t.a.v. Team uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Deel C. Nakoming verplichtingen
Opzetten innamesysteem
De producent zorgt voor een passende beschikbaarheid van een innamesysteem voor de
textielproducten waar het Besluit UPV textiel betrekking op heeft. In de onderdelen 1 en 2 wordt aangegeven hoe wordt zorggedragen
voor een passende beschikbaarheid van het innamesysteem. Onder ‘passend’ wordt in
ieder geval verstaan dat het innamesysteem:
-
• gedurende het gehele jaar beschikbaar is;
-
• niet beperkt is tot gebieden waar de inname en het beheer van de betreffende afvalstoffen
het meest kostenefficiënt is; en
-
• degene die voornemens is zich van het textiel te ontdoen in staat stelt om deze kosteloos
bij het innamesysteem in te leveren.
Een producent kan bijvoorbeeld kiezen om de inname van de door hem in de handel gebrachte
producten als volgt vorm te geven: de producten in eigendom houden gedurende de gebruiksfase,
een terugnamegarantie, terugname bij verkooppunten, statiegeldsystemen, afgedankte
producten ophalen bij de eindgebruiker, of afspraken maken met afvalinzamelaars. Ook
een combinatie van dergelijke systemen is mogelijk.
Nakomen doelstellingen
In de onderdelen 3 tot en met 7 moet gerapporteerd worden over het nakomen van de
doelstellingen voor het afvalbeheer van textiel. In deze onderdelen wordt gevraagd
hoe de gerapporteerde cijfers zijn verzameld en hoe ze tot stand zijn gekomen.
De producenten leveren verificatiedocumenten aan ter onderbouwing van de gerapporteerde
informatie. Voorbeelden hiervan zijn: accountantsverklaring, rapport van een interne
audit, overeenkomst, monitoringsprotocol of (intentie)verklaring van de inzamelaar
of verwerker. In dit formulier worden via de beantwoording van alle subonderdelen
zowel de verificatiemethode als de bijbehorende documenten opgevraagd.
Toelichting:
Uit artikel 4, eerste lid, van het Besluit UPV textiel volgen de doelstellingen voor voorbereiding voor hergebruik. Met voorbereiding voor
hergebruik wordt gedoeld op nuttige toepassing bestaande uit het controleren, schoonmaken
of repareren, waarbij producten of componenten van producten, die afvalstoffen zijn
geworden, worden klaargemaakt zodat ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere
voorbehandeling nodig is. Onder hergebruik wordt elke handeling verstaan waarbij het
textiel opnieuw wordt gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor het was bedoeld.
Het meetpunt bij voorbereiding voor hergebruik ligt bij het overdrachtsmoment na een
van de hierboven genoemde handelingen die vallen onder nuttige toepassing. In de praktijk
zal het bij voorbereiding voor hergebruik veelal gaan om het sorteren van het ingezamelde
textiel. Het meetpunt bij voorbereiding voor hergebruik is dus het moment waarop het
textiel wordt overgedragen van sorteerder naar een tussenhandelaar of retailer, en
klaar is voor hergebruik zonder dat nog een verdere voorbehandeling nodig is. Dit
betreft daarmee het laatste overdrachtsmoment wanneer het textielproduct wordt aangemerkt
als geschikt voor hergebruik.
Om het gerapporteerde percentage voor voorbereiding voor hergebruik te onderbouwen,
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bijvoegen van overeenkomsten of verklaringen
van sorteerders of kringloopbedrijven. In geval van collectieve uitvoering kunnen
afspraken gemaakt worden met betrokken partijen over de monitoring van de hoeveelheid
voorbereiding voor hergebruik.
Toelichting:
Uit artikel 4, tweede lid, van het Besluit UPV textiel volgen de doelstellingen voor voorbereiding voor hergebruik in Nederland. Hierbij
geldt in beginsel dezelfde definitie voor voorbereiding voor hergebruik zoals omschreven
in de toelichting bij onderdeel 3. Deze doelstelling vereist echter aanvullend daarop
dat het textiel wordt hergebruikt in Nederland. Dit betekent dat uit de onderbouwende
toelichting en bijgevoegde documenten moet blijken dat het textiel daadwerkelijk in
Nederland wordt hergebruikt. Hierbij kan gedacht worden aan verklaringen waaruit blijkt
dat het textiel is verkocht in Nederland, zoals verkoopcijfers van tweedehandstextiel
in eigen winkel, kringloopwinkels of tweedehandskledingwinkels. In geval van een producentenorganisatie
kunnen afspraken gemaakt worden met (de brancheorganisatie van) kringlopen en tweedehandswinkels
over de monitoring van de verkoop van hergebruikt textiel.
Toelichting:
Uit artikel 3 van het Besluit UPV textiel volgt de doelstelling voor voorbereiding voor hergebruik en recycling. Voorbereiding
voor hergebruik is toegelicht bij onderdeel 3. Met recycling wordt bedoeld dat textielproducten
die afvalstof zijn geworden, worden bewerkt zodat het textielafval opnieuw wordt bewerkt
tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander
doel. Er worden geen aanvullende eisen gesteld aan het type recycling.
Voor de berekening van het gewichtspercentage van recycling (onderdeel a) moet worden
uitgegaan van het aantal kilo’s afgedankt textiel dat bij de recycler verwerkt wordt
(input in kilogrammen). Om aan te tonen dat de recycling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden,
moet daarnaast het overdrachtsmoment na recycling geverifieerd worden. Het overdrachtsmoment
voor recycling is het moment dat een partij gerecycled textiel overdraagt aan een
partij die het bewerkt tot een nieuw product. Dit nieuwe product hoeft geen eindproduct
te zijn. Het kan ook om een halffabricaat of onderdeel van een eindproduct gaan. In
lijn met de definitie van recycling maakt het, in tegenstelling tot vezel-tot-vezelrecycling,
niet uit of dit nieuwe product, materiaal of de nieuwe stof binnen de productgroep
textiel blijft.
Om het gerapporteerde percentage te onderbouwen, kan bijvoorbeeld gedacht worden aan
het bijvoegen van overeenkomsten of verklaringen van recyclers. In geval van collectieve
uitvoering zal het daarnaast veelal gaan om een monitoringsprotocol en een omschrijving
van de gemaakte afspraken met recyclers.
Toelichting:
Uit artikel 5 van het Besluit UPV textiel volgen de doelstellingen voor vezel-tot-vezelrecycling. Recycling is toegelicht bij
onderdeel 5. Met vezel-tot-vezelrecycling wordt recycling bedoeld, waarbij textielproducten
die afvalstof zijn geworden, worden bewerkt zodat de textielvezels opnieuw worden
toegepast in materialen voor textielproducten.
Bij vezel-tot-vezelrecycling is het, anders dan bij recycling, van belang dat textielvezels
daadwerkelijk opnieuw worden toegepast in materialen voor kleding of huishoudtextiel.
Voor de berekening van het gewichtspercentage van vezel-tot-vezelrecycling (onderdeel
a) moet worden uitgegaan van het aantal kilo’s afgedankt textiel dat bij de recycler
verwerkt wordt (input in kilogrammen). Om aan te tonen dat de vezel-tot-vezelrecycling
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, moet daarnaast het overdrachtsmoment na recycling
geverifieerd worden. Waar het bij recycling bewerkt kan worden voor het oorspronkelijke
of een ander doel, dient het bij vezel-tot-vezelrecycling bewerkt te worden tot een
nieuwe textielvezel, om te stimuleren dat deze opnieuw wordt gebruikt in textielproducten.
Het meetpunt bij vezel-tot-vezelrecycling ligt dus bij het overdrachtsmoment waarop
er sprake is van textielvezels of toepassing daarvan. Dit betekent dat uit de onderbouwende
toelichting en bijgevoegde documenten moet blijken dat het textielafval via chemische
of mechanische recycling is teruggebracht naar textielvezels. Hierbij kan bijvoorbeeld
gedacht worden aan een verklaring of bewijs van oplevering van (spinbare) textielvezels
uit mechanische of chemische recycling.
-
7. Geef aan op welke wijze u zich inspant om gerecyclede textielvezels toe te passen?
Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat in de textielproducten die u in
de handel brengt zo veel mogelijk gerecyclede textielvezels afkomstig van na gebruik
afgedankte textielproducten worden toegepast?
Indien relevant, voeg documenten bij waarmee de verificatie van de gegevens mogelijk
is.
Toelichting:
Artikel 6 van het Besluit UPV textiel wijst de producent op het nemen van maatregelen die erop zijn gericht dat in textielproducten
die hij in de handel brengt, zo veel mogelijk gerecyclede textielvezels afkomstig
van na gebruik afgedankte textielproducten worden toegepast. Als individuele producent
is er meer informatie over (de mogelijkheid tot) het toepassen van recyclaat in (eigen)
producten. Indien een producentenorganisatie een verslag opstelt, moet worden omschreven
hoe de producenten worden ondersteund om te voldoen aan de inspanningsverplichting
met betrekking tot de toepassing van gerecyclede textielvezels. Uit de beantwoording
moet blijken welke inspanning producenten of producentenorganisaties hebben verricht
met betrekking tot toepassing recyclaat in het geproduceerde textiel.
Informeren afvalstoffenhouders
Op grond van artikel 2, derde lid, van het Besluit UPV moeten producenten afvalstoffenhouders informeren. De producent informeert afvalstoffenhouders
van de textielproducten die hij in de handel brengt over afvalpreventiemaatregelen,
innamesystemen en voorzieningen voor hergebruik of nuttige toepassing. Met afvalstoffenhouders
worden degenen bedoeld die zich via het innamesysteem willen ontdoen van het textiel.
Van de producent wordt verwacht dat zij aangeven hoe aan de informatieverplichting
wordt voldaan. Factoren die relevant zijn om een goed beeld te kunnen vormen over
de informatievoorziening kunnen onder andere de frequentie, doelgroep en inhoud van
de informatie zijn. Uit de omschrijving moet dit voldoende blijken. Daarbij kunnen
documenten ter verificatie worden toegevoegd. Denk hierbij aan opgeven van de URL-link
als het gaat om een website. Als er via een brochure of poster is geïnformeerd, moeten
deze als bijlage worden bijgevoegd. Bij informatie op het product en (internet)campagnes
moet de inhoud hiervan duidelijk blijken uit het verslag. Dit zijn slechts richtinggevende
voorbeelden. Het wordt van de producent verwacht dat zij met documenten onderbouwen
op welke wijze aan de informatieverplichting wordt voldaan.