Instellingsbesluit Monitoringcomité AMIF, ISF en BMVI

[Regeling vervalt per 01-01-2030.]
Geraadpleegd op 03-05-2025.
Geldend van 22-12-2022 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 december 2022, nummer 4357330, tot instelling van een Monitoringcomité AMIF, ISF en BMVI (Instellingsbesluit Monitoringcomité AMIF, ISF en BMVI)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op de artikelen 38, 39 en 40 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU L 231/159);

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de auditautoriteit: de Auditdienst Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • b. de beheerautoriteit: de directeur Regie Migratieketen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

  • c. de intermediaire instantie: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • d. de Verordening: Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU L 231/159);

  • e. het comité: het comité, bedoeld in artikel 2.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1 Het comité bestaat uit de volgende leden met stemrecht:

    • a. de directeur Migratiebeleid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • b. de directeur Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • c. de directeur strategie, analyse en bedrijfsvoering van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • d. de directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding van het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • e. de directeur Politieel beleid en taakuitvoering van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio's van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • f. de directeur Jeugd, Familie en Criminaliteitsfenomenen van het directoraat-generaal Straffen en Beschermen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • g. de directeur directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • h. een afgevaardigde van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

    • i. een vertegenwoordiger van het College voor de Rechten van de Mens;

    • j. een vertegenwoordiger van het Sociaal Cultureel Planbureau;

    • k. de Chief Information Security Officer van de Directie Regie Migratieketen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • 2 Het comité bestaat uit de volgende leden met een raadgevende stem:

    • a. de directeur Regie Migratieketen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • b. de directeur Europese en Internationale Aangelegenheden van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • c. de directeur Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • d. de directeur Innovatie en Kennis van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

    • e. een vertegenwoordiger van de intermediaire instantie;

    • f. een vertegenwoordiger van de auditautoriteit;

    • g. een vertegenwoordiger van de Europese Commissie.

  • 3 Ieder lid kan zich laten vertegenwoordigen door een gemandateerde vervanging.

Artikel 6. Taken

  • 1 Het comité onderzoekt:

    • a. de vooruitgang bij de uitvoering van de programma’s en bij het bereiken van de tussen- en einddoelen;

    • b. alles wat van invloed is op de prestaties van de programma’s en de maatregelen die genomen worden om daar wat aan te doen;

    • c. wat de programma’s kunnen doen aan de problemen die worden genoemd in de landspecifieke aanbevelingen in verband met de uitvoering van het programma;

    • d. de vorderingen van evaluaties, samenvattingen van evaluaties en het vervolg dat aan de bevindingen van de evaluaties wordt gegeven;

    • e. de uitvoering van acties op het gebied van communicatie en zichtbaarheid;

    • f. de vorderingen met de uitvoering van concrete acties van strategisch belang, indien van toepassing;

    • g. of aan de randvoorwaarden wordt voldaan en of die tijdens de gehele programmeringsperiode in acht genomen worden;

    • h. de vorderingen met de opbouw van administratieve capaciteit bij overheidsinstanties, partners en begunstigden, naargelang het geval.

  • 2 Het comité hecht zijn goedkeuring aan:

    • a. de methode en de criteria voor de selectie van concrete acties;

    • b. de jaarlijkse prestatieverslagen van de door het AMIF, het ISF en het BMVI gesteunde programma’s;

    • c. het evaluatieplan en wijzigingen daarvan;

    • d. voorstellen van de beheerautoriteit om een programma te wijzigen, met inbegrip van overdrachten als bedoeld in de artikelen 24, vijfde lid en 26, van de Verordening.

  • 3 Het comité kan aanbevelingen doen aan de beheerautoriteit, onder meer over maatregelen om de administratieve lasten voor begunstigden te verminderen.

Artikel 7. Nadere regeling werkzaamheden

Het comité kan zijn werkzaamheden nader regelen binnen het kader van de Verordening en de ter uitvoering daarvan genomen ministeriële besluiten.

Artikel 9. Beheer van de bescheiden

Het beheer van de bescheiden van het comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 10. Archiefbescheiden

Het archief van het comité wordt na afloop van de werkzaamheden overgebracht naar het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2030.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Monitoringcomité AMIF, ISF en BMVI.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 december 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg