Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden.

Wet van 10 juli 2023 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpassing van de kleineondernemersregeling (Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk en wenselijk is de wetgeving inzake de omzetbelasting aan te passen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PbEU 2020, L 62);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 De ondernemer die in Nederland is gevestigd en die met ingang van 1 januari 2025 de vrijstelling, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, wil toepassen, doet hiervan melding bij de inspecteur uiterlijk op 3 december 2024. De melding geschiedt op een door de inspecteur voorgeschreven wijze en bevat ten minste de jaaromzet in Nederland tijdens het kalenderjaar 2024 tot het tijdstip waarop de melding wordt gedaan. De inspecteur kan bij voor bezwaar vatbare beschikking beslissen dat de ondernemer niet in aanmerking komt voor toepassing van de vrijstelling, indien aannemelijk is dat niet zal worden voldaan aan de gestelde voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling.

  • 2 De ondernemer die in Nederland is gevestigd, komt in het kalenderjaar 2025 niet in aanmerking voor de vrijstelling, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na de inwerkingtreding van artikel I, indien de jaaromzet in Nederland in het kalenderjaar 2024 meer dan € 20.000 bedraagt.

  • 4 De ondernemer kan de vrijstelling, bedoeld in het derde lid, met ingang van 1 januari 2025 beëindigen, indien deze ondernemer uiterlijk op 3 december 2024 de wederopzegging doet bij de inspecteur op een door de inspecteur voorgeschreven wijze.

Artikel III

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 1 oktober 2024.

Artikel IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 10 juli 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

M.L.A. van Rij

Uitgegeven de veertiende augustus 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius