Besluit ereteken voor verdienste Nederlandse Douane

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 05-07-2022 t/m heden.

Besluit van 7 juni 2022, [nr. 2022001203] houdende instelling van het ereteken voor verdienste Nederlandse Douane

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 31 mei 2022, 2022-0000154621, directoraat-generaal Douane;

Gelet op het advies van de Kanselier der Nederlandse Orden van 17 februari 2022, kenmerk KNO/2022/24862;

Overwegende dat het uitreiken van het ereteken voor verdienste bijdraagt aan de waardering voor diegene die een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd dan wel zich gedurende een periode in een functie of een rol op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de Douane, de Douane en een ander onderdeel van het Ministerie van Financiën of voor de Douane en het Ministerie van Financiën, in nationaal of internationaal verband;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

  • b. Douane: het directoraat-generaal Douane;

  • c. bevoegd gezag: de directeur-generaal Douane;

  • d. ereteken: het ereteken voor verdienste Nederlandse Douane, de modelonderscheiding;

  • e. decorandus: een ambtenaar, andere Nederlander of vreemdeling aan wie het ereteken zal worden uitgereikt;

  • f. oorkonde: de bij het ereteken behorende oorkonde;

  • g. miniatuurversiersel: verkleinde versie van de modelonderscheiding;

  • h. draaginsigne: het draagteken voor een civiel tenue.

Artikel 2

  • 1 Er is een ereteken voor verdienste Nederlandse Douane, hierna te noemen ‘het ereteken’.

  • 2 Het ereteken kent drie graden, te weten van hoogste naar laagste:

    • a. het ereteken in goud;

    • b. het ereteken in zilver;

    • c. het ereteken in brons.

Artikel 3

  • 1 Onze Minister kent eenmalig het ereteken in goud met oorkonde toe aan diegene die:

    • a. een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd of zich gedurende een periode van 3 tot 5 jaren in een functie of een rol op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de Douane en het Ministerie van Financiën, in nationaal of internationaal verband of,

    • b. drager is van het ereteken in zilver en andermaal in aanmerking komt voor het ereteken.

  • 2 Onze Minister kent eenmalig het ereteken in zilver met oorkonde toe aan diegene die:

    • a. een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd of zich gedurende een periode van 3 tot 5 jaren in een functie of een rol op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de Douane en tenminste een ander onderdeel van het Ministerie van Financiën of,

    • b. drager is van het ereteken in brons en andermaal in aanmerking komt voor het ereteken in brons.

  • 3 Onze Minister kent eenmalig het ereteken in brons met oorkonde toe aan diegene die een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd of zich gedurende een periode van 3 tot 5 jaren in een functie of een rol op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de Douane.

Artikel 4

  • 1 Onze Minister kan het ereteken aan zowel ambtenaren, andere Nederlanders als aan vreemdelingen toekennen.

  • 2 Onze Minister kan het ereteken postuum toekennen.

  • 3 Onze Minister kan afzien van toekenning van het ereteken:

    • a. wanneer het gedrag van de decorandus niet onbesproken is, of

    • b. hangende een onderzoek dat is ingesteld naar de integriteit van de betreffende decorandus.

Artikel 5

  • 1 Het Ereteken kent 3 graden en is van hoog tot laag uitgevoerd in goud, zilver en brons. Het is vormgegeven als achtpuntige ster (regulier octagram) met een middellijn van 35 millimeter en dikte van 3 millimeter. De sterpunten lopen van buiten naar binnen langs de lengteas omhoog in hoog reliëf (3D). De voorzijde van het stervormige ereteken toont in het midden in hoog reliëf (3D) een gelauwerde caduceus. De keerzijde vertoont gecentreerd, van boven naar beneden in reliëf (2D) de Latijnse woorden ‘HONESTAS, PERITIA, AUDACIA en COOPERATIO’ en rondom boven en onder in reliëf (2D) ‘KONINKRIJK DER NEDERLANDEN’.

  • 2 Het groot-model versiersel is door middel van een ring bevestigd aan een moiré lint van 27 millimeter breed dat in het midden wordt gekenmerkt door een oranje baan van 5 mm in oranje gelijk aan de Nederlandse oranje wimpel. Aan weerszijden wordt deze baan geflankeerd door een baan van elk 5 mm uitgevoerd in wit die symbool staan voor het witte doek van de douanebanier. Aan weerszijden worden de witte banen geflankeerd door een baan van elk 3 mm uitgevoerd in het ‘Rijkshuisstijl Mintgroen’, de formele communicatiekleur van de Douane. Aan weerszijden worden de randen van het lint gekenmerkt door een baan van elk 3 mm uitgevoerd in ‘Rijksoverheid (lichter) Blauw’, waarmee de Rijksoverheid wordt gesymboliseerd en waarvan de Douane deel uitmaakt.

  • 3 Het miniatuurversiersel is een verkleinde versie van de in lid 1 en 2 van dit artikel beschreven modelonderscheiding met het ereteken van 16 millimeter doorsnede in 3 graden, met van hoog tot laag een antiekgouden, antiekzilveren en antiekbronzen afwerking, dat is bevestigd aan het moiré lint van 16 millimeter breed.

  • 4 De baton is 27 bij 11 millimeter en is overtrokken met het moiré lint van de onderscheiding. Voor de aanduiding van de graad wordt een baton van hoog naar laag voorzien van een respectievelijk gouden, zilveren of bronzen palmtak.

  • 5 Het draaginsigne of ‘knoopsgatversiersel’ is uitgevoerd als strikvariant met moiré lint van 9 millimeter breed met dezelfde samenstelling en kleuren als het lint van het ereteken, maar met verhoudingsgewijs aangepaste breedte van banen. De uitvoering van de strikvariant is in geheel 27 millimeter breed en wordt overeenkomstig de graad van het ereteken van hoog naar laag uitgerust met respectievelijk een gouden, zilveren of bronzen palmtak.

Artikel 6

  • 1 iegene met het ereteken in brons of zilver aan wie andermaal een ereteken wordt toegekend, draagt alleen het ereteken met de hoogste graad.

  • 2 Diegene aan wie de medaille is toegekend is bevoegd om de in artikel 5, lid 1, 2, 3 en 4 genoemde verschijningsvormen – volgens geldende richtlijnen – te dragen op daartoe aangewezen uniformen.

  • 3 De verschillende verschijningsvormen van de medaille zoals omschreven in artikel 5, mogen niet gelijktijdig worden gedragen.

  • 4 In plaats van de draagwijze als omschreven in lid 2, kan diegene aan wie het ereteken is toegekend gehouden zijn aan andere richtlijnen van de draagwijze.

Artikel 7

De toekenning van het ereteken gaat vergezeld van een op naam gestelde oorkonde, ondertekend door het bevoegd gezag, daartoe gemachtigd door Onze Minister.

Artikel 8

  • 1 Het bevoegd gezag, daartoe gemachtigd door Onze Minister, kent op advies van een ‘commissie van advies onderscheidingen’ van de Douane het ereteken toe aan de decorandus als bedoeld in artikel 1, lid e.

  • 2 Het ereteken wordt door of namens Onze Minister uitgereikt aan de decorandus.

  • 3 In geval van postume toekenning wordt het ereteken door of namens Onze Minister uitgereikt aan de directe nabestaande van de decorandus.

Artikel 9

  • 1 De kosten van het ereteken, baton, oorkonde en het draaginsigne komen ten laste van het Rijk.

  • 2 De kosten van onder meer de aanschaf van het miniatuurversiersel, opmaak van de modeldecoratie en opmaak van meerdere modeldecoraties en batons komen ten laste van de gedecoreerde.

Artikel 10

  • 1 Het ereteken kan door Onze Minister worden ingetrokken op grond van feiten of omstandigheden die bij de toekenning redelijkerwijs niet bekend konden zijn en op grond waarvan de toekenning niet zou hebben plaatsgehad of indien de drager naar zijn oordeel zich niet langer waardig toont.

  • 2 Na intrekking is de betrokken gedecoreerde niet langer gerechtigd de aan de toekenning verbonden versierselen te dragen en worden deze samen met de oorkonde onverwijld aan Onze Minister teruggezonden.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

’s-Gravenhage, 7 juni 2022

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

A. de Vries