Tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen 2022–2023

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 30-04-2025.
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 16 maart 2022, nr. IENW/BSK-2022/42785, houdende vaststelling van de Tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen 2022–2023

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: een in Nederland gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die voornemens is een project uit te voeren als bedoeld in deze regeling;

  • Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit subsidies I en M;

  • stikstofgevoelig en met stikstof overbelast Natura 2000-gebied: een Natura 2000-gebied waarbij de daarin gelegen habitat gevoelig is voor atmosferische stikstofdepositie en waarbij de habitat overbelast is met stikstofdepositie, zoals gehanteerd wordt in de in de Regeling natuurbescherming voorgeschreven AERIUS Calculator;

  • RVO: de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • walstroomvoorziening: vaste of mobiele haveninfrastructuur waarmee een haven vaartuigen van elektrische stroom kan voorzien voor gebruik aan de kade;

  • zeeschip: een schip als bedoeld in artikel 1 van de Scheepvaartverkeerswet, met uitzondering van pleziervaartuigen;

  • subsidiabele kosten: kosten, met inbegrip van de planningskosten, ten behoeve van de aanleg van een walstroomvoorziening;

  • de Minister: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • zeehaven: een haven zoals bedoeld in artikel 2 van verordening (EU) 2017/352 van het Europees parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens;

  • project: een voor deze regeling subsidiabele activiteit, zijnde de aanschaf en installatie van een walstroomvoorziening voor zeeschepen.

Artikel 2. Doel en toepassingsbereik van de regeling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het doel van de regeling is het realiseren van enerzijds een reductie van de stikstofdepositie ten behoeve van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden die met stikstof overbelast zijn en ruimtelijke ontwikkelingen die gebruik maken van het SSRS en anderzijds het realiseren van een reductie van de geluidemissies en verbetering van de luchtkwaliteit door het stimuleren van de aanleg van walstroomvoorzieningen in Nederlandse zeehavens ten behoeve van de energievoorziening van zeeschepen.

  • 2 De Minister kan subsidie verstrekken aan een project als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3. Subsidieplafond en subsidiemaximum

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Voor de periode tot en met 31 december 2023 is voor de activiteit, als bedoeld in artikel 2, ten hoogste € 31.000.000,– beschikbaar:

    • a. € 18.000.000,– voor het jaar 2022;

    • b. € 13.000.000,– voor het jaar 2023.

  • 2 De in het eerste lid genoemde bedragen zijn als volgt verdeeld over vier tenderrondes, als bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a. voor de eerste tenderronde: € 10.000.000,–;

    • b. voor de tweede tenderronde: € 8.000.000,–;

    • c. voor de derde tenderronde: € 6.500.000,–;

    • d. voor de vierde tenderronde: € 6.500.000,–.

  • 3 De subsidie wordt verleend met toepassing van artikel 56 ter van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • 4 De subsidie bedraagt ten hoogste 35% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000.000,– per project.

Artikel 4. Specifieke afwijzingsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Onverminderd de in artikel 11 en 12 van het Kaderbesluit vermelde afwijzingsgronden, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a. al een subsidie is verstrekt op grond van deze regeling voor hetzelfde project;

  • b. de subsidieaanvraag niet of niet voldoende, is voorzien van de voor de aanvraag van belang zijnde stukken, die stukken duidelijk zijn, en de inhoudelijke en financiële aspecten helder en transparant onderbouwd zijn;

  • c. sprake is van ongeoorloofde cumulatie van steun als bedoeld in artikel 8 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • d. sprake is van een onderneming in moeilijkheden als bedoeld artikel 2, achttiende lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • e. indien de werkzaamheden aan het project reeds zijn aangevangen voordat de aanvraag voor de subsidie van dat project is ingediend en het stimulerend effect als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening daardoor ontbreekt; of

  • f. de subsidieverstrekking niet in overeenstemming is met enige andere bepaling in de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • g. voor een project in de derde en vierde tenderronde niet minimaal een stikstofdepositiereductie van 0,03 mol/hectare/jaar/miljoen euro subsidie per project wordt behaald.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden en selectiecriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie heeft betrekking op één project.

  • 2 De rangschikking, bedoeld in het vierde lid, wordt bepaald op basis van:

    • a. het aantal hectare met stikstof overbelaste stikstofgevoelige natuur binnen Natura 2000-gebieden in een straal van 25 kilometer rondom de walstroomvoorziening uit het project;

    • b. het aantal inwoners in een straal van 25 kilometer rondom de walstroomvoorziening uit het project;

    • c. de met in artikel 7, vierde lid, bedoelde berekende gemiddelde stikstofdepositiereductie in mol/hectare/jaar/euro subsidie in de met stikstof overbelaste stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden binnen een straal van 25 kilometer rondom de walstroomvoorziening.

  • 3 Aan alle in het tweede lid benoemde criteria wordt een gelijkwaardige wegingsfactor toegekend.

  • 4 Subsidieverlening vindt plaats door de subsidieaanvragen in een tenderronde, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, te rangschikken op basis van een onderlinge vergelijking van de subsidieaanvragen op basis van de selectiecriteria en de daarbij opgenomen weging, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde subsidieverlening op basis van een rangschikking wordt uitgevoerd door RVO.

Artikel 6. Voorschot

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Bij de beschikking tot subsidieverlening wordt een voorschot van maximaal 100% verleend.

Artikel 7. Aanvraagvereisten

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een aanvraag tot subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld digitaal formulier dat wordt geplaatst op de website van RVO.

  • 2 Een aanvraag kan worden ingediend bij RVO:

    • a. in de eerste tenderronde die loopt vanaf 21 maart 2022 09:00u tot en met 21 mei 2022 17:00u;

    • b. in de tweede tenderronde die loopt vanaf 1 september 2022 09:00u tot en met 4 november 2022 17:00u;

    • c. in de derde tenderronde die loopt vanaf 16 januari 2023 09:00u tot en met 31 maart 2023 17:00u; en

    • d. in de vierde tenderronde die loopt vanaf 19 juni 2023 09:00u tot en met 15 september 2023 17:00u.

  • 4 De aanvraag wordt vergezeld van:

    • a. een berekening van de in artikel 5, tweede lid, onder c, bedoelde gemiddelde stikstofdepositiereductie in mol/hectare/jaar;

    • b. een met de AERIUS-calculator uitgevoerde berekening van de stikstofdepositiereductie per hexagoon met stikstof overbelaste Natura 2000-gebieden binnen een straal van 25 kilometer rondom de walstroomvoorziening, die de basis vormt voor de onder a bedoelde berekening;

    • c. het in artikel 5, tweede lid, onder a, bedoelde aantal hectare;

    • d. een situatieschets van de betreffende walstroomvoorziening;

    • e. een onderbouwde begroting;

    • f. een projectplan.

Artikel 8. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het te subsidiëren project als bedoeld in artikel 2 wordt binnen 48 maanden na de startdatum van het project afgerond. De startdatum is maximaal 6 maanden na de subsidieverlening.

  • 2 De subsidieontvanger doet gedurende de uitvoering van het project, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8 van het Kaderbesluit, middels een jaarrapport en een eindrapport verslag van de voortgang van het project. Het eindrapport geeft de mate waarin het project naar verwachting gaat bijdragen aan het doel van deze regeling zoals opgenomen in artikel 2.

  • 3 De subsidieontvanger toont aan dat het project waarvoor de subsidie is verleend is verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4 De subsidieontvanger verleent medewerking aan een evaluatie door middel van verstrekking van gegevens die betrekking hebben op de effecten van de door hem op grond van deze regeling uitgevoerde activiteiten tot vijf jaar na de datum van de subsidievaststelling en voor zover medewerking redelijkerwijs van hem verwacht kan worden.

  • 5 De subsidieontvanger verschaft aan de Minister desgevraagd tot vijf jaar na de datum van subsidievaststelling gegevens over de hoeveelheid jaarlijkse geleverde elektriciteit van de walstroomvoorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 6 Met de Minister van Natuur en Stikstof kunnen gegevens van de aanvrager worden gedeeld met betrekking tot de criteria genoemd in artikel 5, tweede lid, het aanvraagvereiste in artikel 7, vierde lid, en de verplichting in het vijfde lid van dit artikel.

Artikel 9. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Binnen dertien weken nadat de activiteit is afgerond wordt door de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld digitaal formulier dat wordt geplaatst op de website van RVO.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de voor die datum aangevraagde subsidies.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen 2022–2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers