Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 21-06-2024.
Geldend van 15-06-2024 t/m heden

Beleidsregel van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 30 augustus 2023, kenmerk 3665132-1052221-MEVA, houdende regels voor financiële ondersteuning voor zorgmedewerkers in verband met langdurige post-COVID klachten (Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten)

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • AGB-code: unieke Algemene GegevensBeheer-code van een zorgaanbieder zoals geregistreerd in het Algemene GegevensBeheer-register dat wordt beheerd door Vektis;

  • arts: een arts die als zodanig staat ingeschreven in het daarvoor ingestelde register, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG;

  • COVID-19: de ziekte veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2;

  • dienstverband: een dienstverband als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van deze beleidsregel;

  • financiële ondersteuning: een bedrag van € 24.010 per zorgmedewerker;

  • gewaarmerkt verzekeringsbericht: een overzicht van het arbeidsverleden en de loongegevens betreffende de zorgmedewerker, verstrekt op de wijze bedoeld in artikel 33c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, voorzien van een waarmerk van het UWV;

  • handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Handelsregisterwet 2007;

  • justitiële inrichting: een van de justitiële inrichtingen, genoemd in bijlage 1;

  • langdurige post-COVID klachten: long-COVID zoals gedefinieerd door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten of langdurige klachten na COVID-19 zoals vastgelegd in de NHG-standaard M112 Langdurige klachten na COVID-19;

  • Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • militair geneeskundige dienst: de militair geneeskundige dienst, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet ambtenaren defensie;

  • SBI-code: code van de Standaard Bedrijfsindeling zoals gehanteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek waarmee de economische hoofd- of nevenactiviteit van een bedrijf wordt weergegeven in het handelsregister;

  • tijdvak: de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020;

  • UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • verlenging van de loondoorbetalingsplicht: de verlenging van het tijdvak van de verplichte loondoorbetaling door het UWV tot ten hoogste 52 weken op grond van artikel 25, negende lid, van de WIA;

  • vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling: de vrijwillige verlenging van het tijdvak van de verplichte loondoorbetaling op grond van artikel 24 van de WIA;

  • Wet BIG: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

  • WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

  • WIA-beslissing: de beslissing van het UWV op een aanvraag als bedoeld in artikel 64 van de WIA;

  • zorgaanbieder: een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1.4 van deze beleidsregel;

  • zorgmedewerker: een natuurlijk persoon die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.1 van deze beleidsregel.

Artikel 1.2. Eenmalige financiële ondersteuning

De minister kan op aanvraag eenmalig financiële ondersteuning verstrekken aan een zorgmedewerker.

Artikel 1.3. Verhouding tot aansprakelijkheid

  • 1 Door het aanvragen van financiële ondersteuning op grond van deze beleidsregel doet de zorgmedewerker geen afstand van een lopende of een toekomstige aansprakelijkstelling.

  • 2 De Staat der Nederlanden erkent geen enkele aansprakelijkheid door verstrekking en uitbetaling van financiële ondersteuning uit hoofde van deze beleidsregel.

  • 3 Een aanvraag voor financiële ondersteuning wordt niet aangemerkt als aansprakelijkstelling of als stuiting van de verjaring.

Artikel 1.4. Zorgaanbieder

  • 2 Er is sprake van een zorgaanbieder als bedoeld in het eerste lid indien deze in beginsel:

    • a. op 1 juli 2020 in het handelsregister stond ingeschreven met een hoofd- of nevenactiviteit met een bijbehorende SBI-code die in bijlage 2 is opgenomen; en

    • b. op 1 juli 2020 beschikte over een AGB-code die begint met twee cijfers die in bijlage 3 zijn opgenomen.

Hoofdstuk 2. Financiële ondersteuning

Artikel 2.1. Voorwaarden

  • 1 Een zorgmedewerker komt eenmaal in aanmerking voor financiële ondersteuning als deze:

    • a. in het tijdvak werkzaam was bij of werkzaamheden heeft verricht voor een zorgaanbieder in het kader van een dienstverband zijnde:

    • b. in het tijdvak bij een zorgaanbieder veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening;

    • c. in het tijdvak in het kader van het dienstverband gemeld heeft wegens ziekte niet te werken;

    • d. langdurige post-COVID klachten heeft die voor 1 juni 2023 geconstateerd zijn door een arts;

    • e. als gevolg van de klachten die hebben geleid tot de ziekmelding, bedoeld onder c, ten minste 104 weken ziek is met langdurige post-COVID klachten en na deze 104 weken:

      • 1°. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de WIA;

      • 2°. gedeeltelijk arbeidsgeschikt is als bedoeld in artikel 5 van de WIA;

      • 3°. in staat is met arbeid ten hoogste 100% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, bedoeld in artikel 1 van de WIA, als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van langdurige post-COVID klachten; of

      • 4°. uiterlijk 1 juli 2023 voldoet aan hetgeen gesteld is onder 1°, 2° of 3° ingeval van vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling of verlenging van de loondoorbetalingsplicht.

  • 2 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een justitiële inrichting stond deze, in aanvulling op het eerste lid, tijdens het tijdvak als arts of verpleegkundige ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG.

  • 3 De minister kan afwijken van het eerste lid, onder a, voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepalingen beogen te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 4 De minister kan afwijken van de 104 weken, bedoeld in het eerste lid, onder e, als sprake is van wachttijd die is bepaald op grond van artikel 23, derde lid, van de WIA.

  • 5 De minister kan afwijken van de datum, bedoeld in het eerste lid, onder e, onder 4°.

Artikel 2.2. Het beschikbare bedrag en de wijze van verdeling

  • 2 Het beschikbare bedrag voor het verstrekken van financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2023 bedraagt € 33.000.000.

  • 3 Het beschikbare bedrag voor het verstrekken van financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2024 bedraagt € 21.000.000.

  • 4 De minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag en het tijdstip waarop de aanvraag is aangevuld als moment van ontvangst geldt.

Artikel 2.3. Aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2023 kan worden ingediend vanaf 25 september 2023 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 oktober 2023 om 12:00 uur door de minister ontvangen.

  • 2 Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2024 kan worden ingediend vanaf 1 juli 2024 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 september 2024 om 12:00 uur door de Minister ontvangen.

  • 3 Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 4 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een bewijs van dienstverband;

    • b. een gewaarmerkt verzekeringsbericht;

    • c. een kopie van de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker;

    • d. een document waaruit blijkt dat langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd, zijnde:

      • 1°. het medisch onderzoeksverslag dat als verslag van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is gevoegd als bijlage bij de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker; of

      • 2°. een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die is voorzien van een ondertekening door een arts, waarin wordt bevestigd dat voor 1 juni 2023 bij de zorgmedewerker langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd en die is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de desbetreffende arts te verifiëren; en

    • e. desgevraagd overige inlichtingen en bewijsstukken, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 5 Als de zorgmedewerker werkzaam was op basis van een dienstverband bij een ander dan de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:

    • a. is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;

    • b. is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak werkzaamheden heeft verricht;

    • c. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak bij die zorgaanbieder veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en

    • d. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder te verifiëren.

  • 6 Als de zorgmedewerker werkzaam is geweest bij de zorgaanbieder tijdens het tijdvak in een functie of beroep die niet in bijlage 4 is opgenomen, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:

    • a. is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;

    • b. is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak werkzaam was;

    • c. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en

    • d. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder te verifiëren.

  • 7 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij de militair geneeskundige dienst, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:

    • a. is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de militair geneeskundige dienst;

    • b. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en

    • c. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de militair geneeskundige dienst te verifiëren.

  • 8 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een justitiële inrichting, overlegt de zorgmedewerker het nummer waarmee de zorgmedewerker tijdens het tijdvak als arts of verpleegkundige stond ingeschreven in het daarvoor ingestelde register, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG.

  • 9 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een gemeentelijke gezondheidsdienst, overlegt de zorgmedewerker een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die:

    • a. is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de gemeentelijke gezondheidsdienst;

    • b. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en

    • c. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de gemeentelijke gezondheidsdienst te verifiëren.

  • 10 Als de eerste ziektedag zoals vermeld in de WIA-beslissing na het tijdvak ligt, overlegt de zorgmedewerker een document waaruit blijkt dat de langdurige post-COVID klachten het gevolg zijn van een vermoedelijke COVID-19 besmetting in het tijdvak.

  • 11 Als sprake is van vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling of verlenging van de loondoorbetalingsplicht, overlegt de zorgmedewerker een kopie van het besluit van het UWV betreffende de zorgmedewerker tot verlenging van het tijdvak van de loondoorbetaling.

  • 12 De minister kan afwijken van het vierde lid als toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 2.1, derde lid.

Artikel 2.4. Besluit en uitbetaling

  • 1 De minister besluit binnen 13 weken na sluiting van het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, op een volledige aanvraag voor financiële ondersteuning.

  • 2 De Minister besluit binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, op een volledige aanvraag voor financiële ondersteuning.

  • 3 De minister betaalt het bedrag van financiële ondersteuning na het besluit, bedoeld in het eerste lid, in één keer uit.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 3.1. Intrekking en terugvordering

  • 1 De minister kan een besluit tot toekenning van financiële ondersteuning intrekken als:

    • a. de aanvrager aan wie financiële ondersteuning is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor financiële ondersteuning ten onrechte is toegekend;

    • b. het besluit tot toekenning van financiële ondersteuning anderszins onjuist was en de aanvrager dat wist, dan wel behoorde te weten.

  • 2 De minister vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 3.2. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze beleidsregel vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op financiële ondersteuningen die voor die datum zijn aangevraagd of verstrekt.

Artikel 3.3. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

C. Helder

Bijlage 1. Justitiële inrichtingen als bedoeld in artikel 1 van de beleidsregel

  • Dienst Justitiële Inrichtingen

  • Stichting Teylingereind

  • Pluryn JJI Lelystad

  • Pompestichting

  • Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag

  • Van der Hoeven Kliniek Stichting De forensische zorgspecialisten

  • FPC De Kijvelanden B.V.

  • Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel

Bijlage 2. Sbi-codes als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, onder a, van de beleidsregel

SBI-code

Omschrijving activiteit

86.10

Ziekenhuizen en geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting

86.10.1

Universitair medische centra

86.10.2

Algemene ziekenhuizen

86.10.3

Categorale ziekenhuizen

86.10.4

Geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting

86.21

Praktijken van huisartsen

86.22

Praktijken van medisch specialisten en medische dagbehandelcentra (geen tandheelkunde)

86.22.1

Praktijken van medisch specialisten en medische dagbehandelcentra (geen tandheelkunde of psychiatrie)

86.92.1

Gezondheidscentra

86.92.5

Ambulancediensten en centrale posten

87.10

Verpleeghuizen

87.20

Huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten

87.30

Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten en verzorgingshuizen

87.30.1

Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten

87.30.2

Verzorgingshuizen

87.90

Jeugdzorg en maatschappelijke opvang met overnachting

87.90.1

Jeugdzorg met overnachting en dagverblijven voor jeugdzorg

88.10.1

Thuiszorg

Bijlage 3. Agb-codes als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, onder b, van de beleidsregel

Eerste twee cijfers AGB-code

Omschrijving zorgsoort

01

Huisartsen

03

Medisch specialisten

06

Ziekenhuizen

22

Zelfstandige behandelcentra

25

Instellingen voor psychiatrische deeltijdbehandeling

30

Instellingen voor verstandelijk gehandicapten

32

GGD

33

Kraamcentra

36

Ambulancediensten

37

Gezondheidscentra

41

ZZP’ers in wijkverpleging/ PGB-aanbieders

42

Verzorgingshuizen

45

Verpleeginrichtingen voor somatische ziekten

46

Verpleeginrichtingen voor psycho-geriatrische patiënten

47

Gecombineerde verpleeginrichtingen

54

GGZ-instellingen (PUK/PAAZ)

58

Centrale post ambulancediensten (CPA)

65

Gezinsvervangende tehuizen

66

Koepels en beheersstichtingen WLZ

72

Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW)

75

Thuiszorginstellingen

Bijlage 4. Lijst met beroepen en functies in de zorg (op alfabetische volgorde) als bedoeld in artikel 2.3, zesde lid, van de beleidsregel

  • ADL-assistent, zorgondersteuner en/of voedingsassistent

  • Ambulancechauffeur/begeleider

  • Anesthesiemedewerker en/of operatieassistent

  • Arts

  • Bachelor medisch hulpverlener

  • Begeleider gehandicaptenzorg, jeugdzorg en/of psychiatrische inrichting

  • Doktersassistent

  • GGD-test medewerker

  • Helpende

  • Physician assistant

  • Praktijkondersteuner huisarts

  • Verpleegkundig specialist

  • (gespecialiseerd) Verpleegkundige

  • Verzorgende in de individuele gezondheidszorg (VIG’er) of (kraam)verzorgende

Naar boven