Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Geraadpleegd op 02-05-2025.
Geldend van 01-05-2023 t/m heden

Wet van 25 januari 2023, houdende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met de technische eenmaking van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het burgerlijk procesrecht te vereenvoudigen door de verschillende versies van artikelen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten terug te brengen tot één versie.

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Artikel II

Artikel I heeft betrekking op het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zoals dat luidt voor de procedures, vorderingen, verzoeken en gerechten waarvoor de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288) niet in werking is getreden overeenkomstig artikel II van het Besluit van 25 januari 2017 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van diverse onderdelen van de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288), de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie (Stb. 2016, 289), de Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht, het Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht en het Aanpassingsbesluit vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (Stb. 2017, 16) en de artikelen I en II van het Besluit van 4 februari 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van de Wet van 13 juli 2021 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288), de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie (Stb. 2016, 289), de Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (Stb. 2016, 290) en het Aanpassingsbesluit vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (Stb. 2016, 293) (Stb. 2021, 81).

Artikel III

  • 1 Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zoals dat luidt voor de Hoge Raad vervalt.

Hoofdstuk 2. Andere wetten

Hoofdstuk 3. Samenloopbepalingen

Artikel XXIV

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, enz. (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen).]

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 25 januari 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Uitgegeven de tiende februari 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius