Beleidsregel Redelijke opzegvergoedingen vergunninghouders 2023

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 01-06-2023 t/m heden

Besluit van de ACM tot vaststelling van de Beleidsregel Redelijke opzegvergoedingen vergunninghouders 2023

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. (begrippen)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • ACM: Autoriteit Consument en Markt;

  • eindeleveringsdatum: laatste dag waarop de levering van elektriciteit of gas op basis van een leveringsovereenkomst plaatsvindt;

  • leverancierswitch: wisseling van leverancier op een aansluiting;

  • leveringsovereenkomst: overeenkomst tussen een vergunninghouder en een kleinverbruiker voor de levering van elektriciteit of gas;

  • loyaliteitsbonus: cadeau, bonus, korting of andersoortige vergoeding die een vergunninghouder krachtens een leveringsovereenkomst verstrekt aan een kleinverbruiker als beloning voor het voltooien van een in de leveringsovereenkomst overeengekomen periode als klant;

  • opzegging: tussentijdse beëindiging van de leveringsovereenkomst of van een deel van de leveringsovereenkomst;

  • opzegmededelingsdatum: dag waarop de vergunninghouder de eerste mededeling ontvangt over de opzegging door de kleinverbruiker of een aankondiging van een leverancierswitch;

  • opzegvergoeding: vergoeding die een kleinverbruiker bij opzegging is verschuldigd aan een vergunninghouder krachtens een leveringsovereenkomst;

  • product: energieproduct elektriciteit of gas;

  • referentieproductaanbod: aanbod van een product waarvan de prijs door de vergunninghouder wordt gehanteerd voor de berekening van de opzegvergoeding;

  • vaste klikprijs: in een of meer perioden door de kleinverbruiker vast te zetten prijs voor de levering van een bepaalde hoeveelheid elektriciteit of gas door de vergunninghouder;

  • vergunninghouder: houder van een vergunning voor levering van elektriciteit aan kleinverbruikers als bedoeld in artikel 95a van de Elektriciteitswet 1998 of van een vergunning voor levering van gas aan kleinverbruikers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Gaswet;

  • welkomstcadeau: cadeau, bonus, korting of andersoortige vergoeding, anders dan een loyaliteitsbonus, die een vergunninghouder krachtens een leveringsovereenkomst verstrekt aan een kleinverbruiker bij het sluiten van deze overeenkomst, met inbegrip van een gehele of gedeeltelijke compensatie van een door een kleinverbruiker verschuldigde opzegvergoeding aan een andere vergunninghouder.

Artikel 2. (doel)

Bij het toezicht op de naleving van de artikelen 95b, eerste lid, en 95m, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en de artikelen 44, eerste lid, en 52b, achtste lid, van de Gaswet, beoordeelt de ACM aan de hand van deze beleidsregel of een opzegvergoeding die is opgenomen in de leveringsovereenkomst evenredig is en niet meer bedraagt dan het rechtstreeks economisch verlies dat de vergunninghouder lijdt als gevolg van de opzegging door de kleinverbruiker.

Artikel 3. (aard van de leveringsovereenkomst)

  • 1 De ACM acht een opzegvergoeding redelijk, in het geval van de opzegging door de kleinverbruiker van een:

    • a. leveringsovereenkomst met een vaste looptijd en een vaste prijs; of

    • b. leveringsovereenkomst met vaste looptijd en een vaste klikprijs, indien de opzegvergoeding is beperkt tot de resterende te leveren hoeveelheid elektriciteit of gas waarvoor de prijs daadwerkelijk is vastgezet.

  • 2 De ACM acht een opzegvergoeding in een andere leveringsovereenkomst dan is genoemd in het eerste lid niet redelijk.

  • 3 De ACM acht een opzegvergoeding eveneens niet redelijk, indien de vergunninghouder de leveringsovereenkomst opzegt.

Paragraaf 2. Hoogte van de opzegvergoeding

Artikel 4. (opzegvergoeding)

  • 1 De ACM acht een opzegvergoeding niet redelijk, indien de opzegvergoeding per product van de leveringsovereenkomst hoger is dan de rekenkundige uitkomst van de volgende formule:

    opzegvergoeding = (de overeengekomen prijs – de prijs van het referentieproductaanbod) x de resterende hoeveelheid,

    waarbij:

    de opzegvergoeding bestaat uit het bedrag van de opzegvergoeding, exclusief overheidsheffingen en belastingen, uitgedrukt in euro’s;

    de overeengekomen prijs bestaat uit de in euro’s uitgedrukte prijs per kilowattuur elektriciteit of kubieke meter gas, exclusief overheidsheffingen en belastingen, die is bepaald in de op te zeggen leveringsovereenkomst of op basis van deze leveringsovereenkomst is vastgezet;

    de prijs van het referentieproductaanbod bestaat uit de in euro’s uitgedrukte prijs per kilowattuur elektriciteit of kubieke meter gas, exclusief overheidsheffingen en belastingen, van het referentieproductaanbod, en die actueel is;

    de resterende hoeveelheid bestaat uit de in kilowattuur uitgedrukte hoeveelheid elektriciteit of het in kubieke meter uitgedrukte volume gas dat de kleinverbruiker gedurende de resterende looptijd van de leveringsovereenkomst van de vergunninghouder geleverd zou krijgen indien geen opzegging zou plaatsvinden.

  • 2 Indien de prijs van het referentieproductaanbod gelijk is aan of hoger is dan de overeengekomen prijs, bedoeld in het eerste lid, acht de ACM een opzegvergoeding redelijk als deze opzegvergoeding nihil is.

  • 3 Bij de toepassing van het eerste lid, beoordeelt de ACM of ten behoeve van de berekening van de resterende hoeveelheid, bedoeld in het eerste lid, in de leveringsovereenkomst een objectieve en transparante berekeningswijze is opgenomen die rekening houdt met een spreiding van de afname van elektriciteit of het verbruik van gas gedurende de resterende looptijd van de leveringsovereenkomst.

Artikel 5. (referentieproductaanbod)

  • 1 Bij de toepassing van artikel 4 beoordeelt de ACM of de leveringsovereenkomst de vindplaats vermeldt van een openbaar bekendgemaakt referentieproductaanbod dat geschikt is om de hoogte van de opzegvergoeding te berekenen.

  • 2 De ACM acht een referentieproductaanbod geschikt indien het gelijk is aan het aanbod dat door de kleinverbruiker is aanvaard bij het aangaan van de leveringsovereenkomst, waarbij de prijs van het referentieproductaanbod kan afwijken van de prijs in de leveringsovereenkomst. Als de vergunninghouder niet meer hetzelfde aanbod heeft, dan acht de ACM een referentieproductaanbod geschikt indien de vaste looptijd van het referentieproductaanbod gelijk is aan de vaste looptijd van de leveringsovereenkomst en de kenmerken van het referentieproductaanbod vergelijkbaar zijn met de kenmerken van deze leveringsovereenkomst.

  • 3 Indien niet kan worden voldaan aan het tweede lid, dan acht de ACM als geschikt referentieproductaanbod het aanbod van de vergunninghouder aan kleinverbruikers van het product met de hoogste prijs per kilowattuur elektriciteit of kubieke meter gas.

Artikel 6. (actuele prijs referentieproductaanbod)

  • 1 Bij de toepassing van artikel 4 acht de ACM de prijs van het referentieproductaanbod actueel indien de prijs geldt:

    • a. op de dag dat de kleinverbruiker een indicatie van de hoogte van de opzegvergoeding opvraagt, indien de prijs van het referentieproductaanbod wordt gehanteerd voor de berekening van deze indicatie; of

    • b. op de opzegmededelingsdatum, indien de prijs van het referentieproductaanbod wordt gehanteerd voor het berekenen van:

      • i. de voorlopige hoogte van de opzegvergoeding die de vergunninghouder aan de kleinverbruiker onmiddellijk mededeelt bij het ontvangen van de mededeling over de opzegging of het ontvangen van een aankondiging van een leverancierswitch; of

      • ii. de vast te stellen opzegvergoeding die de kleinverbruiker uiterlijk bij de eindfactuur ontvangt.

  • 2 In het geval van een referentieproductaanbod met een vaste klikprijs, acht de ACM de prijs van het referentieproductaanbod actueel indien de vergunninghouder de klikprijs hanteert die geldt voor dezelfde hoeveelheid elektriciteit of gas waarvoor de prijs op basis van de leveringsovereenkomst daadwerkelijk is vastgezet.

Paragraaf 2. Redelijke voorwaarden opzegvergoeding

Artikel 7. (transparantie)

  • 1 De ACM acht een voorwaarde over de opzegvergoeding redelijk indien in deze voorwaarde op transparante wijze is bepaald dat de kleinverbruiker een opzegvergoeding verschuldigd is bij de opzegging en de kleinverbruiker in staat stelt om inzicht te verkrijgen in de hoogte van de opzegvergoeding.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid, beoordeelt de ACM op basis van de leveringsovereenkomst of:

    • a. voor de kleinverbruiker kenbaar en navolgbaar is hoe de vergunninghouder de hoogte van de opzegvergoeding berekent en welk referentieproductaanbod daarvoor wordt gehanteerd;

    • b. de kleinverbruiker op ieder moment een indicatie kan verkrijgen van de hoogte van de opzegvergoeding op een door de kleinverbruiker aan te geven eindeleveringsdatum;

    • c. de vergunninghouder de kleinverbruiker onmiddellijk de voorlopige hoogte van de opzegvergoeding mededeelt nadat de vergunninghouder de mededeling ontvangt over de opzegging of over een aankondiging van een leverancierswitch;

    • d. de kleinverbruiker uiterlijk bij de eindafrekening de vastgestelde hoogte van de opzegvergoeding ontvangt.

Artikel 8. (uitgesloten termijnen)

De ACM acht een voorwaarde over de opzegvergoeding niet redelijk indien deze opzegvergoeding verschuldigd is voor een kleinverbruiker die:

  • a. de leveringsovereenkomst opzegt binnen de termijn, bedoeld in artikel 230o, eerste of tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, of, indien deze termijn niet van toepassing is, een andere bedenktermijn krachtens de leveringsovereenkomst; of

  • b. de leveringsovereenkomst opzegt in de periode van zeven kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de vaste prijsperiode volgens de leveringsovereenkomst afloopt.

Artikel 9. (bijzondere omstandigheden)

De ACM acht een voorwaarde over de opzegvergoeding niet redelijk indien deze voorwaarde niet voorziet in het verlagen of op nihil vaststellen van de opzegvergoeding in het geval van zodanige bijzondere omstandigheden dat het in rekening brengen van het vastgesteld bedrag van de opzegvergoeding onevenredig zou zijn.

Paragraaf 3. Redelijke voorwaarden terugvordering welkomstcadeau

Artikel 10. (terugvordering welkomstcadeau)

Indien de leveringsovereenkomst een voorwaarde bevat over de terugvordering van een welkomstcadeau in geval van opzegging acht de ACM een dergelijke voorwaarde slechts redelijk indien:

  • a. het verstrekte welkomstcadeau bestaat uit een geldbedrag, dat als welkomstcadeau is aangegeven in de leveringsovereenkomst en daarbij duidelijk is onderscheiden van een loyaliteitsbonus en van een opzegvergoeding;

  • b. het geldbedrag uiterlijk bij de tweede inning van het termijnbedrag voor de levering van elektriciteit of gas is verrekend of uitbetaald aan de kleinverbruiker;

  • c. de voorwaarde is beperkt tot de opzegging door de kleinverbruiker binnen een termijn van zes maanden vanaf de dag waarop de levering is gestart; en

  • d. niet meer dan 100% van het uitbetaalde geldbedrag wordt teruggevorderd.

Artikel 11. (geen inhouding of terugvordering loyaliteitsbonus)

De ACM acht een voorwaarde niet redelijk indien deze voorwaarde de vergunninghouder in staat stelt om de uitbetaling van een loyaliteitsbonus, die betrekking heeft op een als klant voltooide periode voorafgaand aan de opzegging, in te houden of terug te vorderen.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 12. (intrekking en overgangsrecht)

De Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders worden ingetrokken, met dien verstande dat deze richtsnoeren van toepassing blijven op de beoordeling door de ACM van de opzegvergoeding en voorwaarden in een leveringsovereenkomst met een vaste looptijd die is afgesloten vóór de dag waarop deze beleidsregel in werking treedt.

Artikel 13. (inwerkingtreding)

Indien het ‘Besluit wijziging Informatiecode elektriciteit en gas in verband met de vaststelling van de Beleidsregel Redelijke opzegvergoedingen vergunninghouders 2023’ na publicatie ervan in het Staatscourant in werking is getreden, treedt deze beleidsregel op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 14. (citeertitel)

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Redelijke opzegvergoedingen vergunninghouders 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 januari 2023

Autoriteit Consument en Markt

Namens deze:

C.M.L. Hijmans van den Bergh

Bestuurslid

Naar boven