Addendum bij het Reglement Stimuleringsmaatregel Filmproductie in Nederland (‘Reglement’) voor High End Series & Single Episodes 2022

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 07-07-2022 t/m heden.

Addendum bij het Reglement Stimuleringsmaatregel Filmproductie in Nederland (‘Reglement’) voor High End Series & Single Episodes 2022

Annex to the Netherlands Film Production Incentive Scheme (‘Scheme’) for High End Series & Single Episodes

Artikel a

Ten behoeve van aanvragen voor series worden aan artikel 1 van het Reglement de volgende definities toegevoegd:

  • animatieserie: een serie die een kunstmatige techniek hanteert waarbij door het na elkaar afspelen van verschillende stilstaande beelden de illusie van beweging ontstaat, met een netto duur van tenminste 100 minuten, verdeeld over meerdere afleveringen van elk tenminste 10 minuten met een doorlopend verhaal en in een beperkte (seizoen)reeks, dan wel van tenminste 3 minuten in het geval van een serie voor kinderen van zes jaar of jonger;

  • documentaireserie: een non-fictie serie van cinematografische kwaliteit met een netto duur van tenminste 120 minuten, verdeeld over meerdere afleveringen van elk ten minste 40 minuten met een doorlopende verhaallijn en in een beperkte (seizoen)reeks, die een aspect van de werkelijkheid belicht waarbij de eigen visie van de regisseur wordt vormgegeven met creatieve gebruikmaking van filmische middelen in een persoonlijke stijl;

  • dramaserie: een serie van cinematografische kwaliteit in het genre fictie die door zijn productiewaarde en artistieke kwaliteit het aanbod van series verrijkt en primair bestemd is voor televisie-/VOD-uitzending met een netto duur van tenminste 120 minuten verdeeld over minimaal drie afleveringen, met een doorlopend verhaal en in een beperkte (seizoen)reeks, dan wel van tenminste 10 minuten in het geval van een serie voor kinderen van 12 jaar of jonger;

  • minutenprijs: totale productiekosten per uitzendminuut;

  • referentieserie: een serie van een majoritair (co)producent binnen dezelfde categorie en minutenprijs;

  • single episode: Eén (1) afzonderlijke aflevering die onderdeel uitmaakt van één (1) uit meerdere afleveringen bestaande seizoenreeks van een serie;

  • serie: een high end animatie-, documentaire- of dramaserie, met inbegrip van een single episode, primair bestemd voor televisie-/VOD-uitzending, al dan niet in de vorm van een internationale coproductie tot stand gebracht;

  • televisie-/VOD-uitzending: de lineaire mededeling aan het publiek, per draad of draadloos, van een serie via een open televisiekanaal van een mediabedrijf dan wel de non lineaire beschikbaarstelling van de serie door een mediabedrijf op zodanige wijze dat de serie als onderdeel van een bredere catalogus van media-aanbod op een door de consument gekozen plaats en tijd, al dan niet tegen betaling, toegankelijk is voor een groot publiek;

  • uitzendkopie: de voor televisie-/VOD-uitzending geschikte informatie-drager waarop de serie in haar definitieve vorm, uitzend(kwaliteit) en lengte is vastgelegd.

Op aanvragen voor series zijn de volgende definities uit artikel 1 van het Reglement niet van toepassing: ‘animatiefilm’, ‘bioscoopuitbreng’, ‘DAC-landenlijst’, ‘DCP’, ‘documentairefilm’, en ‘speelfilm’.

Bij aanvragen voor series worden de volgende definities uit artikel 1 van het Reglement in aangepaste vorm gelezen, luidende als volgt:

  • filmplan:

    Achter het woord ‘filmproductie’ wordt ingevoegd ‘of serie’.

  • filmprofessional /-bedrijf:

    Achter het woord ‘filmproducties’ wordt ingevoegd ‘of series’.

  • internationale coproductie

    Hieraan wordt toegevoegd: ‘en in het geval van series een internationaal gefinancierde drama-, documentaire- of animatieserie, primair bestemd voor televisie-/VOD-uitzending in twee of meer landen waarbij Nederland één van de landen van herkomst van de coproducenten is en die (i) ofwel kwalificeert als ‘Europese productie’ als bedoeld in artikel 1, eerste lid tot en met vierde lid, van de Europese Richtlijn audiovisuele mediadiensten, ofwel (ii) valt onder het toepassingsgebied van een door Nederland afgesloten bilateraal verdrag inzake coproducties’;

  • majoritair (co)producent

    Hieraan wordt toegevoegd: ‘waarbij in het geval van series gaat om een productiemaatschappij van een serie bestemd voor televisie-/VOD-uitzending primair in Nederland;

  • minoritair coproducent:

    Hieraan wordt toegevoegd: ‘waarbij in het geval van series gaat om een productiemaatschappij van een serie bestemd voor televisie-/VOD-uitzending in onder meer Nederland;

  • openbaarmaking:

    Hieraan wordt toegevoegd: ‘of middels verspreiding van de serie via onder meer, maar niet beperkt tot, televisie-/VOD-uitzending;’

  • picture lock:

    Achter het woord ‘filmproductie’ wordt ingevoegd ‘of serie’.

  • productiekosten:

    Achter het woord ‘filmproductie’ wordt ingevoegd ‘of serie’.

Voor aanvragen voor series worden overal in de artikelen 2 tot en met 22 van het Reglement de woorden ‘animatiefilm’, ‘bioscoopuitbreng’, ‘documentairefilm’, ‘filmproductie’ en ‘speelfilm’ gelezen als: ‘animatieserie’, ‘televisie-/VOD-uitzending’, ‘documentaireserie’ en ’dramaserie’, tenzij hierna in Artikel B anders is aangegeven.

Artikel b

Met in achtneming van artikel A, zijn de artikelen 1 tot en met 22 van het Reglement van overeenkomstige toepassing op aanvragen voor series, met in achtneming van de hierna genoemde aanpassingen:

Artikel 4

Het vierde lid is niet van toepassing op aanvragen voor series.

Artikel 5

In artikel 5 van het Reglement worden voor series de woorden ‘referentiefilm(s)’ en ‘een bioscoopuitbreng gehad te hebben’ gelezen als: ‘referentieserie(s)’ en ‘primair openbaar gemaakt te zijn via televisie-/VOD-uitzending in Nederland’.

Voor series wordt aan het tweede lid een slotzin toevoegd, luidende als volgt, waarbij het woord ‘filmproducties’ uitdrukkelijk niet moet worden gelezen als ‘series’:

Een aanvrager voor een bijdrage voor series voldoet tevens aan de in dit lid gestelde eisen indien hij een track record heeft met filmproducties dat voldoet aan in dit lid gestelde eisen.’

Artikel 6

Het elfde lid van artikel 6 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘11. De aanvrager overlegt bij de aanvraag de verklaring(en) van de voor televisie-/VOD-uitzending verantwoordelijke mediabedrijven en/of derde partijen die zich wat betreft financiering, televisie-uitzending, vertoning of exploitatie onvoorwaardelijk en schriftelijk aan de serie hebben verbonden. De aanvrager geeft daarbij volledig inzicht in de (onderliggende) contracten.’

Artikel 7

Het tweede lid van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘2. Om in aanmerking te komen voor een financiele bijdrage geldt voor:

    • documentaireseries: een minimum van 4.000 euro aan productiekosten per uitzendminuut;

    • animatieseries: een minimum van 8.000 euro aan productiekosten per uitzendminuut.

    • dramaseries voor kinderen jonger dan 12 jaar: een minimum van 10.000 euro aan productiekosten per uitzendminuut voor een serie tussen de 10 en 25 minuten per aflevering dan wel een minimum van 8.000 euro per minuten voor series langer dan 25 minuten;

    • overige dramaseries: een minimum van 12.000 euro aan productiekosten per uitzendminuut.

    • Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor een single episode dienen de productiekosten minimaal 1 miljoen euro per aflevering te bedragen.

De (extra) kosten ter verduurzaming van het productieproces kunnen onderdeel uitmaken van de begroting.’

Het derde lid van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘3. Uitsluitend aanvragen voor series bestemd voor televisie-/VOD-uitzending in Nederland komen in aanmerking voor een subsidie en, waar het een internationale coproductie betreft, indien deze bestemd is voor televisie-/VOD-uitzending in twee of meer landen waaronder Nederland.’

Het vierde lid van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘4. Een subsidie op grond van dit reglement wordt uitsluitend verleend ter tegemoetkoming in de productiekosten die kwalificeren volgens de kwalificatietoets en aantoonbaar in Nederland zijn besteed en indien deze tenminste 15% van het totale productiebudget te bedragen.’

Het zesde lid sub e.) van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘e.) het bij de aanvraag overgelegde financieringsplan haalbaar en solide is;’

Het zesde lid sub f.) van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘f.) voldoende vertrouwen bestaat dat het filmplan naar behoren zal worden uitgevoerd en dat de scenario’s productiegereed zijn;’

Het zesde lid sub k.) van artikel 7 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘k.) het voornemen tot televisie-/VOD-uitzending voldoende onderbouwd is door het filmplan met alle daartoe behorende bijlagen en stukken;

Het zesde lid van artikel 7 sub n.) luidt als volgt:

  • ‘n.) de aanvrager, in geval het een internationale coproductie betreft, aantoonbaar verzekerd heeft dat de serie ook via televisie-/VOD-uitzending in Nederland voor het publiek beschikbaar zal zijn;

Artikel 10

Voor series luidt artikel 10 van het Reglement lid 1 sub g.) als volgt, waarbij het woord ‘filmproducties’ in afwijking van artikel A uitdrukkelijk niet als ‘series’ dient te worden gelezen:

  • ‘f.) verlening van de gevraagde subsidie ertoe zou leiden dat aan de aanvrager op grond van dit reglement in een kalenderjaar voor een totaalbedrag groter dan 3 miljoen euro voor series aan subsidies wordt verleend;’

Voor televisieseries wordt sub l.) een weigeringsgrond toegevoegd, die luidt:

  • ‘l.) Indien de aanvraag een televisieserie betreft die is aan te merken als een ‘soap’, ‘situation comedy’, pornografie, een voorlichtingsproductie, promotionele productie, informatieve productie, bedrijfsfilmproductie, reportage- dan wel journalistieke productie, zuiver wetenschappelijke of didactische productie, reclame of educatieve productie.

Artikel 13

Het tweede lid sub b.) van artikel 13 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘b.) ervoor te zorgen dat de opnamen, of in het geval van animatieseries de uitvoering, van de serie waarvoor de subsidie is verleend, niet eerder starten dan nadat én door het Fonds is bericht dat de aanvrager heeft voldaan aan de verplichtingen, zoals bedoeld in dit lid onder a.), én de in artikel 12 bedoelde verzekeraars definitieve dekking hebben verleend;’

Het tweede lid sub c.) van artikel 13 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘c.) het bestuur voorafgaand in kennis te stellen van het moment waarop de opnamen, of in het geval van animatieseries de uitvoering van de serie waarvoor een subsidie is verleend, starten en ervoor te zorgen dat de uitzendkopie 36 maanden na de ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst gereed en geleverd is en via televisie-/VOD-uitzending wordt meegedeeld aan het publiek;

Artikel 16

Artikel 16 van het Reglement luidt voor series als volgt:

De aanvrager verplicht zich om tijdig, dat wil zeggen ten tijde van de afwerking van de serie contact op te nemen met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, of een andere met het oog op het behoud en conservering van cultureel erfgoed geëigende instelling, en dit instituut toegang te verschaffen tot (bronmaterialen van) de serie conform de voorwaarden zoals vastgelegd in het Financieel & Productioneel Protocol Stimuleringsmaatregel.

Artikel 17

Het eerste lid sub c) van artikel 17 van het Reglement luidt voor series als volgt:

  • ‘c. informeert het Fonds adequaat en schriftelijk over de tijdstippen c.q. start van de televisie-/VOD-uitzending, het publieksbereik en de kosten en de opbrengsten die door exploitatie van de serie worden gerealiseerd.;

In het eerste lid d) van artikel 17 van het Reglement vervallen voor series de woorden ‘een DCP en’.

Artikel 18

Aan het vijfde lid wordt een zin toegevoegd die luidt:

Het Fonds is bevoegd het verzoek tot vaststelling aan te houden zo lang geen televisie-/VOD-uitzending in Nederland heeft plaatsgevonden van de serie.

Artikel 22

Artikel 22, vierde lid, luidt voor series als volgt:

In artikel 22, zevende lid, van het Reglement wordt voor series ingevoegd na de woorden ’20 mei 2014’ de woorden ‘en voor series op 1 oktober 2017’.

Bijlage 2. Puntensysteem

Het puntensysteem voor series is identiek in opbouw aan dat voor filmproducties, waarbij punten kunnen worden toegekend in drie serie-categorieën: dramaseries (2.4), documentaireseries (2.5) en animatieseries (2.6). In het geval van een serie met een minderheidsaandeel in de financiering vanuit Nederland waarbij de kwalificerende productiekosten die in Nederland worden besteed tenminste 1 miljoen euro bedragen is minimaal één hoofdfunctie vereist en kunnen daarnaast andere functies meetellen indien deze hoofdverantwoordelijk zijn voor dat deel van de productie dat wordt uitgevoerd in Nederland. De uitvoering kan dan zowel betrekking hebben op een single episode die zich afspeelt in Nederland als op een serie afleveringen met als onderdeel een verhaallijn die zich Nederland afspeelt. In het geval van een animatieserie met een minderheidsaandeel in de financiering vanuit Nederland tellen de functies mee indien deze hoofdverantwoordelijk zijn voor de productie in Nederland.

Op het onderdeel Creatief talent en bepalende crew kan maximaal 75 punten behaald worden, zo ook op het onderdeel Productie en financiering. Voor de internationale status van de regisseur, scenarist en de hoofdrolspelers kunnen in totaal 15 punten behaald worden en onder Impact maximaal 45 punten.

2.4. Puntensysteem / Categorie Dramaseries

Bijlage 268752.png
Bijlage 268753.png

2.5. Puntensysteem / Categorie Documentaireseries

Bijlage 268754.png

2.6. Puntensysteem / Categorie Animatieseries

Bijlage 268755.png
Bijlage 268756.png