Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022

Geraadpleegd op 27-12-2025.
Toekomstige tekst vanaf 01-01-2026.
Ga naar eerste onderdeel, gewijzigd per 01-01-2026.

Besluit van 1 september 2022 tot wijziging van onder meer het Besluit algemene rechtspositie politie en Besluit bezoldiging politie in verband met de formalisering van afspraken uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Politie 2021 en ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk alsmede enkele technische wijzigingen (Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 15 juni 2022, nr. 4032201;

Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2022, No. W16.22.00068/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 25 augustus 2022, nr. 4131971;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Wijziging per 01-01-2026.]

[Red: Wijzigt het Besluit algemene rechtspositie politie.]

Artikel II

[Red: Wijzigt het Besluit bezoldiging politie.]

Artikel III

[Red: Wijzigt het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie.]

Artikel IV

  • 1 In 2021 wordt een eenmalige uitkering uitbetaald aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b, c, d, e en f van het Besluit algemene rechtspositie politie, die op 1 januari 2021 of op 1 juli 2021 als zodanig zijn aangesteld.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde uitkering is pensioengevend en bedraagt de som van bruto € 700 en netto € 50 voor de ambtenaar met een aanstelling op 1 januari 2021 en 1 juli 2021 van 36 uur of meer per week en een evenredig deel daarvan ingeval van een aanstelling van minder dan 36 uur per week.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde uitkering is pensioengevend en bedraagt de som van bruto € 350 en netto € 25 in geval van een aanstelling op slechts een van de data, bedoeld in het tweede lid, van 36 uur of meer per week en een evenredig deel daarvan ingeval van een aanstelling van minder dan 36 uur per week.

  • 4 Indien de ambtenaar slechts een gedeelte van zijn bezoldiging geniet, heeft dit geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering.

  • 5 Geen eenmalige uitkering ontvangen de ambtenaren bedoeld in het eerste lid, die op 1 januari 2021 en op 1 juli 2021 geen bezoldiging ontvingen in verband met buitengewoon onbezoldigd verlof. Indien dit verlof niet volledig genoten wordt, wordt de uitkering naar rato van de daadwerkelijke dienstverrichting berekend.

  • 6 De ambtenaar kan op eigen verzoek afzien van het bruto deel van de in het eerste lid bedoelde uitkering.

Artikel V

In afwijking van artikel 3, negende lid, laatste volzin (nieuw) en 3a, achtste lid, laatste volzin (nieuw), van het Besluit bezoldiging politie blijft het garantiebedrag behorende bij opleidingsniveau 4 van toepassing op aspiranten die voor 1 augustus 2022 met de opleiding zijn begonnen.

Artikel VI

Voor de toepassing van artikel 38 van het Besluit bezoldiging politie blijft artikel 45a, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie, zoals dat luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel S, van dit besluit, van toepassing op degenen die op die dag naast recht op doorbetaling bij ziekte op grond van artikel 38 van het Besluit bezoldiging politie aanspraak hebben op het arbeidsongeschiktheidspensioen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel ee, van dat besluit.

Artikel VII

  • 2 Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) (Kamerstukken 35 261) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt artikel I, onderdeel A, op hetzelfde tijdstip in werking, met dien verstande dat, indien de Wet van 14 oktober 2020 tot wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (screening ambtenaren van politie en politie-externen) (Stb. 2020, 412) op een later tijdstip in werking treedt dan de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, artikel 1a, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 6, van het Besluit algemene rechtspositie politie (nieuw) op hetzelfde tijdstip in werking treedt als de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (screening ambtenaren van politie en politie-externen) (Stb. 2020, 412).

  • 11 Artikel IV werkt terug tot en met 1 augustus 2021.

Artikel VIII

Dit besluit wordt aangehaald als: Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 september 2022

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de veertiende september 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius