Regeling vergoeding deskundigenkosten Rijkswaterstaat

Geraadpleegd op 01-05-2024.
Geldend van 03-12-2022 t/m heden

Beleidsregel vergoeding deskundigenkosten Rijkswaterstaat

De directeur-generaal van Rijkswaterstaat,

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en gelet op het feit dat het bij de verwerving van onroerende zaken en beëindiging van een aantal rechten door de Staat (Rijkswaterstaat) ter voorkoming van gerechtelijke onteigening veelal redelijk is de wederpartij een vergoeding te verlenen voor de daartoe in redelijkheid gemaakte kosten van deskundige bijstand;

Besluit

tot vaststelling van de navolgende beleidsregel:

Artikel 1

Bij minnelijke grondverwerving en beëindiging van rechten, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Onteigeningswet, door Rijkswaterstaat ter voorkoming van gerechtelijke onteigening, hanteert de Minister de volgende formule om het forfaitaire bedrag te berekenen exclusief btw voor de vergoeding van de kosten van deskundige bijstand:

2% van de schadeloosstelling met een minimum van € 2.250,– en een maximum van € 20.000,–

Artikel 2

De vergoeding in de kosten van deskundige bijstand wordt uitsluitend vergoed indien de rechthebbende aantoont dat deskundige bijstand ook daadwerkelijk is verleend.

Artikel 3

Bij gegronde redenen kan van de in artikel 1 genoemde bedragen naar boven of naar beneden worden afgeweken, zowel op verzoek van een rechthebbende als ambtshalve door de Minister, op basis van de door de rechthebbende te verstrekken specificatie van de bestede uren.

Artikel 4

  • 1 Indien een rechthebbende verzoekt om afwijking van de vergoeding als bedoeld in artikel 1, onderbouwt en verantwoordt de rechthebbende het verzoek. Die verantwoording bevat ten minste een specificatie waarop de aard van de verrichtingen, het uurtarief, de data en de tijdsbesteding zijn vermeld.

  • 2 Bij de beoordeling van een verzoek als bedoeld in artikel 3, hanteert de Minister de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 50 Onteigeningswet. Dat betekent dat bezien wordt of het inroepen van de deskundige bijstand redelijk was en welke vergoeding daarvoor redelijk is.

Artikel 5

Bij de toepassing van de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 4 gaat de Minister uit voor een marktconforme vergoeding voor de inzet van de verlener van deskundige en/of juridische bijstand.

Artikel 6. Overgangsrecht

Deze beleidsregel is ook van toepassing voor minnelijke aankoopgesprekken die reeds waren opgestart vòòr inwerkingtreding van deze beleidsregel, maar waarover pas prijsovereenstemming is of zal worden bereikt over de verwerving van onroerende zaken en de beëindiging van rechten, na de datum van vaststelling van het besluit.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet of uiterlijk 5 jaar na vaststelling van deze beleidsregel zal deze geëvalueerd worden en indien nodig aangepast.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant gepubliceerd worden.

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Regeling vergoeding deskundigenkosten Rijkswaterstaat.

Den Haag, 1 november 2022

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

M.C.A. Blom

Naar boven