Instellingsbesluit Commissie van onderzoek LIMC

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 10-09-2022 t/m heden.

Instellingsbesluit Commissie van onderzoek LIMC

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Defensie;

  • b. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Commissie van onderzoek naar de besluitvorming rond en de activiteiten van het LIMC.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. te onderzoeken hoe de besluitvorming is verlopen rond zowel de oprichting als de uitvoering van de taken van het LIMC en daarbij de militair-juridische context van het LIMC in relatie tot de kerntaken van de krijgsmacht mee te nemen;

    • b. te onderzoeken welke lessen voor de toekomst naar aanleiding hiervan te trekken zijn, mede in het licht van Informatiegestuurd Optreden (IGO) van de krijgsmacht.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1 De commissie bestaat uit vier leden, waaronder een voorzitter.

  • 2 De leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie onafhankelijk en onpartijdig uit.

  • 3 De voorzitter wordt door de minister benoemd, de andere leden worden op voordracht van de voorzitter door de minister benoemd.

  • 4 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 5 De voorzitter en overige leden kunnen (op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden) worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 4. Leden

Tot lid van de commissie worden benoemd:

  • a. Dhr. mr. H.N. Brouwer tevens voorzitter;

  • b. Mw. bgen b.d. A.J. van den Hoek;

  • c. Mw. mr. drs. H.L. Hukshorn;

  • d. Dhr. A.J. Meijboom.

Artikel 6. Ondersteuning

  • 1 De minister voorziet, na overleg met de voorzitter, in een secretariaat met aan het hoofd de secretaris van de commissie:

    • 1.a. De secretaris is mw. kol. mr. drs. A.A.W.K. Appels;

    • 1.b. De adjunct-secretaris is mw. K.G.H. van Diest MSc.

  • 2 De leden van het secretariaat zijn voor de uitvoering van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig aan (de voorzitter van) de commissie.

  • 3 De leden van het secretariaat zijn tegenover anderen dan de commissie verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen in verband van de werkzaamheden van de commissie bekend is geworden.

  • 4 De minister draagt, na overleg met de voorzitter, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De commissie stelt een protocol vast over de wijze waarop zij het onderzoek uitvoert, waaronder in ieder geval over de wijze waarop zij personen hoort en daarvan verslag doet en op welke wijze de vertrouwelijkheid van informatie geborgd wordt.

  • 3 De commissie draagt zorg voor naleving van de AVG.

  • 4 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 8. Inwinnen van inlichtingen onderzoekscommissie

  • 1 De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2 Het Ministerie van Defensie verleent de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft met inachtneming van het in artikel 7 bedoelde protocol.

  • 3 Ambtenaren van het Ministerie van Defensie zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

  • 4 De commissie is gerechtigd in het kader van haar onderzoek kennis te nemen van gegevens die berusten bij het Ministerie van Defensie, ongeacht de merking of rubricering. Een geheimhoudingsplicht ter zake, rustend op personen in dienst van het Ministerie van Defensie vindt in dat geval ten overstaan van de commissie geen toepassing.

  • 5 Op de leden van de commissie, de secretaris, de overige leden van het onderzoeksteam en de andere personen die de commissie bijstaan rust een geheimhoudingsplicht met betrekking tot gemerkte en gerubriceerde gegevens als bedoeld in het vierde lid.

Artikel 9. Vergoeding

  • 2 Aan de voorzitter en leden wordt een vaste vergoeding per maand toegekend van € 4.259,57 waarbij de salarisschaal is vastgesteld op schaal 18 zoals opgenomen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst Rijk en de arbeidsduurfactor op 15/36.

Artikel 10. Kosten van de onderzoekscommissie

  • 1 De kosten van de commissie komen, op basis van een begroting, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor huisvesting, de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid voor het laten verrichten van onderzoek, onverminderd de verantwoordelijkheid van Defensie als aanbestedende dienst;

    • c. de reiskosten voor binnenlandse reizen die worden vergoed op basis van voor werknemers in de sector Rijk geldende vergoedingsregelingen;

    • d. internationale reis- en verblijfkosten indien dit voor het onderzoek noodzakelijk is, conform de voor werknemers in de sector Rijk geldende vergoedingsregelingen.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de minister aan. Deze bevat de kosten van de commissie. De uitgaven van de commissie worden vastgelegd in een financieel overzicht. Over het financieel overzicht stelt de ADR een accountantsverklaring op.

Artikel 11. Eindrapport

  • 1 Bij de beëindiging van haar werkzaamheden brengt de commissie een eindrapport uit aan de minister. De commissie kan vooruitlopend op het eindrapport op deelonderwerpen ook tussentijds rapporteren.

  • 2 De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd tussentijds de door haar gewenste inlichtingen.

Artikel 12. Archiefbescheiden

  • 1 Het archief van de onderzoekscommissie wordt na afloop van de werkzaamheden van de commissie overgebracht naar het archief van het Ministerie van Defensie, Defensie Materieel Organisatie, Joint Informatievoorziening Commando, afdeling Informatiebeheer.

  • 2 Het beheer vindt plaats met inachtneming van de vigerende archiefwet en -regelgeving en door de onderzoekscommissie in haar protocol aangegeven vertrouwelijkheid, waarover de onderzoekscommissie nadere afspraken maakt met het Ministerie van Defensie, Defensie Materieel Organisatie, Joint Informatievoorziening Commando, afdeling Informatiebeheer.

  • 3 De verplichtingen ter zake opslag, verwerking en vernietiging van gerubriceerde of gemerkte informatie worden in een separaat protocol vastgelegd.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 1 juli 2022

De Minister van Defensie,

K.H. Ollongren