Investeringsregeling vrije producties

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 16-04-2024 t/m heden

Investeringsregeling vrije producties

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bestuur: de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten;

  • Nederland: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • vrije productie: productie op het gebied van de professionele podiumkunst die gefinancierd wordt uit de opbrengsten van de commerciële exploitatie van deze productie en alle daarmee samenhangende uitingen.

Artikel 1.2. Doel

Het bestuur verstrekt subsidies onder voorwaarden aan producenten van podiumkunstenaanbod voor een groot publiek zodat zij in staat zijn extra te investeren in nieuwe Nederlandse producties. Hiermee beoogt het bestuur artistieke risico’s te stimuleren alsmede de werkgelegenheid in de culturele en creatieve sector te vergroten.

Paragraaf 2. De aanvraag

Artikel 2.1. Aanvrager

  • 1 Een aanvraag kan worden ingediend door een organisatie met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid die:

    • in het kader van de bedrijfsuitoefening vrije producties tot stand brengt; en

    • de artistieke en financiële eindverantwoordelijkheid voor het project draagt; en

    • de uitvoering daarvan heeft belegd bij professionals die eerder minimaal twee vergelijkbare grootschalige vrije producties, als die waarvoor wordt aangevraagd, op hun naam hebben staan.

  • 2 Het bestuur kan de aanvraag weigeren:

    • a. als de aanvraag wordt ingediend door een instelling die zich primair richt op het presenteren van podiumkunstenaanbod, zoals een podium of festival;

    • b. als de aanvrager of de feitelijk zakelijk/financieel verantwoordelijken in de voorgaande twee jaar niet heeft/hebben voldaan aan een of meer aan een subsidie of lening verbonden voorwaarde(n) of verplichting(en), waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten.

  • 3 Het bestuur weigert de aanvraag als de aanvrager meerjarig wordt gesubsidieerd door het Fonds Podiumkunsten of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2.2. De productie

  • 1 Een aanvraag heeft betrekking op één specifieke vrije productie.

  • 2 Er kan per vrije productie slechts aan één aanvrager een subsidie onder voorwaarden worden verstrekt.

  • 3 De subsidie onder voorwaarden is uitsluitend bedoeld ten behoeve van nieuwe Nederlandse vrije producties met professionele uitvoerenden.

  • 4 De subsidie onder voorwaarden is uitsluitend bedoeld voor vrije producties, waarmee wordt beoogd een minimumaantal van 20.000 bezoekers te bereiken. In de aanvraag dient aannemelijk te worden gemaakt dat het minimumaantal kan worden gerealiseerd.

  • 5 Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan het vereiste uit het vierde lid in behandeling te nemen als sprake is van een beperkt verschil tussen het beoogde bezoekersaantal en het vereiste minimumaantal.

  • 6 De aanvraag voor de subsidie onder voorwaarden wordt geweigerd indien:

    • a. voor het maken van de betreffende productie reeds subsidie is verstrekt door het Fonds Podiumkunsten of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • b. voor de productie waarvoor wordt aangevraagd een bijdrage is verkregen of wordt gevraagd bij Cultuur + Ondernemen;

    • c. het een productie betreft die niet in Nederland wordt geproduceerd;

    • d. er reeds vier lopende aanvragen zijn ingediend door de aanvrager;

    • e. reeds eerder een aanvraag voor de betreffende productie is ingediend, deze door het bestuur is afgewezen en de aanvraag niet wezenlijk is veranderd;

    • f. de financiële positie van de aanvrager of een van de betrokken financiers of deelnemers dermate onzeker is dat dit risicovol is voor de uitvoering van de activiteiten;

    • g. de aanvrager geen CAO hanteert voor de uitbetaling van betrokkenen of anderszins afspraken heeft gemaakt die de betaling van een wettelijk minimumloon garanderen;

    • h. met het verlenen van de subsidie onder voorwaarden onvoldoende wordt bijgedragen aan de doelstelling van de regeling.

  • 7 De subsidie kan worden geweigerd indien de première van de productie, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, plaatsvindt binnen zes maanden dan wel later dan twee jaar na de indiendatum.

Artikel 2.3. Inhoud aanvraag

  • 1 In het plan wordt een beschrijving van de inhoud van de productie gegeven, waarbij tevens wordt beschreven hoe de aanvrager te werk wil gaan en met welke makers en partijen er wordt samengewerkt.

  • 2 Bij de aanvraag wordt een planning en een daarop aansluitende begroting en dekkingsplan gevoegd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan om een gedegen artistieke en productionele ontwikkeling mogelijk te maken van de activiteit waarvoor een subsidie onder voorwaarden wordt gevraagd. Ook wordt opgenomen hoe de kosten en inkomsten eruit zien als de voorstelling meer speelbeurten krijgt, bijvoorbeeld in een succesreprise, dan initieel voorzien.

Artikel 2.4. Vereisten algemeen

Een subsidie onder voorwaarden op grond van deze regeling kan slechts worden verstrekt, indien naar het oordeel van het bestuur:

  • a. aannemelijk is dat verlening van een subsidie onder voorwaarden noodzakelijk is voor het bereiken van het doel van de aanvraag;

  • b. voldoende vertrouwen bestaat dat het plan naar behoren kan worden uitgevoerd;

  • c. de aanvraag voldoet aan de vereisten, criteria en bepalingen genoemd in deze regeling.

Paragraaf 3. Beoordeling en besluit

Artikel 3.1. Beoordeling

Aanvragen die aan de vereisten in deze regeling voldoen, komen in aanmerking voor een subsidie onder voorwaarden als:

  • a. er een duidelijk verband is tussen de te verstrekken subsidie onder voorwaarden, de totale begroting en de te realiseren inkomsten;

  • b. aannemelijk is dat de aanvrager in staat is om de voorgenomen activiteiten succesvol uit te voeren;

  • c. aannemelijk is dat de voorgenomen activiteiten gerealiseerd kunnen worden conform de in de aanvraag begrote uitgaven en dat de begrote uitgaven redelijk en marktconform zijn;

  • d. het bij de aanvraag overgelegde financieringsplan haalbaar en solide is;

  • e. de geprognosticeerde inkomsten realistisch en haalbaar zijn.

Artikel 3.2. Hoogte en aard van de bijdrage

  • 1 De subsidie die kan worden verstrekt, kent een maximale hoogte van 20% van de begrote inkomsten, met een maximaal bedrag van 500.000 euro.

  • 2 Het bestuur kan een lager bedrag verlenen dan aangevraagd.

  • 3 De voorwaardelijke subsidie kan alleen worden toegezegd als de aanvrager aannemelijk kan maken dat de overige dekking realistisch is.

Artikel 3.3. Overeenkomst

  • 1 Het bestuur verbindt, in het geval een subsidie onder voorwaarden wordt verstrekt, aan het besluit de opschortende voorwaarde dat een overeenkomst tussen het Fonds Podiumkunsten en de aanvrager tot stand komt.

  • 2 In deze overeenkomst worden de aan de subsidie verbonden nadere verplichtingen vastgelegd. Onder meer zal hierin worden opgenomen:

    • a) de datum waarop wordt vastgesteld of de voorwaardelijke subsidie definitief wordt;

    • b) de wijze waarop de hoogte van het bedrag wordt vastgesteld dat wordt omgezet in een betaling;

    • c) het moment waarop het Fonds Podiumkunsten de betaling zal doen;

    • d) de afspraken die gelden voor het doen van een bijdrage aan het budget in het geval van een financieel succesvolle productie;

    • e) de consequenties van het niet nakomen van verplichtingen.

Artikel 3.4. Bijdrage bij succes

  • 1 In de situatie dat meer inkomsten worden gerealiseerd dan begroot, doet de aanvrager een bijdrage aan het budget van 20% van de extra inkomsten die zijn gerealiseerd ten opzichte van de begrote inkomsten.

  • 2 In de situatie dat een voorwaardelijke subsidie is verleend die lager is dan 20% van de begrote inkomsten geldt voor de bijdrage aan het budget dat lagere percentage.

  • 3 De verplichting tot het doen van een bijdrage geldt tot maximaal vijf jaar na het moment dat is bepaald of de voorwaardelijke subsidie wordt omgezet in een definitief toe te kennen bedrag. Indien de productie wordt hernomen in die vijf jaar gelden voor het doen van een bijdrage de voorwaarden, zoals die zijn afgesproken in de overeenkomst.

Paragraaf 4. De procedure

Artikel 4.1. Indienen van de aanvraag

  • 1 De aanvraag wordt digitaal ingediend.

  • 2 Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier.

  • 3 Het bestuur kan als onderdeel van de beoordelingsprocedure nadere informatie opvragen die noodzakelijk is voor het beoordelen van de aanvraag.

Artikel 4.2. Beoordeling

  • 1 Het bestuur kan advies vragen over ingediende aanvragen. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 2 Het bestuur kan een of meer aanvraagrondes vaststellen. In dat geval wordt een datum en tijdstip vastgesteld waarop aanvragen uiterlijk ontvangen dienen te zijn. Een dergelijk besluit wordt gepubliceerd op de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 3 Het bestuur informeert de aanvrager zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 13 weken na de datum uit het vorige lid schriftelijk over zijn besluit.

Artikel 4.3. Budget

  • 1 Het bestuur kan een of meer budgetten vaststellen.

  • 2 Het bestuur kan eerder vastgestelde budgetten verhogen of verlagen.

  • 3 Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 4 De bedragen die aan het einde van de overeenkomst niet worden omgezet in een toekenning worden toegevoegd aan het budget.

  • 5 Indien het beschikbare budget voor een ronde wordt overschreden, worden alle te verlenen voorwaardelijke bedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.

Artikel 4.4. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De ontvanger van de voorwaardelijke subsidie meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a) de activiteiten waarvoor de subsidie onder voorwaarden is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b) niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

    • c) er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan de subsidie onder voorwaarden is verstrekt.

  • 2 Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste lid opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 4.5. Verantwoording

  • 1 Na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum stuurt de aanvrager bewijsstukken waarmee kan worden aangetoond dat de activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden en dat is voldaan aan de in de beschikking en de overeenkomst verbonden verplichtingen.

  • 2 Daarnaast wordt een financieel verslag ingediend op basis waarvan een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de uitvoering van het ingediende plan door de aanvrager. Het financieel verslag sluit aan op de ingediende begroting en eventuele aanvullende afspraken tussen aanvrager en het Fonds Podiumkunsten die ten grondslag liggen aan het besluit tot verstrekking van een subsidie. Het financieel verslag dient te worden voorzien van een controleverklaring door een accountant. De controleverklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het bestuur vastgesteld model met inachtneming van een door het bestuur vastgesteld accountantsprotocol.

    Belangrijke verschillen tussen financieel verslag en begroting worden toegelicht. Van een belangrijk verschil is in ieder geval sprake als het gaat om een verschil van 5% ten opzichte van de begroting.

  • 3 Het bestuur besluit aan de hand van de verantwoording of de voorwaardelijke subsidie wordt omgezet in een definitief toe te kennen bedrag. Daarbij wordt gekeken in hoeverre de begrote inkomsten zijn gerealiseerd. De aanvraag en de daarbij ingediende begroting zijn leidend.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Overig

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 5.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 februari 2023.

Artikel 5.3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Investeringsregeling vrije producties.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

, d.d. 16 januari 2023

V. van Hulst,

directeur-bestuurder

Naar boven