Van toepassing op alle wateren behalve de Noordzee (a – l):
a. Het voor een periode van ten hoogste zes maanden plaatsen en opslaan van bouwwerken,
bouwborden, materiaal en materieel om een werk of onderhoud te kunnen uitvoeren in,
op, boven, over of onder een oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk.
b. Evenementen die niet langer duren dan drie maanden.
c. Het plaatsen van een in- of uitstroomvoorziening, mits de in- of uitstroomsnelheid
maximaal 0,3 m/sec bedraagt, het niet tot schade aan vissen kan leiden en geen belemmering
vormt voor de vismigratie.
d. Het plaatsen van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening, inclusief de bijbehorende
voorzieningen, voor zover deze gelegen zijn buiten de vaarweg en bestemd zijn voor
niet-bedrijfsmatig gebruik, dan wel naar aard en omvang vergelijkbaar overig gebruik.
e. Het plaatsen van informatieborden, informatiezuilen, reclameborden, reclamezuilen,
sport- en speeltoestellen, gedenktekens, kunstobjecten, vlaggenmasten, tuin- en straatmeubilair
of in aard en omvang hiermee vergelijkbare objecten, waarvoor geen of een beperkte
fundering vereist is.
f. Terreinophogingen van minder dan 50 m3 per kadastraal perceel.
g. Het plaatsen van visfuiken of visnetten, mits deze niet geplaatst worden in de
onmiddellijke nabijheid van een vispassage of nevengeul.
h. Het uitvoeren van onderhoud en vervanging van bestaande objecten door objecten
van vergelijkbare aard en omvang en op dezelfde locatie.
i. Het op het maaiveldniveau aanbrengen van verhardingen en recreatieve voorzieningen,
niet zijnde een bouwwerk.
j. Het plaatsen van kabels en leidingen mits:
• Deze geen intrinsiek gevaarlijke stoffen transporteren.
• Deze niet parallel of als kruising in de veiligheidszone liggen van een primaire
of secundaire waterkering, een kunstwerk of een vaarweg.
• Deze niet aangelegd worden door een boring, waarbij lagen met verschillende stijghoogtes
worden doorkruist.
k. Onderzoeken die niet langer duren dan zes maanden.
l. Andere activiteiten die vanwege de aard, beperkte omvang of korte duur naar het
oordeel van de beheerder geen nadelige invloed hebben op het waterstaatkundige beheer.
Onderdelen 1d, 1e en 1g zijn niet van toepassing op kanalen.
|