3.2. Subsidiabele activiteiten
Er zijn zes subsidiabele hoofdactiviteiten:
-
1. het opstarten van de organisatie;
-
2. het bieden van GCO aan ten minste 3.000 (bestaande) deelnemers;
-
3. het vormgeven van een leer- en verbeterproces;
-
4. de monitoring en bijdragen aan de evaluatie van GCO;
-
5. de deskundigheidsbevordering van GCO’ers; en
-
6. de algemene coördinatie en uitvoering, communicatie en risicobeheersing.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de uitvoerder in staat is om alle zes
hoofdactiviteiten uit te voeren.
Hoofdactiviteit 1. Het opstarten van de organisatie
In de periode 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 vinden voorbereidende activiteiten
plaats om de GCO aan te kunnen bieden met ingang van 1 januari 2024. De vijf pilots
GCO lopen tot en met 31 december 2023. In het kader van hoofdactiviteit 1 zijn de
volgende sub-activiteiten subsidiabel:
-
a. het opzetten van de organisatie, waaronder onder andere wordt verstaan het werven
van personeel, het eventueel huren van kantoorruimte, het inrichten daarvan en het
inrichten van de werkprocessen om met ingang van 1 januari 2024 de subsidiabele hoofdactiviteiten
2 tot en met 6 uit te kunnen voeren;
-
b. het opstellen van een wegingskader om de afbakening van de doelgroepen zoals omschreven
in Annex I te operationaliseren en de toestroom van aanvragen te reguleren; en
-
c. het ontwikkelen van een GCO-website.
Ad a.
De uitvoerder treft de benodigde voorbereidingen om met ingang van 1 januari 2024
de ondersteuning van bestaande en nieuwe deelnemers ter hand te kunnen nemen.
Ad b.
De uitvoerder stelt een afwegingskader op om de afbakening van de doelgroepen zoals
omschreven in Annex I te operationaliseren en de toestroom van aanvragen te reguleren.
Ad c.
De uitvoerder ontwikkelt een voor de uitvoering van de in dit beleidskader omschreven
activiteiten geschikte website die uiterlijk 1 januari 2024 online is. Op deze website
wordt onder meer informatie gedeeld over het doel van GCO, de aanmeldingsprocedure,
het afwegingskader en wordt inzicht gegeven in de monitoringsresultaten.
Hoofdactiviteit 2. Het bieden van GCO aan ten minste 3.000 (bestaande) deelnemers
In het kader van hoofdactiviteit 2 zijn de volgende sub-activiteiten subsidiabel:
-
a. het daadwerkelijk vormgeven en bieden van GCO aan ten minste 3.000 deelnemers;
-
b. het samenwerken met OCO’ers en OCO-organisaties; en
-
c. het vormgeven van een vrij besteedbaar budget voor urgente situaties.
Ad a.
In Annex II is een nadere toelichting gegeven over de kenmerken van de gewenste ondersteuning
zoals naar voren is gekomen uit de vijf pilots GCO. De nadruk van de GCO ligt op ondersteuning
bij het vinden van goede zorg en ondersteuning voor cliënten en naasten en hen meer
ruimte te geven voor kwaliteit van leven. Deze ondersteuning kan bestaan uit individuele
trajecten voor leden van de doelgroepen, maar kan eveneens bestaan uit het geven van
advies door GCO’ers op consultbasis aan OCO’ers of andere partijen. De uitvoerder
is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de ondersteuning en voor de kwaliteit van
degene die de gespecialiseerde cliëntondersteuning daadwerkelijk biedt (de GCO’er).
De subsidie is bedoeld om ten minste 3.000 unieke personen behorende tot de doelgroepen,
omschreven in Annex I, met GCO te ondersteunen. Onderdeel van de groep unieke personen
zijn de bestaande deelnemers van de vijf pilots GCO die met ingang van 1 januari 2024
ondersteund moeten blijven en zo veel als mogelijk dezelfde ondersteuning en ondersteuners
zullen moeten behouden. Bestaande deelnemers hoeven hiervoor geen nieuwe aanvraag
voor de GCO bij de uitvoerder in te dienen. De uitvoerder zorgt ervoor dat de overgang
met minimale impact op de reeds geboden ondersteuning plaatsvindt. De uiteindelijke
omvang van het aantal ondersteunde deelnemers zal afhangen van de duur van de ondersteuning
en de mate waarin de ondersteuning wordt op- en afgeschaald. Bij de vormgeving en
uitvoering van GCO richt de uitvoerder zich op de doelgroepen, zoals beschreven in
Annex I.
Een groot gedeelte van de cliënten en naasten zal een langere periode (langer dan
een jaar) ondersteuning krijgen. Ten behoeve van het vaststellen van een bedrag voor
dit beleidskader is voor het daadwerkelijk verrichten van de GCO uitgegaan van gemiddelde
kosten van € 8.000 euro per cliënt op jaarbasis. Het betreft geenszins een normbedrag
en uit de monitoring moet gaan blijken dat de berekeningswijze voor het subsidiebedrag
aansluit bij de praktijk. De verwachting is dat er meer dan 3.000 cliënten/naasten
kunnen worden geholpen gedurende de looptijd van dit beleidskader. Trajecten van ondersteuning
vanuit de pilots zullen op termijn kunnen worden afgesloten dan wel kunnen worden
overgedragen aan de OCO, waarna nieuwe cliënten en naasten kunnen instromen.
Het is essentieel dat de GCO-uitvoerder maatwerk kan bieden voor cliënten en naasten.
Daarom wordt de subsidie vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot
maximaal het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.
Ad b.
Er wordt afstemming gezocht rondom de doorverwijzing en terugwijzing tussen de cliëntondersteuning
zoals geboden vanuit gemeentelijk domein of de Wlz en de gespecialiseerde cliëntondersteuning. De uitvoerder onderhoudt hiertoe een
gelijkwaardige samenwerking met OCO’ers en OCO-organisaties om cliënten over en weer
aan elkaar over te dragen.
Ad c.
De uitvoerder ontwikkelt een werkwijze op basis waarvan een budget per gezin beschikbaar
kan worden gesteld. Dit budget maakt onderdeel uit van het subsidiebedrag begroot
voor de jaren 2024 en 2025 en is bedoeld om urgente situaties in de materiële sfeer
die raken aan zorg en ondersteuning het hoofd te kunnen bieden. Voor deze activiteit
zijn de begrote middelen inzetbaar vanaf 1 januari 2024 tot 1 januari 2026. VWS neemt
de vrij besteedbare ruimte mee in de uit te voeren evaluatie. De uitvoerder zorgt
ervoor dat deze activiteit deel uitmaakt van de monitor.
Hoofdactiviteit 3. Het vormgeven van een leer- en verbeterproces
De uitvoerder stimuleert en faciliteert een leer- en verbeterproces. Het leren en
verbeteren vindt op verschillende niveaus plaats:
-
a. GCO’ers reflecteren en leren individueel en als team;
-
b. de organisatie en de GCO’ers delen actief, onder meer aan de OCO wat zij leren over
ondersteuning van de doelgroepen;
-
c. daarnaast kan vanuit een casus waarin een OCO vastloopt worden opgeschaald of geëscaleerd
om tot een passende oplossing in dat geval te kunnen komen;
-
d. er worden verbeterpunten gesignaleerd en geadresseerd voor uitvoering en beleid die
het casusniveau overstijgen.
De knelpunten die worden geconstateerd worden bijgehouden en de uitvoerder stimuleert
actief dat ervaringen en inzichten worden uitgewisseld met de reguliere, onafhankelijke
organisaties voor cliëntondersteuning, instanties, gemeenten, zorgaanbieders, casuïstiekteams
van VWS en andere partijen waar de doelgroepen mee te maken hebben. Hierbij wordt
actief afgestemd en samengewerkt met bestaande initiatieven op het terrein van signalering
en verbetering, zoals de doelgroep-specifieke kenniscentra, de signaleringsfunctie
van cliëntondersteuners en de Opwegwijzer.
Hoofdactiviteit 4. De monitoring en bijdragen aan evaluatie
In het kader van hoofdactiviteit 4 zijn de volgende sub-activiteiten subsidiabel:
-
a. de monitoring van de uitvoering van de GCO;
-
b. de monitoring van de inzet van het vrij besteedbare budget; en
-
c. het opstellen van een jaarlijkse rapportage op basis van de monitoring vermeld onder
a en b.
Op basis van de monitoring worden jaarlijks rapportages opgesteld die geen persoonsgegevens
bevatten en derhalve op geaggregeerd niveau zijn opgesteld.
VWS zal mede op basis van de data die door de monitor beschikbaar komen een onafhankelijke
evaluatie laten uitvoeren naar de effecten en kosten en baten van GCO, waaronder het
verbeteren van de eigen werkprocessen en de overdracht van kennis aan de OCO. De uitvoerder
dient bereid te zijn hierover in overleg te gaan met VWS en medewerking te verlenen
aan die onafhankelijke evaluatie en waar nodig de elementen van monitoring in afstemming
aan te vullen of aan te passen.
Hoofdactiviteit 5. De deskundigheidsbevordering van GCO’ers
In het kader van hoofdactiviteit 5 zijn de volgende sub-activiteiten subsidiabel:
De uitvoerder ontwikkelt een opleidings- en scholingsaanbod voor GCO’ers. Hierbij
wordt zo veel als mogelijk gebruik gemaakt van, en aangesloten bij, het bestaande
opleidingsaanbod voor clientondersteuners en wordt in overleg gegaan met de aanbieders
van dat aanbod. De uitvoerder bewaakt de kwaliteit van het GCO-scholingsaanbod. Bovendien
bewaakt de uitvoerder de kwaliteit van de GCO’ers.
Hoofdactiviteit 6. De algemene coördinatie, communicatie en risicobeheersing
In het kader van hoofdactiviteit 6 zijn de volgende sub-activiteiten subsidiabel:
-
a. het coördineren van de uit te voeren hoofd- en sub-activiteiten;
-
b. het verrichten van communicatieactiviteiten; en
-
c. het ontwikkelen van een adequaat risico-beheersingssysteem.
Ad a.
Deze activiteit betreft de algemene coördinatie en de inzet van materiële middelen
die noodzakelijk zijn om de activiteiten omschreven in dit beleidskader uit te voeren.
Ad b.
De uitvoerder maakt voor zover relevant gebruik van de noodzakelijke vormen van communicatie
ter ondersteuning van de uitvoering van de hoofdactiviteiten 1 tot en met 5. Hierbij
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan communicatiecampagnes om het bestaan van GCO onder
de aandacht te brengen bij de relevante experts of wervingscampagnes voor personeel.
Ad c.
De uitvoerder beschikt over een adequaat risico-beheersingssysteem. Daarvan maakt
de beheersing van risico op overschrijding of onderuitputting van de begrote kosten
inzake dit subsidiekader, dreigend personeelstekort en inbreuken op de privacy (conform
de Algemene Verordening Gegevensverwerking, hierna: AVG) en de toe te passen handelwijze
in geval zich een risico manifesteert in ieder geval deel uit.