wooneenheid;
-
–
zorgaanbieder: een organisatorisch verband dat bedrijfsmatig zorg als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg verleent dan wel doet verlenen;
-
–
zorggeschikte wooneenheid: een rollatorgeschikte of rolstoelgeschikte wooneenheid;
-
–
zorgkantoor: een zorgkantoor als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg.