Beschrijving
De richtlijn bevat de meest voorkomende varianten van kindermishandeling. Omdat kindermishandelingszaken
een grote variëteit kennen, blijft maatwerk geboden. Deze richtlijn kent een eigen
recidiveregeling.
-
•
Kindermishandelingszaken met een zedenaspect vallen buiten de reikwijdte van deze
richtlijn. Voor zaken met een zedenaspect wordt verwezen naar de Richtlijn voor strafvordering
seksueel misbruik minderjarigen.
-
• Voor overige kindermishandelingszaken dient wel de onderhavige richtlijn te worden
gebruikt.
Uitgangspunten strafeis
Bij het bepalen van de strafmaat moet als uitgangspunt de bescherming van kinderen
gelden. Het geweld jegens een of meer kinderen moet zo snel mogelijk stoppen. Dat
betekent dat rekening moet worden gehouden en overleg moet worden gevoerd met de hulpverlening
die aan het gezinssysteem wordt aangeboden. Er vindt bij het bepalen van de strafmaat
afstemming plaats met ketenpartners als Veilig Thuis, de Reclasseringen de Raad voor
de Kinderbescherming. Waar mogelijk zorgt de straf voor een aanvulling op eventuele
parallelle civielrechtelijke beslissingen.
Daarnaast mag bij het bepalen van de strafmaat niet uit het oog worden verloren dat
het Openbaar Ministerie een belangrijke normstellende rol heeft. En ook het aspect
van vergelding moet voldoende doorklinken in de strafmaat. Het is van belang dat in
de strafeis doorklinkt dat wat het kind is aangedaan strafbaar is en in deze samenleving
niet wordt geaccepteerd. Deze normering en de bestraffing van de dader kan het kind
onder meer helpen bij het herstel van de psychische schade.
Dit gegeven brengt de volgende uitgangspunten met zich mee:
-
• Kindermishandelingszaken moeten in beginsel voor de rechter worden gebracht.
-
• Een beleidssepot is in kindermishandelingszaken in beginsel niet toegestaan nu het geen recht doet aan de aard en de ernst van het strafbare feit.
-
• Een geldboete is in beginsel evenmin toegestaan nu dit evenmin recht doet aan de aard
en ernst van het feit. Daarnaast raakt een geldboete in veel gevallen de gezinsfinanciën
en daarmee de leefsituatie van het kind.
-
• Een kale taakstraf is in beginsel geen goede afdoening. Kindermishandeling staat zelden
op zichzelf en met een kale taakstraf wordt de onderliggende problematiek niet aangepakt.
Voorwaardelijk strafdeel en proeftijd
Bij kindermishandelingszaken is vaak sprake van achterliggende (agressie)problematiek.
In de strafeis wordt zoveel mogelijk een voorwaardelijk strafdeel opgenomen, teneinde
de verdachte in een gedwongen kader aan de achterliggende problematiek te laten werken
en/of het kind te beschermen. Hiermee kan de inzet van of door instanties als Veilig
Thuis, de Reclassering of de Raad voor de Kinderbescherming worden ondersteund.
Als bijzondere voorwaarde (14c Sr) kan gedacht worden aan:
-
• gedwongen behandeling
-
• meldplicht bij de reclassering
-
• het volgen van een erkende gedragsinterventie of training
-
• een verbod op het gebruik van alcohol en/of drugs, en/of
-
• een contact- en/of een locatieverbod, al dan niet ondersteund door elektronisch toezicht
Ook kan als bijzondere voorwaarde een verbod om met kinderen te werken worden opgenomen
(bijvoorbeeld bij een leid(st)er van een kinderdagverblijf) (14c lid 2 sub 14 Sr). Als sprake is van (zware) mishandeling gepleegd met voorbedachten rade gepleegd
in een beroep, kan ook worden gedacht aan ontzetting van de uitoefening van dat beroep
(art. 301, 303 en 305 Sr).
Het is mogelijk een langere proeftijd te vragen als er ernstig rekening mee moet worden
gehouden dat veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of
gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen
(artikel 14b lid 2 Sr). Dit speelt met name in zwaardere kindermishandelingszaken, als er andere kinderen
aanwezig zijn en vanwege de mogelijkheid dat er nieuwe kinderen worden geboren.
Denk aan de mogelijkheid van het vragen van dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden
of van vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 14e/38v Sr). Een contactverbod of locatieverbod/gebod kan bijvoorbeeld ook als een vrijheidsbeperkende
maatregel geëist worden. Dit heeft ook de voorkeur, zodat bij overtreding van het
contact/locatieverbod de verplichte hulpverlening kan worden voortgezet.
Vergeet verder niet de mogelijkheden van 38z Sr bij zwaardere delicten (bij veroordeling tot gevangenisstraf wegens een misdrijf
waarop 4 jaar of meer gevangenisstraf is gesteld) of bij terbeschikkingstelling.
Ten slotte, gelet op het feit dat kindermishandeling en (zware) psychische problematiek
vaak samen gaan is het goed om vooraf goed na te denken over de mogelijkheid terbeschikkingstelling
met dwangverpleging dan wel met voorwaarden.
Psychische kindermishandeling
Psychische (kinder)mishandeling kent geen aparte strafbaarstelling in Nederland. Vervolging
is wél mogelijk, op basis van de artikelen 284, 285, 285b en 300 Sr. De beoordelaar bekijkt of één of meer van deze strafbepalingen van toepassing zijn
op een specifieke casus.
Denk bij bijvoorbeeld opsluiting van een kind ook aan wederrechtelijke vrijheidsbeneming
(282 Sr) of dwang (284 Sr).
Basiscasus/delict
Geweldsdelict jegens een kind in een afhankelijkheidsrelatie
|
|
first offender
|
1x recidive*
|
Mishandeling/ psychische mishandeling (zoals opsluiting/vernedering/
verwaarlozing/ blootstelling
aan partnergeweld)
art. 300, 304 Sr
|
Geen letsel
Slaan/stevig vastpakken
Bij keel pakken en kort
dichtknijpen
|
(eis) TS 40 uur
(evt deels vw)
(eis) TS 80 uur (evt deels vw)
|
TS 60 uur + GS 1 mnd
(evt deels vw)
TS 120 uur + GS 1 mnd
(evt deels vw)
|
Licht letsel
Blauwe plekken/
schaafwonden
|
(eis) TS 60 uur (evt deels vw)
|
TS 80 uur + 1 mnd GS
(evt deels vw)
|
Zwaarder letsel
Slaan met (hard) voorwerp/
psychische mishandeling
Ernst/duur/frequentie van de
psychische mishandeling
strafmaat verhogend.
|
TS 120 uur + GS 2 mnd
(evt deels vw)
|
GS vanaf 3 mnd
(evt deels vw)
|
|
|
|
Poging zware mishandeling
art. 302/45 Sr
Geen wapen
|
Geen letsel
|
GS vanaf 10 wkn
(evt deels vw)
|
GS vanaf 12 wkn
(evt deels vw)
|
|
Licht letsel
|
GS vanaf 12 wkn
(evt. deels vw)
|
GS vanaf 16 wkn
(evt. deels vw)
|
|
Zwaarder letsel
|
GS vanaf 15 wkn
(evt. deels vw)
|
GS vanaf 4 mnd
(evt. deels vw)
|
Slag/stootwapen
Steekwapen = + 4 wkn GS
|
Geen letsel
|
GS vanaf 12 wkn
(evt. deels vw)
|
GS vanaf 5 mnd
(evt. deels vw)
|
|
Licht letsel
|
GS vanaf 15 weken
(evt. deels vw)
|
GS vanaf 5 mnd
(evt. deels vw)
|
|
Zwaarder letsel
|
GS vanaf 4 mnd
(evt deels vw)
|
GS vanaf 6 mnd
(evt. deels vw)
|
Zware mishandeling
art. 302 Sr
|
Stompen tegen hoofd en/of
schoppen tegen lichaam/
ergens af of in duwen
Voor AHT** zie strafmaat
poging doodslag
Blijvende invaliditeit
(bij kinderen soms lastig vast
te stellen. Prognose waar
mogelijk meewegen in
strafmaat)
|
GS 8 – 24 mnd
(evt. deels vw)
24 – 40 mnd
(evt. deels vw)
|
maatwerk
|
|
Gooien, slaan met voorwerp, brandwonden/littekens door
bijtende stof/toedienen drugs/
steken met mes of
vergelijkbaar voorwerp/
slagwapen op hoofd
Blijvende invaliditeit
(bij kinderen soms lastig vast
te stellen. Prognose waar
mogelijk meewegen in
strafmaat)
|
GS 16 – 30 mnd
(evt deels vw)
GS 36 mnd – tot 5 jaar
(indien oogmerk tot
verminking hoger dan 5 jaar)
(evt deels vw)
|
maatwerk
|
Poging doodslag (ook AHT**)
art. 287/45 Sr
|
|
GS 4 – 8 jaar
(evt deels vw)
|
maatwerk
|
Doodslag/moord (ook AHT**)
art. 287, 289 Sr
|
|
GS 8 – 12 jaar
|
maatwerk
|
Verlaten van hulp-
behoevende
art. 255 Sr
|
Bij niet ingrijpen bij mishandeling/(poging) zware mishandeling/poging doodslag
of doodslag en/of PCF of
kindermoord gepleegd door een ander/partner.
Ernst/duur/frequentie van de mishandeling strafmaat
verhogend.***
|
TS vanaf 200 uur +
GS 6 mnd vw
|
GS vanaf 5 mnd
(evt. deels vw)
|
Kinderdoodslag/kindermoord
art. 290/291 Sr
|
|
GS 15 – 48 mnd
(evt. deels vw)
|
maatwerk
|
PCF – Pediatric Condition Falsification (Münchausen
by Proxy) en/of opzettelijk
benadelen van de gezondheid
(vanaf duur half jaar)
|
|
GS 15 – 48 mnd
(evt. deels vw)
|
maatwerk
|
Bijzonderheden
*Let op het taakstrafverbod van art. 22b Sr. En zie hieronder bij strafverzwarend.
|
|
In de strafmaten is er vanuit gegaan dat aan het voorwaardelijke deel een reclasseringstoezicht
of gedwongen behandeling wordt gekoppeld. Werkt de verdachte niet mee aan rapportage
of wordt toezicht geweigerd, dan dient dit te leiden tot verhoging van het onvoorwaardelijke
strafdeel. Indien het toezicht ook het volgen van een training inhoudt die een aanzienlijk
aantal uren in beslag zal nemen, dan kan hiermee in het voordeel van verdachte rekening
worden gehouden in het te eisen onvoorwaardelijke deel van de straf.
|
|
Strafverzwarend onder andere:
In vereniging gepleegd (medeplegen)
Lange duur/hoge frequentie
Meerdere slachtoffers
Geweld tijdens/na kinderontvoering
Meermalen recidive
(Ernstige) recidive
|
|
Strafverminderend onder andere:
Actief hulp gezocht of aanvaard
|
|
Niet straf verlagend mag zijn het feit dat kinderen onder toezicht zijn gesteld of
zelfs uit huis zijn geplaatst. Hetzelfde geldt voor een bestuursrechtelijk opgelegd
tijdelijk huisverbod. Deze civielrechtelijke maatregelen zijn genomen ter bescherming
van het kind en staan los van de strafzaak.
|
** AHT is een afkorting voor Abusive Head Trauma, de medische term voor hoofd- en
netletsel bij kinderen door fysieke kindermishandeling. Hieronder wordt ook het Shaken
baby syndrome gerekend.
|
*** richtlijn met name bedoeld voor in de steek laten van kinderen die zwaar of langdurig
worden mishandeld. 255 Sr bij één enkele mishandeling zal minder snel voorkomen omdat aangetoond moet worden
dat verdachte op de hoogte was en desondanks naliet om het kind te beschermen.
|
Legenda
Afkortingen
GS = gevangenisstraf
TS = taakstraf
wkn = weken
mnd = maanden
vw = voorwaardelijk
Voor een toelichting op de onderstreepte begrippen zie de Aanwijzing kader voor strafvordering
meerderjarigen.