Besluit screening ambtenaren van politie en politie-externen

Geraadpleegd op 13-10-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Besluit van 3 oktober 2022, houdende regels over het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (Besluit screening ambtenaren van politie en politie-externen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 30 juni 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4064197;

Gelet op de artikelen 47, eerste lid, 48q, tweede, vierde en zesde lid, 48r, derde lid, onder d, 48s, eerste lid, 48u, vierde lid, 48w, vierde lid, 48x, vierde lid, 48y, eerste lid, van de Politiewet 2012, artikel 18, eerste lid, 23, derde lid, van de Wet politiegegevens en artikel 9, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 augustus 2022, nr. W16.22.00080/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 27 september 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr 4190592;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119);

  • ambtenaar: de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 2 van de wet;

  • betrouwbaarheidsonderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 48q, eerste of vierde lid, van de wet;

  • bevoegd gezag:

    • a. de korpschef, voor zover het betreft de kandidaat-ambtenaar, de kandidaat-externe, de ambtenaar en de externe bij het landelijke politiekorps, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de wet;

    • b. het College van procureurs-generaal, voor zover het betreft de kandidaat-ambtenaar, de kandidaat-externe, de ambtenaar en de externe bij de rijksrecherche;

    • c. de directeur van de Politieacademie, voor zover het betreft de kandidaat-externe en de externe bij de Politieacademie;

  • externe: degene die krachtens overeenkomst werkzaamheden verricht voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie;

  • hernieuwd incidenteel betrouwbaarheidsonderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 48x, eerste lid, van de wet;

  • hernieuwd periodiek betrouwbaarheidsonderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 48x, tweede lid, van de wet;

  • kandidaat-ambtenaar: degene die ambtenaar wil worden;

  • kandidaat-externe: degene die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie wil verrichten;

  • politiegegevens: gegevens als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet politiegegevens;

  • verklaring omtrent het gedrag: een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  • wet: Politiewet 2012.

Artikel 2. Werkzaamheden waarvoor een VOG volstaat

Het bevoegd gezag kan bepalen dat een verklaring omtrent het gedrag volstaat als bedoeld in artikel 48q, tweede lid, van de wet, voor zover technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie worden uitgevoerd en het werkzaamheden betreft waarbij betrokkene:

  • a. geen kennis neemt van politiegegevens;

  • b. geen toegang heeft en ook niet in staat is zichzelf of anderen toegang te verschaffen tot de informatiesystemen waarin de gegevens, bedoeld onder a, worden verwerkt of deze informatiesystemen beheert;

  • c. geen bewakings- of beveiligingswerkzaamheden verricht;

  • d. geen toegang heeft tot uitrusting, bewapening of inbeslaggenomen goederen;

  • e. geen beschikking heeft over respectievelijk geen toegang heeft tot door het bevoegd gezag aan te wijzen goederen of locaties die een risico vormen voor de integriteit van de politie; en

  • f. geen overige werkzaamheden verricht of kennis neemt van andere gegevens dan politiegegevens waarvan het bevoegd gezag in redelijkheid kan oordelen dat deze een vergelijkbaar risico kunnen vormen voor de integriteit van de politie als de in de vorige onderdelen aangewezen werkzaamheden.

Artikel 3. Betrouwbaarheidsonderzoek externe

Het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de externe geschiedt middels een betrouwbaarheidsonderzoek als bedoeld in artikel 48q, vierde lid, van de wet indien het werkzaamheden betreft waarbij betrokkene:

  • a. kennis neemt van politiegegevens;

  • b. toegang heeft of in staat is zichzelf of anderen toegang te verschaffen tot de informatiesystemen waarin de gegevens, bedoeld onder a, worden verwerkt of deze informatiesystemen beheert;

  • c. bewakings- of beveiligingswerkzaamheden verricht;

  • d. toegang heeft tot uitrusting, bewapening of inbeslaggenomen goederen;

  • e. beschikking heeft over respectievelijk toegang heeft tot door het bevoegd gezag aan te wijzen goederen of locaties die een risico vormen voor de integriteit van de politie; of

  • f. overige werkzaamheden verricht of kennis neemt van andere gegevens dan politiegegevens waarvan het bevoegd gezag in redelijkheid kan oordelen dat deze een vergelijkbaar risico kunnen vormen voor de integriteit van de politie als de in de vorige onderdelen aangewezen werkzaamheden.

Artikel 4. Werkzaamheden met verhoogd risico

De werkzaamheden die een verhoogd risico kunnen vormen voor de integriteit van de politie, bedoeld in artikel 48s, eerste lid, van de wet, betreffen werkzaamheden waarbij betrokkene:

Artikel 5. Zwaarwegende beletselen

  • 1 Als misdrijf als bedoeld in artikel 48q, zesde lid, van de wet wordt aangewezen het binnen acht jaar voorafgaande aan het onderzoek onherroepelijk zijn veroordeeld voor het plegen van een misdrijf waarbij een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of taakstraf is opgelegd.

  • 2 Indien gedurende de terugkijktermijn sprake is van een periode van vrijheidsbeneming, wordt de terugkijktermijn verlengd met de gehele feitelijke duur van die vrijheidsbeneming.

Artikel 6. Te raadplegen gegevens

De gegevens, bedoeld in artikel 48r, derde lid, onder d, van de wet, die worden geraadpleegd naast de gegevens, genoemd onder a, b en c, van dat artikel, zijn:

  • a. de NAW-gegevens van de betrokkene en referenten;

  • b. de gegevens omtrent de relatie tussen de betrokkene en diens partner;

  • c. de geboortedatum, de geboorteplaats en het geboorteland van de betrokkene;

  • d. het telefoonnummer van de betrokkene;

  • e. het e-mailadres van de betrokkene;

  • f. de gegevens over genoten opleidingen van de betrokkene;

  • g. de gegevens over het arbeidsverleden van de betrokkene;

  • h. de personeelsgegevens van de betrokkene;

  • i. de gegevens uit open bronnen over de betrokkene;

  • j. de gegevens die betrekking hebben op de periode van acht jaar voorafgaand aan het onderzoek tot aan het onderzoek:

    • 1°. over de financiële omstandigheden van de betrokkene;

    • 2°. over vrijetijdsbesteding, nevenactiviteiten en lidmaatschappen van de betrokkene; en

    • 3°. over aaneengesloten verblijf in het buitenland van betrokkene van langer dan zes maanden, alsmede meerdere verblijfsperiodes in het buitenland van tenminste twee aaneengesloten maanden per jaar, die in totaliteit zes maanden overschrijden.

Artikel 7. Goede en professionele uitvoering

  • 1 Het bevoegd gezag draagt zorg voor een goede en professionele uitvoering van het betrouwbaarheidsonderzoek.

  • 2 De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat het bevoegd gezag beheersmaatregelen treft om de onafhankelijkheid, objectiviteit en kwaliteit van de uitvoering van het betrouwbaarheidsonderzoek te waarborgen.

Artikel 8. De onderzoekers

  • 1 Het betrouwbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd door ambtenaren van politie die niet betrokken zijn bij de selectieprocedure.

  • 2 De personen, bedoeld in het eerste lid, stellen het bevoegd gezag in kennis van hun bevindingen naar aanleiding van het onderzoek.

Artikel 9. Huisbezoek

  • 1 Betrokkene kan het bevoegd gezag verzoeken in te stemmen met een huisbezoek.

  • 2 Het bevoegd gezag stemt met het verzoek in, indien dit in het belang is van het onderzoek.

Artikel 10. Gegevensbescherming

De gegevens van het onderzoek worden opgeslagen in een apart register waarvoor een reglement overeenkomstig de eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming wordt opgesteld.

Artikel 11. Regels over de melding

  • 2 De melding kan elektronisch worden gedaan.

Artikel 12. Hernieuwd incidenteel en periodiek betrouwbaarheidsonderzoek

  • 1 Als feiten of omstandigheden die een hernieuwd incidenteel betrouwbaarheidsonderzoek rechtvaardigen, bedoeld in artikel 48x, vierde lid, van de wet, worden aangemerkt:

    • a. een wijziging van werkzaamheden;

    • b. een plaatsing in een andere functie;

    • c. een redelijk vermoeden van plichtsverzuim dat de integriteit of de verantwoordelijkheid van de betrokkene raakt;

    • d. een nieuw justitieel gegeven over de betrokkene;

    • e. overige relevante wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van de betrokkene;

  • 2 Een hernieuwd periodiek betrouwbaarheidsonderzoek vindt plaats na:

    • a. een periode van vijf jaar voor medewerkers die werkzaamheden verrichten waarvoor een betrouwbaarheidsonderzoek als bedoeld in artikel 48s van de wet is aangewezen;

    • b. een door het bevoegd gezag te bepalen periode van tenminste vijf tot ten hoogste acht jaar, naar gelang het risico van de werkzaamheden, voor medewerkers die werkzaamheden verrichten waarvoor een betrouwbaarheidsonderzoek als bedoeld inartikel 48q, eerste of vierde lid, is aangewezen.

Artikel 13. Hernieuwde VOG

  • 1 De termijn waarna de korpschef betrokkene opnieuw vraagt een verklaring omtrent het gedrag over te leggen, bedoeld in artikel 48q, derde lid, van de wet, is twee jaar.

  • 2 De nieuwe verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan drie maanden.

Artikel 15. Wijziging Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

[Red: Wijzigt het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens.]

Artikel 16. Wijziging Besluit algemene rechtspositie politie

[Red: Wijzigt het Besluit algemene rechtspositie politie.]

Artikel 17. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 14 oktober 2020 tot wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (screening ambtenaren van politie en politie-externen) (Stb. 2020, 412) in werking treedt.

Artikel 18. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit screening ambtenaren van politie en politie-externen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 oktober 2022

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de zesde oktober 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius