Artikel 4. Prestaties
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In deze beleidsregel worden de volgende prestatiebeschrijvingen onderscheiden:
-
1. Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
2. Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
3. Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase;
-
4. Experimentprestatie: resultaatbeloning en zorgvernieuwing;
-
5. Coördineren van verblijf (regionale coördinatiefunctie);
-
6. Onderlinge dienstverlening;
-
7. Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt, verzorgd op
een afzonderlijke kamer;
-
8. Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19 patiënt, verzorgd
in een aparte Covid19 Unit.
De prestaties:
-
– Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
– Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
– Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase;
-
– Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19 patiënt, verzorgd
in een aparte Covid-19 Unit,
omvatten de volgende componenten:
-
• Verblijf voor zorg die medisch noodzakelijk is. Hierbij is inbegrepen de huisvestingskosten,
inventaris, eten en drinken, schoonmaak, linnengoed, outillagemiddelen, etc.
-
• 24-uurs beschikbaarheid en zorglevering van verpleging en/of verzorging.
-
• De geneeskundige zorg geleverd door de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk
gehandicapten. Bij de geneeskundige zorg is ook de diagnostiek, voor zover uitgevoerd
door de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten, inbegrepen.
Indien een specialist ouderengeneeskunde een geriatrisch assessment uitvoert ten behoeve
van toegang tot de geriatrisch revalidatiezorg, is dit niet opgenomen in de integrale
prestaties van het eerstelijnsverblijf.
-
• De psychologische zorg binnen eerstelijnsverblijf, die samenhangt met de indicatie
voor opname in het eerstelijnsverblijf.
-
• De paramedische zorg (fysiotherapie, oefentherapie Mensendieck/Cesar, logopedie, diëtetiek
en ergotherapie) binnen het eerstelijnsverblijf, die samenhangt met de indicatie voor
opname in het eerstelijnsverblijf.
1. Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking
De prestatie eerstelijnsverblijf laag complex is een prestatie per verblijfsdag en
heeft als kenmerk dat de zorglevering door de aard van de zorgvraag laag complex is.
Eerstelijnsverblijf laag complex is medisch noodzakelijk in verband met geneeskundige
zorg zoals huisartsen plegen te bieden, en gaat al dan niet gepaard met verpleging,
verzorging of paramedische zorg, voor een enkelvoudige aandoening of beperking. Onder
de prestatie valt ook de psychologische zorg binnen het eerstelijnsverblijf, zoals
bedoeld in artikel 1 van de beleidsregel.
Hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen wordt aan de patiënt verleend.
2. Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of
beperkingen die elkaar beïnvloeden
De prestatie eerstelijnsverblijf hoog complex is een prestatie per verblijfsdag en
heeft als kenmerk dat de zorglevering door de aard van de zorgvraag hoog complex is.
Eerstelijnsverblijf hoog complex is medisch noodzakelijk in verband met geneeskundige
zorg zoals huisartsen plegen te bieden, en gaat al dan niet gepaard met verpleging,
verzorging of paramedische zorg, voor meerdere en elkaar beïnvloedende aandoeningen
of beperkingen. Onder de prestatie valt ook de psychologische zorg binnen het eerstelijnsverblijf,
zoals bedoeld in artikel 1 van de beleidsregel.
Algemene dagelijkse levensverrichtingen worden van de patiënt overgenomen en er wordt
toezicht en sturing geboden.
3. Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg
in de laatste levensfase
De prestatie eerstelijnsverblijf palliatief terminale zorg is een prestatie per verblijfsdag
en heeft als kenmerk dat sprake is van zorg voor een patiënt, waarbij de levensverwachting
van de patiënt volgens de behandelend arts drie maanden of korter zal zijn.
Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg is medisch noodzakelijk in verband
met geneeskundige zorg zoals huisartsen plegen te bieden, en gaat al dan niet gepaard
met verpleging, verzorging of paramedische zorg, vanwege een levensbedreigende ziekte
of aandoening met een levensverwachting van minder dan drie maanden. Onder de prestatie
valt ook de psychologische zorg binnen het eerstelijnsverblijf, zoals bedoeld in artikel 1 van de beleidsregel.
Algemene dagelijkse levensverrichtingen worden van de patiënt veelal overgenomen,
aansluitend bij het verloop van deze terminale levensfase.
4. Experimentprestatie: resultaatbeloning en zorgvernieuwing
De experimentprestatie resultaatbeloning en zorgvernieuwing is een prestatie waarbinnen
kan worden geëxperimenteerd met de bekostiging van eerstelijnsverblijf, voor zover
het gaat om individueel aan de patiënt toewijsbare zorg.
Binnen de prestatie kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken maken over
het belonen van uitkomsten van zorg of zorgvernieuwing op lokaal niveau.
De experimentprestatie resultaatbeloning en zorgvernieuwing komt in plaats van de
reguliere bekostiging, te weten de prestaties eerstelijnsverblijf laag complex, eerstelijnsverblijf
hoog complex of eerstelijnsverblijf palliatief terminale zorg. De declaratie-eenheid
is vrij.
De experimentprestatie kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een schriftelijke
overeenkomst is gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de patiënt. In
de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg, de declaratie-eenheid, de duur
en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.
5. Coördineren van verblijf (regionale coördinatiefunctie)
De prestatie coördineren van verblijf is een prestatie waarbinnen de zorg geleverd
door een regionaal coördinatiepunt kan worden bekostigd. Een coördinatiefunctie verblijf
omvat in ieder geval de volgende vier functionaliteiten:
-
1. Triage conform de omschrijving van het afwegingsinstrument voor opname eerstelijnsverblijf,
waarbij relevante kennis en vaardigheden beschikbaar moeten zijn en er minimaal zeven
dagen per week tot 22.00 uur toegang is tot intercollegiaal consult van de specialist
ouderengeneeskunde;
-
2. 24/7 bereikbaarheid en inzicht in beschikbare capaciteit, waarbij de gekozen regionale
infrastructuur geschikt moet zijn voor toekomstige verbreding naar andere zorgvormen;
-
3. Monitoring en evaluatie van het functioneren van de regionale coördinatiefunctie verblijf,
op gestructureerde wijze met betrokkenheid van verwijzers en andere gebruikers en
periodieke communicatie over de ontwikkeling en voortgang van de coördinatiefunctie;
-
4. Kwaliteit- en effectmeting regionale coördinatiefunctie verblijf, onder verantwoordelijkheid
van betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar en met deelname van verwijzers.
De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een schriftelijke
overeenkomst is gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de patiënt. In
de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg, de declaratie-eenheid, de duur
en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.
6. Onderlinge dienstverlening
De prestatie onderlinge dienstverlening betreft de levering van een (deel)prestatie
of van een geheel van prestaties op het gebied van eerstelijnsverblijf door een zorgaanbieder
in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in
dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder
wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.
7. Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt, verzorgd
op een afzonderlijke kamer
De prestatie ‘Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt,
verzorgd op een afzonderlijke kamer’ omvat een toeslag voor de meerkosten gemaakt
ten behoeve van Covid-19 zorg in het eerstelijnsverblijf.
Deze prestatie mag alleen in rekening worden gebracht wanneer aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
-
– Er is sprake van een Covid-19 besmetting bij de patiënt, vastgesteld door middel van
een PCR-test, waarbij de patiënt op een afzonderlijke kamer voor Covid-19 zorg verblijft;
-
– Covid-19 wordt gezien wordt als een type A meldingsplichtig virus, vastgesteld door
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Deze prestatie mag alleen in combinatie met één van de volgende prestaties in rekening
worden gebracht:
-
1. Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
2. Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
3. Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase;
-
4. Experimentprestatie: resultaatbeloning en zorgvernieuwing.
8. Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19 patiënt, verzorgd
in een aparte Covid-19 Unit
De prestatie ‘Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19
patiënt, verzorgd in een aparte Covid-19 Unit’ is een prestatie per verblijfsdag.
Deze prestatie mag alleen in rekening worden gebracht wanneer aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
-
– Er is sprake van een Covid-19 besmetting bij de patiënt, waarbij de patiënt op een
geclusterde afdeling voor Covid-19 zorg verblijft; en
-
– Het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) heeft de zorgaanbieder aangewezen deze
zorg beschikbaar te stellen.
-
– Er is een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar
van de patiënt.
Deze prestatie mag niet in combinatie met de volgende prestaties worden gedeclareerd:
-
1. Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
2. Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
3. Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase;
-
4. Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt, verzorgd op
een afzonderlijke kamer;
-
5. Experimentprestatie: resultaatbeloning en zorgvernieuwing.
Artikel 5. Tarieven
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
1. Tariefsoort
Voor de prestaties:
-
– Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
– Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
– Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase;
-
– Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt, verzorgd op
een afzonderlijke kamer;
-
– Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19 patiënt, verzorgd
in een aparte Covid-19 Unit,
gelden maximumtarieven per dag.
Voor de prestaties:
-
– Experimentprestatie: resultaatbeloning en zorgvernieuwing;
-
– Coördineren van verblijf (regionale coördinatiefunctie);
-
– Onderlinge dienstverlening,
gelden vrije tarieven.
2. Totstandkoming tarieven
-
1. De tarieven voor de prestaties eerstelijnsverblijf laag complex, hoog complex en palliatief
terminale zorg zijn gebaseerd op de volgende onderdelen:
-
– Een loon- en materiële kostencomponent (LMC);
-
– Een normatieve huisvestingscomponent (NHC);
-
– Een normatieve inventariscomponent (NIC);
-
– In de tarieven is daarnaast een rentevergoeding op het genormeerd eigen vermogen (VGREV)
opgenomen van 1,17%.
-
– Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) plaats van de tariefcomponenten. De wijze
van indexeren is geregeld in artikel 5.3.
De onderbouwing van deze maximumtarieven staat in het ‘Verantwoordingsdocument Toelichting
op de berekening van de tarieven in het eerstelijnsverblijf’, dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.
-
2. Het tarief voor de prestatie ‘Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele
Covid-19 patiënt, verzorgd op een afzonderlijke kamer’ is gebaseerd op;
-
– Een loon-, materiële – en kapitaalkostencomponent;
-
– In de tarieven is daarnaast een rentevergoeding op het genormeerd eigen vermogen (VGREV)
opgenomen van 1,17%;
-
– Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) plaats van de tariefcomponenten. De wijze
van indexeren is geregeld in artikel 5.3.
De onderbouwing van dit maximumtarief staat in het verantwoordingsdocument ‘Verantwoording
tarieven 2023, Prestaties elv Covid bedden’, dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.
-
3. Het tarief voor de prestatie ‘Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg
aan Covid-19 patiënt, verzorgd in een aparte Covid-19 Unit’ is gebaseerd op:
-
– Een loon-, materiële- en kapitaalkostencomponent;
-
– In de tarieven is daarnaast een rentevergoeding op het genormeerd eigen vermogen (VGREV)
opgenomen van 1,17%;
-
– Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) plaats van de tariefcomponenten. De wijze
van indexeren is geregeld in artikel 5.3.
De onderbouwing van dit maximumtarief staat in het verantwoordingsdocument ‘Verantwoording
tarieven 2023, Prestaties elv Covid bedden’, dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.
3. Indexatie
De tarieven voor de prestaties:
-
– Eerstelijnsverblijf laag complex: verblijf en zorg bij één aandoening of beperking;
-
– Eerstelijnsverblijf hoog complex: verblijf en zorg bij meerdere aandoeningen of beperkingen
die elkaar beïnvloeden;
-
– Eerstelijnsverblijf voor palliatief terminale zorg: verblijf en palliatieve zorg in
de laatste levensfase,
worden jaarlijks trendmatig aangepast.
-
• De loonkosten worden geïndexeerd op basis van de door het Ministerie van VWS aangegeven
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). Voor de materiële kosten
wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie (PPC) uit het Centraal
Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CEP).
-
• Met de brief van 20 september 2022 (kenmerk 3434939-1035019-FEZ) heeft VWS de NZa
opdracht gegeven om voor de tariefberekening 2023 incidenteel aan te sluiten op de
ramingen uit de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Dit geldt
zowel voor de personele index als de materiële index.
-
• De toe te passen index op de loon- en materiële kostencomponent is het gewogen gemiddelde
van de loon- en materiële indices, waarbij wordt uitgegaan van verhoudingspercentages
tussen loon- en materiële kosten per eerstelijnsverblijf prestatie. Deze verhoudingspercentages
zijn terug te vinden in tabel 11 van het ‘Verantwoordingsdocument Toelichting op de
berekening van de tarieven in het eerstelijnsverblijf’.
-
• Voor de normatieve inventariscomponent geldt de index voor materiële kosten.
-
• De normatieve huisvestingscomponent wordt jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
De tarieven voor de prestaties:
-
– Toeslag eerstelijnsverblijf voor zorg aan individuele Covid-19 patiënt, verzorgd op
een afzonderlijke kamer;
-
– Eerstelijnsverblijf in combinatie met geclusterde zorg aan Covid-19 patiënt, verzorgd
in een aparte Covid-19 Unit,
worden jaarlijks trendmatig aangepast.
-
• De loonkosten worden geïndexeerd op basis van de door het Ministerie van VWS aangegeven
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). Voor de materiële kosten
wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie (PPC) uit het Centraal
Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CEP).
-
• Met de brief van 20 september 2022 (kenmerk 3434939-1035019-FEZ) heeft VWS de NZa
opdracht gegeven om voor de tariefberekening 2023 incidenteel aan te sluiten op de
ramingen uit de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Dit geldt
zowel voor de personele index als de materiële index.
-
• De kapitaallasten worden jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
-
• De toe te passen index op de loon-, materiële – en kapitaalkostencomponent is het
gewogen gemiddelde van de loon-, materiële en kapitaalindices. Deze verhoudingspercentages
zijn terug te vinden in tabel 7 en 8 van het verantwoordingsdocument ‘Verantwoording
tarieven 2023, Prestaties elv Covid bedden’.
4. Max-maxtarieven
De maximumtarieven, berekend op basis van artikel 5.2, kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst
tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar ten grondslag ligt.
Dit zogenaamde max-maxtarief kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan (a) de
zorgverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief is overeengekomen, of (b) de verzekerde
ten behoeve van wie een zorgverzekering met betrekking tot eerstelijnsverblijf is
gesloten bij een zorgverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk
is overeengekomen.
Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van artikel 5.2 kan aan eenieder in rekening worden gebracht.