Ondernemers die door bijzondere omstandigheden waarvan de oorzaak buiten hun invloed
ligt, tijdelijk in liquiditeitsproblemen zijn gekomen kunnen om uitstel van betaling
vragen, het zogenoemde ‘bijzonder uitstel’. Dit is geregeld in artikel 25.6.2a LI. De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid.
Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring 1 (drie maanden geen invorderingsmaatregelen)
Deze goedkeuring is met ingang van 1 oktober 2021 vervallen.
Ik keur goed dat de ontvanger na ontvangst van een verzoek om uitstel van betaling
door een ondernemer van een van de hierna genoemde belastingen, dat is ingediend op
of na 12 maart 2020 doch uiterlijk 30 september 2021, gedurende drie maanden, doch
uiterlijk tot en met 30 september 2021 geen invorderingsmaatregelen treft.
Het verzoek om uitstel kan schriftelijk of digitaal via een daartoe bestemd formulier
worden ingediend nadat er een belastingaanslag is opgelegd. Het verzoek om uitstel
wordt geacht een verzoek om uitstel van betaling te zijn voor alle openstaande en
nog op te leggen belastingaanslagen waarop deze goedkeuring betrekking heeft.
Deze goedkeuring geldt voor de volgende belastingen: loonheffingen, omzetbelasting,
inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet,
vennootschapsbelasting, kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing,
milieubelastingen (energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie
(ODE), kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijnzen
en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
Deze goedkeuring geldt tevens voor belasting van personenauto's en motorrijwielen
(BPM) die is verschuldigd vanaf 1 mei 2020 door een onderneming die beschikt over
een vergunning in de zin van artikel 8 van de Wet BPM.
Deze goedkeuring geldt niet voor de omzetbelasting, de accijnzen, de verbruiksbelasting
van alcoholvrije dranken en de kolenbelasting voor zover deze belastingen worden geheven
met toepassing van de douanewetgeving ter zake van de invoer.
Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt
ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen (verder) uitstel verzetten. Dit
is onder meer het geval als de ontvanger vreest voor misbruik van de situatie waardoor
verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.
Goedkeuring 2 (uitstel langer dan drie maanden)
Deze goedkeuring is met ingang van 1 oktober 2021 vervallen.
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de ontvanger uitstel van betaling van
belasting verleent voor een periode langer dan drie maanden. De ondernemer kan om
deze langere uitsteltermijn vragen in zijn eerste verzoek om uitstel, of kan hier
na zijn eerste uitstelverzoek doch uiterlijk 30 september 2021, alsnog schriftelijk
of digitaal via een daartoe bestemd formulier om vragen.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende zes voorwaarden:
-
a.
De bestaande betalingsproblemen maken langer uitstel noodzakelijk.
-
b.
Deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan.
-
c.
Er is voor de belastingschuld waarvoor het uitstel wordt gevraagd voldaan aan de aangifteplicht.
-
d.
Het gevraagde uitstel heeft betrekking op een of meer belastingen genoemd in goedkeuring
1.
-
e.
De ondernemer verklaart dat geen bonussen worden uitgekeerd aan de Raad van Bestuur
en de directie van de onderneming, geen dividend wordt uitgekeerd en geen eigen aandelen
worden ingekocht in de periode vanaf het indienen van het uitstelverzoek totdat het
uitstel dat ingevolge deze goedkeuring is verleend wordt ingetrokken of vervalt. Onder
bonussen worden mede begrepen winstuitdelingen en andere betalingen die kenmerken
van bonussen hebben. Deze voorwaarde ziet niet op bonussen, dividenden en aandelen
waarvan de uitbetaling en inkoop na het uitstelverzoek plaatsvindt, maar de daaraan
ten grondslag liggende beslissing in 2019 is genomen.
-
f.
Als de totale belastingschuld ten tijde van ontvangst van het verzoek om uitstel € 20.000
of meer bedraagt is een verklaring van een derde-deskundige vereist die voldoet aan
de eisen die zijn opgenomen in goedkeuring 3.
Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt
ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen (verder) uitstel verzetten.
Verleend uitstel van betaling op grond van deze goedkeuring wordt ingetrokken per
1 oktober 2021, met dien verstande dat de ontvanger de ondernemer in de gelegenheid
stelt om de belastingschuld met een betalingsregeling af te lossen (zie hiervoor onderdeel
3.5). Voor de volledigheid merk ik op dat daarbij de voorwaarden a. tot en met f.
onverkort gelden.
Goedkeuring 3 (verklaring derde-deskundige)
Deze goedkeuring is met ingang van 1 oktober 2021 vervallen.
Ik keur goed dat de verklaring van de derde-deskundige, die op grond van goedkeuring
2 is vereist bij een belastingschuld van € 20.000 of meer, door de Belastingdienst
wordt geaccepteerd als de verklaring in ieder geval de volgende elementen bevat:
-
–
Een verklaring dat aannemelijk is dat er sprake is van bestaande of op korte termijn
te verwachten betalingsproblemen op het moment van het verzoek om uitstel. Bij ‘korte
termijn’ valt te denken aan de periode waarin de actuele beperkingen van het kabinet
ten aanzien van de betreffende ondernemer gelden.
-
–
Een verklaring dat aannemelijk is dat deze betalingsproblemen hoofdzakelijk door de
coronacrisis zijn ontstaan.
-
–
Een liquiditeitsprognose die volgens de derde-deskundige plausibel is. Deze prognose
is opgesteld, door de derde-deskundige dan wel de ondernemer zelf, aan de hand van
de feiten en omstandigheden die op het moment van het indienen van het verzoek om
uitstel van betaling bekend zijn.
In de toelichting bij de verklaring geeft de derde-deskundige aan welke documenten
of gegevens door de ondernemer zijn verstrekt. Zo nodig licht hij dit nader toe. Niet
vereist is dat de derde-deskundige een zogenoemde assuranceverklaring geeft dat de
ondernemer voldoet aan de voorwaarden.
Goedkeuring 4 (samenloop uitstelvormen)
Deze goedkeuring is met ingang van 1 oktober 2021 vervallen.
Ik keur goed dat noch het feit dat aan de ondernemer eerder uitstel op grond van het
bestaande beleid is verleend, noch het feit dat de ondernemer verzoekt om een andere
vorm van uitstel, een belemmering vormt voor het toekennen van uitstel van betaling
op grond dit onderdeel.
Goedkeuring 5 (geen verrekening)
Ik keur goed dat de ontvanger gedurende de periode van uitstel, bedoeld in de onderdelen 3.4a en 3.5, geen belastingteruggaven (van enige soort) verrekent met de belastingschuld waarvoor
uitstel van betaling is verleend, tenzij de ondernemer hierom verzoekt of de belangen
van de Staat worden geschaad.
Deze goedkeuring 5 is niet van toepassing bij de verrekening van rechten bij invoer.
Voornoemde goedkeuringen 1 tot en met 5 gelden in aanvulling op het uitstelbeleid
als verwoord in artikel 25.6 LI.