Wijzigingswet Rijkswet op het Nederlanderschap, enz. (vaststelling staatloosheid)

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-10-2023 t/m heden.

Wet van 7 juni 2023 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet alsmede intrekking van voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat vanwege de instelling van een vaststellingsprocedure voor staatloosheid in het Europees deel van het Koninkrijk, het nodig is enige Rijkswetten hierop aan te passen en dat enige voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen kunnen worden ingetrokken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Voor het gehele Koninkrijk wordt goedgekeurd dat het voorbehoud, dat betrekking heeft op artikel 8 van het op 28 september 1954 te New York tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van staatlozen (Trb. 1955, 42), dat bij de bekrachtiging van dat Verdrag is gemaakt overeenkomstig artikel 2 van de Rijkswet tot goedkeuring van dat verdrag (Stb. 1961, 468), wordt ingetrokken.

Artikel IV

Voor het gehele Koninkrijk wordt goedgekeurd dat het voorbehoud, dat betrekking heeft op artikel 26 van het op 28 september 1954 te New York tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van staatlozen (Trb. 1955, 42), dat bij de bekrachtiging van dat Verdrag is gemaakt overeenkomstig artikel 3 van de Rijkswet tot goedkeuring van dat verdrag (Stb. 1961, 468), wordt ingetrokken.

Artikel V

Verzoeken respectievelijk aanvragen en bezwaar- en beroepschriften met betrekking tot optie, naturalisatie respectievelijk paspoorten, die zijn ingediend voor het moment van inwerkingtreding van deze wet, worden beheerst door het materiële recht en het procesrecht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 7 juni 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.C. van Huffelen

De Minister van Buitenlandse Zaken,

W.B. Hoekstra

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius