In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
bewindspersoon: Minister van Defensie of Staatssecretaris van Defensie, afhankelijk van wie het aangaat;
-
b.
mandaat: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon besluiten te nemen;
-
c.
volmacht: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen
te verrichten;
-
d.
machtiging: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon handelingen te verrichten die noch
een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
-
e.
directeuren: de directeur Strategie en Kennis, de directeur Operationeel Beleid en Plannen, de
directeur Bedrijfsvoering en Evaluatie, de hoofddirecteur Personeel, de directeur
Materieel, Vastgoed en Duurzaamheid, de chief Information Officer, de directeur Internationale
Aangelegenheden, de directeur Veiligheid en de chef Kabinet DGB.
Artikel 2. Organisatie van het Directoraat-Generaal Beleid (DGB)
Artikel 3. De Directie Strategie en Kennis (DSK)
De Directie Strategie en Kennis staat onder leiding van de directeur Strategie en
Kennis. Deze is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DSK;
-
2. het inhoud geven aan de strategische functie door:
-
a. het realiseren van en sturing te geven op integrale visievorming en strategieontwikkeling;
-
b. regie te voeren op proces en kalender strategieontwikkeling;
-
c. het proces van visie en strategie naar beleid en plannen aan te jagen;
-
3. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van uitvoerbaar strategisch kennis- (wetenschap,
onderzoek en technologie) en innovatiebeleid, het voeren van regie over de strategische
K&I-kalender van Defensie, alsmede de governance van de kennisinstellingen TNO, NLR
en Marin;
-
4. het coördineren van overkoepelend stakeholder engagement voor Defensie, borging van
de koers en plannen van Defensie en realiseren van betrokkenheid en steun bij onze
stakeholders;
-
5. Strategie en beleid t.b.v. het verhogen van het handelingsvermogen van Defensie tegen
hybride dreigingen en bijdragen aan een samenhangend whole-of-society antwoord op
hybride dreigingen;
-
6. het optreden als koppelvlak van Defensie met partners, waaronder denktanks, kennisinstituten
en relevante non-gouvernementele organisaties (NGO’s), zowel als opdrachtgever en
als aanspreekpunt op het gebied van visie, strategie en strategisch kennis- & innovatiebeleid;
-
7. Zorgdragen voor goede strategie- en beleidsinbedding van de dossiers nationale veiligheid,
civiel-militaire samenwerking, informatiegestuurd optreden (IGO) en het cyber- en
informatiedomein, inclusief inlichtingen.
Artikel 4. De Directie Operationeel Beleid en Plannen (DOBP)
De Directie Operationeel Beleid en Plannen staat onder leiding van de directeur Operationeel
Beleid en Plannen. Deze is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DOBP;
-
2. het door middel van bijdragen aan het proces van krijgsmachtontwikkeling ontwikkelen,
onderhouden en coördineren van operationeel beleid door vanuit een brede toekomstvisie
te zorgen voor een gezamenlijke vertaalslag van strategie naar beleid en uitvoering,
rekening houdend met de planvorming interdepartementaal en binnen NAVO, de EU en bi-
en multilaterale samenwerkingsverbanden. De afdeling Operationeel Beleid geeft, op
basis van gedegen analyses en zuivere afwegingen, inzicht in hoe de krijgsmacht van
de toekomst eruit moet komen te zien in capabilities en concepten op operationeel
niveau;
-
3. het omzetten van beleid in integrale/uitvoerbare plannen, inclusief prioritering,
passend binnen de financiële kaders en het beheer van het Defensie Lifecycle Plan
(DLP). De afdeling Integrale Plannen coördineert de inpassing van de planconsequenties
van het nieuwe beleid en is daarmee een integrerende link binnen het DGB;
-
4. het voorzien in een defensiebrede kennisbasis, door middel van het initiëren, coördineren,
programmeren en begeleiden van kennisopbouw en technologieontwikkeling/R&D, om tegemoet
te komen aan de kennisbehoefte van Defensie, en ter ondersteuning van capability development,
(grote) investeringsprojecten en operationele inzet;
-
5. het optreden als National Capability Director (NCD);
-
6. het optreden als plaatsvervangend DGB.
Artikel 5. De Directie Bedrijfsvoering en Evaluatie (DBE)
De Directie Bedrijfsvoering en Evaluatie staat onder leiding van de directeur Bedrijfsvoering
en Evaluatie. Deze is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DBE;
-
2. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van defensiebrede en domeinoverstijgende
visie, strategie en uitvoerbaar beleid op de gebieden Bedrijfsvoering en Besturing,
inclusief Compliance management, Risicomanagement, Monitoring & Evaluaties;
-
3. het defensiebreed sluiten van de PDCA-cyclus op het gebied van beleidsontwikkeling
door het regisseren en waar nodig uitvoeren beleidsevaluaties;
-
4. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van het beleid op het gebied van Integrale
Beveiliging, Gegevensbeschermingsrecht, Documentaire informatie/ Informatie-management
en Inkoopmanagement en Afstoten;
-
5. het namens de SG toezicht houden op naleving kaders beveiliging (BA) en gegevensbeschermingsrecht
(FG);
-
6. het faciliteren van het hoofd Afdeling Inkoop Management in de rol van Coördinerend Directeur Inkoop (CDI), met dien verstande dat op de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de
CDI het Taakbesluit Chief Procurement Officer Rijk en het taakbesluit Coördinerend
Directeur Inkoop Rijk, zoals vastgesteld in de ICBR van 16 maart 2021, van overeenkomstige
toepassing zijn.
-
7. het optreden als de Military National Security Authority, Chief Privacy Officer en Data Protection Officer (FG);
-
8. het in opdracht (van de SG of DGB) voeren van complexe bedrijfsvoeringsprogramma’s
of -projecten.
Artikel 6. De Hoofddirectie Personeel (HDP)
Met inachtneming van artikel 4, tweede lid, van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2021 staat de Hoofddirectie Personeel onder leiding van de hoofddirecteur Personeel. Deze
is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de HDP;
-
2. het ondersteunen van de politieke leiding in de rol van werkgever;
-
3. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van uitvoerbaar beleid op het gebied van
personeel, waaronder mede te verstaan veteranen en postactieven;
-
4. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van uitvoerbaar beleid op het gebied van
militaire gezondheidszorg (MGZ), waaronder mede te verstaan de wijze waarop het zorgaanbiederschap
binnen Defensie wordt uitgeoefend;
-
5. het voeren van overleg met de centrales van overheidspersoneel over de hoofdlijnen
van het personeelsbeleid en de arbeidsvoorwaarden;
-
6. het neerleggen van de ambtelijke rechtspositie en defensiespecifieke afspraken daarover
in de op Defensie van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Artikel 7. De Directie Materieel, Vastgoed en Duurzaamheid (DMVD)
De Directie Materieel, Vastgoed en Duurzaamheid staat onder leiding van de directeur
Materieel, Vastgoed en Duurzaamheid. Deze is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DMVD;
-
2. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van geïntegreerd, integraal en uitvoerbaar
beleid en visie op de gebieden van materieel, vastgoed en duurzaamheid in brede zin
waaronder onderwerpen zoals industriebeleid, DMP, (keten- en systeem)logistiek, ruimtelijke
ordening, luchtruim, facilitair management, omgevingsvraagstukken, klimaatdoelen,
circulaire economie en energieopgaven.
Artikel 9. De Directie Internationale Aangelegenheden (DIA)
De Directie Internationale Aangelegenheden staat onder leiding van de directeur Internationale
Aangelegenheden. Deze is belast met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DIA;
-
2. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van geïntegreerd, integraal en uitvoerbaar
beleid en visie op het gebied van EU, NAVO, VN, conflictpreventie, multilaterale en
bilaterale samenwerking en (samenwerking in) missies en operaties;
-
3. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van geïntegreerd, integraal en uitvoerbaar
beleid en visie op het gebied van (inter)nationale inzet en taken, inclusief het Caribisch
gebied, Koninkrijksrelaties, cyber, hybride dreigingen, en de KMar.
Artikel 10. De Directie Veiligheid (DV)
De Directie Veiligheid staat onder leiding van de directeur Veiligheid. Deze is belast
met de volgende taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan de DV;
-
2. het ontwikkelen, onderhouden en coördineren van visie en uitvoerbaar beleid op het
gebied van fysieke, sociale veiligheid en integriteit, waaronder ook bedrijfsveiligheid,-
gezondheid en milieuveiligheid worden begrepen;
-
3. het zekerstellen dat het aspect veiligheid en integriteit wordt meegenomen in beleid
op andere beleidsterreinen;
-
4. het (laten) vertalen van (inter)nationale wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid
naar Defensieregelgeving;
-
5. het beleidsmatig onderhouden van een concern-veiligheidsmanagementsysteem;
-
6. het onderhouden van contacten met de in- en externe toezichthouders en zuster- en
expertorganisaties voor het domein veiligheid en het appreciëren van de onderzoeken
die zij hebben uitgevoerd en waar nodig op basis van die onderzoeken veiligheid verhogende
maatregelen implementeren;
-
7. het vervullen van de rol van Concern Safety Policy Officer.
Artikel 11. Het Kabinet DGB
Het Kabinet DGB staat onder leiding van de chef Kabinet. Deze is belast met de volgende
taken:
-
1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur-Generaal
Beleid geven van ambtelijke leiding aan het Kabinet;
-
2. het coördineren en aansturen van de stukkenstroom binnen het DGB, waarbij zowel proces-
als kwaliteitsbewaking van belang zijn;
-
3. het coördineren van de voorbereiding van de overleggen waaraan de Directeur-Generaal
deelneemt alsmede het adviseren van de Directeur-Generaal, zijn directeuren en in
voorkomend geval de SG en de bewindspersonen, onder meer over de voorbereiding van
onderraden en ministerraad;
-
4. het opstellen van het bedrijfsplan van het DGB;
-
5. de bedrijfsvoering en het informatiemanagement van het DGB;
-
6. het namens de Directeur-Generaal uitzetten van opdrachten bij de directies;
-
7. het fungeren als DGB-aanspreekpunt voor interne, departementale en interdepartementale
functionarissen.
Artikel 12. Algemene taken en verantwoordelijkheden
De directeuren zijn, binnen hun aandachtsgebied, verantwoordelijk voor:
-
a. het adviseren en ondersteunen, dan wel het voeren van regie daarover, van de bewindspersonen
en de ambtelijke top;
-
b. het voorbereiden van onderraden en de (rijks)ministerraad;
-
c. het ondersteunen van de bewindspersonen bij hun interactie met het parlement door
met name:
-
1° het voorbereiden en opstellen van Kamerbrieven en de beantwoording van Kamervragen;
-
2° het tot stand (doen) brengen van rapportages;
-
3° het voorbereiden en ambtelijk ondersteunen van Kamerdebatten;
-
d. het vertegenwoordigen van Defensie in interdepartementale en internationale gremia,
bij decentrale overheden, bij private organisaties en bij burgers;
-
e. het bijdragen aan de uitvoerbaarheidstoets van de Commandant der Strijdkrachten;
-
f. het functioneel sturen door interne regelgeving en kaderstelling.
Artikel 13. Ondermandaat, volmacht en machtiging
-
1 Aan de directeuren, dan wel bij hun afwezigheid de respectievelijke plaatsvervangers,
worden mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten
van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen
ter uitvoering van de taken die ingevolge de artikelen 3 tot en met 12 van dit besluit tot hun werkterrein behoren.
-
4 Een document dat krachtens mandaat, volmacht of machtiging wordt ondertekend bevat
aan het slot de volgende formule:
DE << BEWINDSPERSOON>> VAN DEFENSIE
voor deze,
<< functie, handtekening en naam van de ondertekenaar >>
Ingetrokken worden:
-
− het Subtaakbesluit DAB 1992 d.d. 9 mei 1994;
-
− het Subtaakbesluit Hoofddirectie Personeel 2005 d.d. 1 mei 2005;
-
− het Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit HDP 2005 d.d. 1 januari 2005 (ongenummerd)
Dit besluit wordt aangehaald als: subtaak- en ondermandaatbesluit Directoraat-Generaal
Beleid 2022.
Artikel 16. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.