Besluit De Ruytermedaille

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 09-11-2022 t/m heden.

Besluit van 29 oktober 2022, houdende instelling van de De Ruytermedaille (Besluit De Ruytermedaille)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 19 oktober 2022, nr. IenW/BSK-2022/235952, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op het advies van de Kanselier der Nederlandse Orden van 6 oktober 2022;

Overwegende dat het bij het koninklijk besluit van 23 maart 1907, no 1, ingestelde en bij het koninklijk besluit van 21 februari 1949, no 63, aangevulde ereteken geschikt is gebleken voor het belonen van schippers, stuurlieden en verdere leden van de bemanning van koopvaardij- en vissersschepen en andere personen die zich door verdienstelijke daden voor de Nederlandse scheepvaart hebben onderscheiden, doch dat het noodzakelijk is gebleken dit besluit, met handhaving van zijn beginselen, te herzien;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • het ereteken: De Ruytermedaille;

  • modelversiersel: het ereteken dat wordt uitgereikt;

  • miniatuurversiersel: verkleinde versie van het ereteken;

  • draagteken: het draagteken voor dagelijks gebruik.

Artikel 3

  • 1 Er is een ereteken voor schippers, stuurlieden en verdere leden van de bemanning van koopvaardij- en vissersschepen en andere personen die zich door verdienstelijke daden voor de Nederlandse scheepvaart hebben onderscheiden.

  • 2 Het ereteken is ingesteld ter gelegenheid van de herdenking van de geboorte van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, luitenant-admiraal-generaal van Holland en West-Friesland, geboren te Vlissingen op 24 maar 1607.

  • 3 Het ereteken zal de naam dragen van «De Ruytermedaille».

  • 4 Het ereteken kan worden toegekend in goud, zilver of brons.

Artikel 4

Het ereteken wordt op voordracht van Onze Minister door Ons toegekend aan:

  • a) zeevarenden die zich bij de uitoefening van hun functie hebben onderscheiden door uitzonderlijke daden van zeemanschap, of

  • b) hen die zich door bijzondere prestaties op nautisch of scheepstechnisch gebied bijzondere verdiensten hebben verworven voor de Nederlandse scheepvaart.

Artikel 5

  • 1 Het ereteken kan worden toegekend aan Nederlanders en aan niet-Nederlanders.

  • 2 Het ereteken wordt, zowel in goud, zilver als brons, éénmalig toegekend.

  • 3 Het ereteken wordt niet postuum toegekend.

Artikel 6

  • 1 Het modelversiersel van het ereteken bestaat uit een ronde medaille in goud, zilver of brons met een middellijn van 28 mm. De voorzijde toont het borstbeeld van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, met het omschrift «M.Az.DE.RUYTER.1607.24.maart.1907.». De keerzijde toont het wapen van Michiel Adriaanszoon de Ruyter met het omschrift «Koninklijke beloning voor verdienste voor de Nederlandse Scheepvaart».

  • 2 Het modelversiersel van het ereteken hangt af van een oranjelint met een breedte van 27 mm en wordt gedragen op de linkerborst.

Artikel 7

  • 1 Het is aan hen, aan wie het ereteken is toegekend, vergund om het ereteken te dragen als miniatuurversiersel of draagteken.

  • 2 Het is aan hen, die gerechtigd zijn tot het dragen van een uniform tevens vergund om het ereteken te dragen als baton conform de voor hen geldende voorschriften.

  • 3 Het miniatuurversiersel is 16 mm in doorsnee en hangt af van een oranje lint van eveneens 16 mm breed. Op het lint is een gouden, zilveren of bronzen plaatje bevestigd met de kapitale letter «R».

  • 4 Het draagteken bestaat uit een oranje lint van 9 millimeter breed in strikvorm. Op het lint is een gouden, zilveren of bronzen plaatje bevestigd met de kapitale letter «R».

  • 5 De baton uit een oranje lint van 27 x 11 mm. Op het lint is een gouden, zilveren of bronzen plaatje bevestigd met de kapitale letter «R».

  • 6 De verschillende verschijningsvormen van het ereteken zoals genoemd in dit artikel en artikel 6 mogen niet gelijktijdig worden gedragen.

  • 7 Diegene met het ereteken in brons of zilver aan wie andermaal een ereteken wordt toegekend, draagt alleen het ereteken met de hoogste graad.

Artikel 8

  • 1 Een voorstel tot toekenning van het ereteken wordt gericht aan Onze Minister.

  • 2 In het voorstel wordt de verdienste of worden de verdiensten omschreven waarvoor het ereteken wordt aangevraagd.

  • 3 Het voorstel wordt beoordeeld door een commissie die Onze Minister adviseert over de definitieve voordracht van een kandidaat.

  • 4 Bij het ereteken hoort een op naam gestelde oorkonde ondertekend door de Kanselier der Nederlandse Orden.

  • 5 Het ereteken wordt door of namens Onze Minister uitgereikt.

Artikel 9

  • 1 Onze Minister kan het ereteken ontnemen in het geval de drager zich naar het oordeel van Onze Minister het ereteken niet langer waardig toont.

  • 2 Na ontneming zendt de gedecoreerde het ereteken en de oorkonde terug aan Onze Minister.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

’s-Gravenhage, 29 oktober 2022

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

Uitgegeven de achtste november 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius