Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 13-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2022 en zichtdatum 17-06-2025.
Geldend van 09-03-2022 t/m 31-12-2022

Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wmg, stelt de NZa beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van een vereffeningbedrag als bedoeld in artikel 56b van de Wmg.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder c en e van de Wmg, heeft de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) met brieven van 15 juli 2013 en 13 november 2020, met respectievelijk kenmerk 130899-106615-MC en 1776599-213723-PZo, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een tweetal aanwijzingen op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzingen zijn gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 20624 en 60466.

1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. Regionale ambulancevoorziening (RAV): de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

  • b. A1/A2 inzet (spoedeisende ambulancezorg): een inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance gezien de ernst van de melding binnen 15 minuten (A1) dan wel 30 minuten (A2) ter plaatse dient te zijn. De meldkamer stelt de classificatie vast.

  • c. Aanwezigheidsdiensten: een aanwezigheidsdienst is een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uur, waarin het personeel ’s nachts in de bedrijfsruimte op oproep beschikbaar is voor het verlenen van ambulancezorg.

  • d. Afhijsen brandweer: een in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde afhijsing van een patiënt naar een ambulance in situaties waarbij de afhijsing niet tot het wettelijk takenpakket van de brandweer behoort. Hiervan is sprake als de RAV aannemelijk kan maken dat de afhijsing noodzakelijk was met het oog op het beperken c.q. bestrijden van een directe bedreiging voor het leven of de gezondheid van de patiënt, die zich zou voordoen indien de patiënt op niet-horizontale wijze naar de ambulance zou worden vervoerd.1

  • e. Ambulance: ambulance, bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

  • f. Ambulancezorg: zorg, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen

  • g. B-inzet (niet-spoedeisende ambulancezorg): een inzet in opdracht van de meldkamer die vooraf is aangevraagd bij de meldkamer en waarbij geen sprake is van een spoedclassificatie.

  • h. Mobiel zorgconsult: een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot hulpverlening en/of vervoer van één of meerdere slachtoffers/patiënten, waarbij de noodzaak tot vervoer, na onderzoek dan wel hulpverlening ter plaatse, niet gebleken is. Inzetten uitgevoerd met piketauto’s en MICU-ambulances zijn geen mobiele zorgconsulten.

  • i. Budget: het betreft een budget voor de vergoeding van de kosten van de ambulancezorg en van de meldkamer.

  • j. Kilometer: het aantal verreden kilometers voor alle soorten inzetten gezamenlijk. Dat wil zeggen declarabele en niet-declarabele inzetten, inclusief mobiele zorgconsulten, loze inzetten en voorwaardenscheppende inzetten. Kilometers verreden met piketauto’s en MICU-ambulances vallen hier niet onder.

  • k. Loze inzet: een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot vervoer, waarbij tijdens de inzet of op de plaats van bestemming blijkt dat geen indicatie voor ambulancezorg (meer) aanwezig is.

  • l. Meldkamer: meldkamer als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet voor zover het gaat om de meldkamer ambulancezorg.

  • m. Meldkamerlocatie:

    • Monolocatie: meldkamerlocatie die alleen wordt gebruikt door de RAV.

    • Bilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV en politie of brandweer.

    • Trilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV, politie en brandweer.

  • n. Melding: een bericht c.q. aangifte bij de meldkamer ambulancezorg waarbij een inzet toegekend wordt. Het aantal meldingen (dat voor de vergoeding meldkamer wordt gehanteerd) wordt gebaseerd op de som van het aantal A1/A2-inzetten, B-inzetten en mobiele zorgconsulten, exclusief de loze inzetten.

  • o. MICU-ambulance: een Mobile Intensive Care Unit, bestaande uit een MICU-trolley en een IC-ambulance, ten behoeve van vervoer van een IC-patiënt tussen zorginstellingen.

  • p. Overtocht per (veer)boot: een overtocht per (veer)boot (niet ingericht voor het vervoer van patiënten) om de patiënt en evt. de ambulance over water te vervoeren.

  • q. Parate diensten: bij een parate dienst is het personeel direct inzetbaar. Het personeel is meestal op de standplaats aanwezig.

  • r. Piketauto: piketauto's zijn auto's die worden ingezet ten behoeve van de tijdige beschikbaarheid van personeel voor de ambulancezorg.

  • s. Inzet: een ambulance inzet die in opdracht van de meldkamer wordt uitgevoerd. De opdrachtverstrekking door de meldkamer bepaalt of sprake is van spoedeisende ambulancezorg of niet-spoedeisende ambulancezorg. Het aantal inzetten (dat voor de vergoeding ambulancezorg wordt gehanteerd) is gelijk aan de som van het aantal A1/A2 inzetten, B inzetten en mobiele zorgconsult inzetten, exclusief de loze inzetten.

  • t. Retourinzet: een inzet waarbij de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

  • u. Referentiekader spreiding en beschikbaarheid (S&B): het referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021 zoals opgesteld door het RIVM2 en vastgesteld door de Minister van VWS.

  • v. Representerende verzekeraar(s): zorgverzekeraars die door de leden van Zorgverzekeraars Nederland zijn aangewezen om namens hen een overeenkomst af te sluiten.

  • w. SARS-CoV-2 virus: Het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2. De World Health Organization heeft deze naam gegeven aan het novel coronavirus 2019-nCov. Dit novel coronavirus (2019-nCov) is aangemerkt als behorende tot groep A, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet publieke gezondheid. Covid-19 is een infectieziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2.

  • x. Standplaats: door RAV gebruikte locatie waar vandaan de ambulances vertrekken en waar voorzieningen zijn voor ambulancepersoneel en -materieel.3

  • y. Stand-by inzet: inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance zich verplaatst naar een bepaalde gebeurtenis of evenement vanwege de openbare orde of veiligheid.

  • z. Voorwaardenscheppende rit: een inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance naar een door de centralist bepaalde plaats rijdt om de beschikbaarheid van ambulancezorg te waarborgen.

  • aa. Vereffeningbedrag: het bedrag als bedoeld in artikel 56b Wmg. Bij een positief opbrengstresultaat (opbrengstoverschot) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. De betreffende zorgverzekeraar kan op basis van deze beschikking een bedrag ter hoogte van het positief opbrengstresultaat bij de betreffende RAV terug doen vorderen.

  • ab. Verrekenbedrag: bij een negatief opbrengstresultaat (opbrengsttekort) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. Een RAV kan op basis van de beschikking een bedrag ter hoogte van het negatief opbrengstresultaat bij de betreffende verzekeraar in rekening brengen.

2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het doel van deze beleidsregel is het beleid van de NZa vast te leggen met betrekking tot de vaststelling van prestaties en tarieven voor ambulancezorg geleverd door of vanwege de RAV-en. Daarnaast wordt met deze beleidsregel het beleid vastgelegd met betrekking tot de opbrengstverrekening tussen RAV-en en zorgverzekeraars.

3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel is van toepassing op ambulancezorg geleverd door of vanwege een Regionale ambulancevoorziening dat in Nederland aanvangt en eindigt of dat bestaat uit spoedeisend grensoverschrijdend vervoer vanaf of naar de Belgische of Duitse grens.4

4. Procedure vaststelling budget en opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De onderstaande procedure heeft betrekking op de vaststelling van het totale budget. De RAV ontvangt één budget met daarin de vergoeding voor zowel de ambulancezorg als de vergoeding voor de meldkamer.

4.1. Voorlopig opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Indien een risico bestaat op liquiditeitstekorten of -overschotten als gevolg van een verwacht (voorspelbaar) opbrengsttekort of opbrengstoverschot, is het mogelijk om vóór 1 januari jaar (t) een aanvraag voor voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening bij de NZa in te dienen voor jaar (t). Daarnaast is het mogelijk vóór 1 oktober jaar (t) eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening aan te vragen ten behoeve van onvoorziene opbrengsttekorten of opbrengstoverschotten jaar (t). Voor deze aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

Voor het vaststellen van de verrekeningen voor het voorlopig opbrengstresultaat hanteert de NZa de procedure zoals bepaald in artikel 4.2.1 van deze beleidsregel. In het geval van twee eenzijdige aanvragen wordt, indien het voorlopig opbrengstresultaat negatief is, het laagste aangevraagde voorlopig opbrengstresultaat als uitgangspunt genomen. De NZa kan hiervan afwijken indien de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De aanvraag voor het overeengekomen opbrengstresultaat (zowel de maandelijkse verrekening als de aanvullende) is optioneel. In tegenstelling tot artikel 4.2.1 zal de NZa daarom partijen niet aanschrijven indien indiening uitblijft.

4.1.1. Aanvraag en vaststelling overeengekomen maandelijks voorlopig opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Vóór 1 oktober van jaar (t-1) maakt de NZa via haar website de voorlopige indexcijfers voor jaar (t) bekend. Daarnaast stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar uiterlijk in oktober jaar (t-1). De NZa geeft bij goedkeuring van het ingevulde formulier in begin jaar (t) een beschikking af met maandelijkse verreken- of vereffenbedragen.

Indien partijen een tussentijdse maandelijkse verrekening, ofwel de voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening wensen voor jaar (t), ontvangt de NZa de aanvraag vóór 1 april jaar (t). Op basis van deze aanvraag en de rato van marktaandelen van jaar (t-2) geeft de NZa beschikkingen af waarmee de RAV met betreffende zorgverzekeraars een deel van het voorlopige opbrengstresultaat maandelijks onderling kan verrekenen.

4.1.2. Aanvraag en vaststelling overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Uiterlijk in juli jaar (t) stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar. RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen dit formulier vóór 1 oktober jaar (t) bij de NZa indienen met het verzoek om eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening vast te stellen. De NZa geeft bij goedkeuring aanvullende beschikkingen af met eenmalige verreken- of vereffenbedragen die RAV en zorgverzekeraars onderling kunnen afrekenen ten behoeve van het opbrengstresultaat jaar (t).

4.2. Procedure aanvraag definitief budget

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het budget met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Het nacalculatieformulier bevat de nacalculatieposten op hoofdlijnen. Na verwerking van de nacalculatie met betrekking tot jaar (t) wordt het budget met betrekking tot jaar (t) of onderdelen daarvan niet meer gewijzigd. Vóór 1 juli jaar (t+1) leveren de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) gezamenlijk de overeengekomen definitieve bedragen aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). Bij deze aanvraag dienen de RAV en zorgverzekeraar(s) gebruik te maken van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

4.2.1. Tweezijdige aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Aanvragen die tweezijdig zijn ingediend, worden door de NZa in behandeling genomen. Het tweezijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.2. Enkele eenzijdige aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Bij ontvangst van slechts één eenzijdige aanvraag wordt partijen verzocht om binnen vier weken gezamenlijk tot een definitief budget te komen en de eventueel bereikte overeenstemming in de vorm van een tweezijdige aanvraag bij de NZa in te dienen. Indien binnen de termijn van vier weken geen tweezijdige aanvraag wordt ingediend, neemt de NZa het eenzijdige verzoek in behandeling.

Het eenzijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.3. Eenzijdige aanvraag RAV en zorgverzekeraar

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Indien de zorgverzekeraar(s) en RAV afzonderlijk van elkaar een afwijkende aanvraag indienen, zal de NZa de laagst ingediende aanvraag verwerken. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregels hiertoe aanleiding geven en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.4. Meerdere soorten aanvragen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Indien binnen de indieningstermijn meerdere van bovenstaande situaties zich voordoen, zal de NZa de laatst ingediende aanvraag in behandeling nemen.

Daarnaast geldt dat ingediende aanvragen na de indieningstermijn niet in behandeling worden genomen indien eerder al een aanvraag door de NZa binnen de gestelde indieningstermijn is ontvangen.

4.2.5. Geen of onvolledige aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft de gegevens om tot vaststelling van het definitieve budget te komen. Indien geen aanvraag wordt ingediend, dan wel indien de aanvraag onvolledig is, schrijft de NZa de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) aan om alsnog binnen vier weken een gezamenlijke aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren.

Indien na vier weken wederom geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, stelt de NZa het budget vast op 80% van het vastgestelde budget van jaar (t-1).

Wanneer de NZa binnen bovenstaande termijn alsnog een tweezijdige aanvraag, eenzijdige aanvraag, of meerdere eenzijdige aanvragen ontvangt, geldt de op die situatie betrekking hebbende procedure van bovenstaande artikelen. Echter, bij de enkele eenzijdige aanvraag wordt deze niet nogmaals voorgelegd aan de partij die de aanvraag niet heeft ondertekend, maar neemt de NZa de eenzijdige aanvraag in behandeling.

4.3. Definitief opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het opbrengstresultaat met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV haar definitieve opbrengsten jaar (t) aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). De NZa legt het definitief opbrengstresultaat vast in een beschikking.

4.3.1. Aanvraag opbrengsten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) met betrekking tot jaar (t) aan bij de NZa.

Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier. Dit formulier maakt onderdeel uit van het nacalculatieformulier.

De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. Dit betreffen de declaraties van de volgende prestaties:

I001 – Beladen vervoerskilometer

I002 – Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

I003 – Stand-by

I005 – Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

I006 – MICU-vervoer

I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

De opbrengsten bevatten niet de gedeclareerde verrekenbedragen (dus niet prestatie I020 en I021).

Zie voor de verplichting tot aanlevering van de opbrengsten: de Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen.

4.3.2. Procedure vaststelling opbrengstresultaat

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Ten behoeve van de opbrengstverrekening stelt de NZa gelijktijdig met vaststelling van het definitief budget jaar (t) in najaar (t+1) het positieve dan wel negatieve opbrengstresultaat jaar (t) vast. Dit resultaat is gelijk aan het totaal van de gedeclareerde tarieven jaar (t) minus de som van het definitieve budget jaar (t).

De onderstaande bepalingen gelden bij de definitieve vaststelling van het opbrengstresultaat.

4.3.2.1. Volledige aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Ten behoeve van het vaststellen van het definitieve opbrengstresultaat jaar (t) worden de werkelijke opbrengsten (gelijk aan het totaal van gedeclareerde tarieven ter dekking van het budget jaar (t)) door de RAV opgegeven met bijbehorende controleverklaring door de externe accountant. Bij de werkelijke opbrengsten wordt ook de verdeling van deze opbrengsten over de verzekeraars in jaar (t) opgegeven. Op basis van deze gegevens kan de NZa per RAV de marktaandelen van de verzekeraars berekenen. Deze marktaandelen gebruikt de NZa voor de definitieve opbrengstverrekening.

4.3.2.2. Geen of onvolledige aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is, of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft tenminste de gegevens zoals deze ten aanzien van de opbrengsten in het beschikbaar gestelde formulier worden opgevraagd.

Indien geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, schrijft de NZa de RAV aan om alsnog binnen vier weken een aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt voor vaststelling van het opbrengstresultaat de hiernavolgende systematiek gevolgd.

Indien binnen vier weken alsnog geen aanvraag wordt ingediend, dan wel wordt aangevuld, gaat de NZa over tot ambtshalve vaststelling wegens het ontbreken van informatie van het opbrengstresultaat en daarmee ook tot ambtshalve vaststelling van het definitieve vereffening- dan wel verrekenbedrag voor de betreffende RAV en zorgverzekeraar. De NZa stelt de opbrengsten daarbij vast op 120% van het definitieve budget, tenzij uit nadere informatie blijkt dat een ander percentage als meer gerechtvaardigd wordt beoordeeld door de NZa. Partijen dienen dergelijke informatie zelf aan te dragen.

4.4. Definitieve opbrengstverrekening

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De definitieve opbrengstverrekening jaar (t) wordt volgend op de vaststelling van het definitief budget jaar (t) en het opbrengstresultaat jaar (t) vastgesteld. Op basis van de definitieve opbrengstverrekening jaar (t) in jaar (t+1) en eventuele tussentijdse verrekeningen, wordt door partijen onderling bepaald welke verrekening nog plaats moet vinden met betrekking tot jaar (t).

4.4.1. Vereffeningbedrag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De NZa berekent het definitief terug te vorderen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve vereffeningsbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het vereffeningbedrag kan de zorgverzekeraar het door de NZa berekende (resterende) opbrengstoverschot in rekening brengen bij de betreffende RAV.

4.4.2. Verrekenbedrag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De NZa berekent het definitief in rekening te brengen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve verrekenbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het verrekenbedrag kan de RAV het door de NZa berekende (resterende) opbrengsttekort in rekening brengen bij de betreffende zorgverzekeraar.

5. Vergoeding ambulancezorg

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De vergoeding voor ambulancezorg is opgebouwd uit vijf onderdelen: een loonkostenvergoeding, wagenparkvergoeding, productievergoeding, vrije marge en restvergoeding. Deze onderdelen worden achtereenvolgens toegelicht:

5.1. Loonkostenvergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De loonkostenvergoeding bestaat uit zes onderdelen:

  • S&B-vergoeding

  • Flexibilisering S&B-vergoeding

  • Vergoeding ouderenbeleid

  • Opleidingsvergoeding

  • Overige loonkosten

  • Vergoeding MICU-chauffeur

5.1.1. S&B-vergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De S&B-vergoeding wordt genormeerd op basis van de parameteraantallen (diensten) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021.

De NZa classificeert alle individuele standplaatsen in een regio naar ‘paraatheidsdienst’ of ‘aanwezigheidsdienst’. Hiervoor gebruikt de NZa de inwoneraantallen en gewogen omgevingsadressendichtheid (OAD) 2020 van het RIVM. Bij de classificatie hanteert de NZa een dagindeling gebaseerd op 3 blokken (van 0 tot 8 uur, van 8 tot 16 uur, van 16 tot 24 uur). In het dagdeel 8–16u worden alle standplaatsen gefinancierd op basis van paraatheidsdienst.

Voor de overige tijdsblokken geldt:

  • Standplaatsen met een inwonersklasse van 3 en hoger én een gewogen omgevingsadressendichtheid klasse van 3 en hoger worden op basis van paraatheidsdienst gefinancierd.

  • Alle overige standplaatsen worden op basis van aanwezigheidsdiensten gefinancierd.

Zie onderstaande tabellen voor de klasse-indelingen.

Klasse-indeling inwoneraantal

Klasse

Van

Tot

1

0

15.000

2

15.000

42.500

3

42.500

95.000

4

95.000

160.000

5

160.000

Klasse-indeling omgevingsadressendichtheid

Klasse

Van

Tot

1

0

350

2

350

750

3

750

1.250

4

1.250

2.000

5

2.000

Afhankelijk van de uitkomst van de classificatie van de standplaats vermenigvuldigt de NZa het aantal ambulances per dagdeel, zoals in het referentiekader opgenomen, met de in onderstaande tabel vermelde loonkostenbedragen (prijspeil voorlopig 2022, afgerond in euro’s). Een optelling van deze bedragen vormt de S&B-vergoeding, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Loonkostenbedragen S&B-vergoeding per dagdeel
 

Aanwezigheid

Paraatheid

Aanwezigheid

Paraatheid

Paraatheid

 

0–8u

8–16u

16–24u

0–8u

16–24u

Werkdag

€ 146.215

€ 235.907

€ 240.944

€ 284.911

€ 258.354

Zaterdag

€ 32.411

€ 53.412

€ 55.793

€ 61.217

€ 59.384

Zondag

€ 41.609

€ 72.326

€ 68.266

€ 72.326

€ 72.326

5.1.2. Flexibilisering S&B-vergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

RAV en representerende verzekeraar(s) kunnen in uitzonderingssituaties gezamenlijk een loonkostenvergoeding overeenkomen voor het oplossen van specifieke knelpunten in de ambulancezorg. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze vergoeding wordt niet in behandeling genomen.

5.1.3. Vergoeding ouderenbeleid

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De vergoeding ouderenbeleid is gelijk aan de vergoeding ouderenbeleid jaar (t-1), tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.4. Opleidingsvergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De opleidingsvergoeding wordt berekend als 3,89% van de maximaal berekende S&B-vergoeding (5.1.1), tenzij lager overeengekomen in overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.5. Overige loonkosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021 kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst:

 

AWD

Paraat

P/AWD

Paraat*

Paraat*

 

0–8u

8–16u

16–24u

0–8u

16–24u

Werkdag

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

Zaterdag

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

Zondag

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

5.1.6. Vergoeding MICU-chauffeur

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De vergoeding MICU-chauffeur is gelijk aan de vergoeding MICU-chauffeur jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.2. Wagenparkvergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De wagenparkvergoeding wordt genormeerd op basis van het aantal ambulances.

  • Kosten per ambulance: € 44.144,–.

De wagenparkvergoeding wordt berekend op basis van het aantal ambulances in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3. Productievergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De productievergoeding bestaat uit 4 onderdelen:

  • Productievergoeding kilometers

  • Productievergoeding inzetten

  • Productievergoeding afhijsingen brandweer

  • Productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter

5.3.1. Productievergoeding kilometers

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De productievergoeding kilometers wordt genormeerd op basis van het aantal kilometers van alle inzetten gezamenlijk. Inzetten met piketauto’s en MICU’s vallen hier niet onder.

  • Materiële kosten per kilometer: € 0,31

  • Brandstofkosten per kilometer: € 0,255

De productievergoeding kilometers wordt berekend op basis van het aantal kilometers in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3.2. Productievergoeding inzetten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De productievergoeding inzetten wordt genormeerd op basis van het totaal aantal inzetten.

  • Kosten per inzet: € 20,12

De productievergoeding inzetten wordt berekend op basis van het aantal inzetten in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Het aantal inzetten wordt overeengekomen in het overleg tussen RAV en de zorgverzekeraar(s). Indien geen overeenkomst tot stand komt, gelden de bepalingen in artikel 4.2.

5.3.3. Productievergoeding afhijsingen brandweer

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De component productievergoeding afhijsingen brandweer bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde hijswerkzaamheden van de patiënt. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding afhijsingen brandweer van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Deze component wordt berekend op basis van het aantal overeengekomen afhijsingen en het overeengekomen bedrag per afhijsing. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.3.4. Productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door derden uitgevoerde overtochten per (veer)boot van de patiënt en eventueel ambulance, of door middel van een ambulancehelikopter. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze component wordt berekend op basis van het overeengekomen aantal overtochten per (veer)boot of ambulancehelikopter en het overeengekomen bedrag per overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.4. Vrije marge ambulancezorg

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De vrije marge is bedoeld voor innovatie, verbetering van de zorgkwaliteit en verbetering van de prestaties en wordt door de RAV en de zorgverzekeraars gezamenlijk overeengekomen en bedraagt ten hoogste 4,5% van de S&B-vergoeding.

5.5. Restvergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De restvergoeding bestaat uit de volgende componenten:

  • Huisvesting

  • Piketauto’s

  • Directie en administratie

  • Rentevergoeding

  • Controleprotocol

  • Afschrijving dubieuze debiteuren

  • Initiële scholing

  • Overige kosten

  • Wijziging aanbod acute zorg

  • Vergoeding verbruikskosten AED’s

  • Pilots voor zorg op de juiste plaats

  • Meerkosten covid-19

5.5.1. Huisvesting

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Afschrijving huisvesting:

De afschrijving voor huisvesting is gelijk aan de afschrijving huisvesting uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Materiële kosten huisvesting:

De materiële kosten huisvesting zijn gelijk aan de materiële kosten huisvesting jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.2. Vergoeding piketauto’s

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De component piketauto’s is gelijk aan de component piketauto’s jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.3. Directie en administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De component directie en administratie is gelijk aan de component directie en administratie uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.4. Rentevergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De rentevergoeding is gelijk aan de rentevergoeding in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.5. Controleprotocol

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component controleprotocol uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.6. Afschrijving dubieuze debiteuren

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de afschrijving dubieuze debiteuren uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.7. Initiële scholing

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de initiële scholing voor de instroom van ambulancemedewerkers. Initiële scholingskosten voor verpleegkundig centralisten zijn ook opgenomen in deze post. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021 kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst:

  • werkdagen: € 16.355,–

  • zaterdag en zondag: € 3.271,–

5.5.8. Overige kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1. Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige kosten. Deze post dient ter vergoeding van kosten waar de budgetonderdelen zonder maximumvergoeding, geen ruimte voor bieden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen onder deze component tijdelijk de kosten voor ambulancezorg met psychiatrische hulpverlening worden afgesproken indien de overige budgetparameters waarvoor een maximum geldt, daarvoor geen ruimte bieden.

5.5.9. Wijziging aanbod acute zorg

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze post bevat de aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg.

RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen hiervoor gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvraag bevat extra middelen voor zowel loon- als materiële kosten, en kapitaallasten.

Voor de aanvraag gelden de volgende criteria.

  • 1. Er is daadwerkelijk sprake van een (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg in de veiligheidsregio van de RAV.

  • 2. De zorgplicht van de zorgverzekeraar wordt geborgd met uitbreiding van ambulancezorg. Dit blijkt uit een doorrekening van het RIVM, waarin het effect van de voorgestelde uitbreiding van de ambulancezorg op de aanrijdtijden vergeleken wordt met de situatie zonder de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg.

  • 3. De voorgestelde oplossing is besproken in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ).

  • 4. De aanvraag voor budgetuitbreiding heeft alleen betrekking op spoedvervoer binnen de regio.

  • 5. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Eén enkele eenzijdige aanvraag voor een RAV wordt niet in behandeling genomen. Bij meerdere eenzijdige aanvragen voor een RAV gelden de bepalingen zoals genoemd in artikel 4.2 van deze beleidsregel.

  • 6. De aangevraagde budgetuitbreiding is voor wat betreft de loonkosten maximaal het bedrag zoals berekend met de parameter-loonkostenbedragen S&B uit artikel 5.1.1 van deze beleidsregel.

  • 7. Bij de aangevraagde budgetuitbreiding wordt voor wat betreft de materiële kosten aangesloten bij de bepalingen in de artikelen 5.2, 5.3 en 5.5 uit deze beleidsregel.

  • 8. Budgetuitbreiding is niet mogelijk als voor het betreffende specialisme en de betreffende locatie aan het ziekenhuis een beschikbaarheidbijdrage SEH of beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde is toegekend.

  • 9. De RAV komt pas voor budgetuitbreiding in aanmerking als de bestaande budgetafspraken het maximum van de beleidsregelruimte binnen het loonkostenbudget benutten.

  • 10. De extra middelen worden door de RAV alleen gebruikt voor ambulancezorg.

  • 11. De aanvraag bevat een Plan van Aanpak, waaruit blijkt dat aan bovenstaande criteria is voldaan. Het Plan van Aanpak bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:

    • situatiebeschrijving waaruit de (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg blijkt;

    • borging van de bereikbaarheid van acute zorg middels uitbreiding van ambulancezorg;

    • analyse van het RIVM, waaruit het effect op de aanrijdtijden van de voorgestelde oplossing blijkt;

    • planning;

    • afspraken binnen het ROAZ over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;

    • afspraken met zorgverzekeraars over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;

    • onderbouwing en specificering van de kosten.

Ad 5

Aanbieders en representatieve zorgverzekeraars zijn het eens over de noodzaak van de extra benodigde middelen en over het Plan van Aanpak. Over de hoogte van het bedrag kunnen zorgaanbieder en zorgverzekeraar wel van mening verschillen, wat resulteert in twee eenzijdige aanvragen. Hierbij honoreert de NZa in principe de laagste aanvraag. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregel hiertoe aanleiding geeft en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld.

Aanvraagprocedure

De ‘Aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg’ worden via het door de NZa beschikbaar gestelde budgetformulier aangevraagd.

De budgetuitbreiding wordt door partijen opgenomen op de regel overige kosten bij de aanvraag van het definitief budget (zie artikel 4 van deze beleidsregel). Hier dient tevens het plan van aanpak te worden ingediend.

5.5.10. Vergoeding gebruikerskosten AED

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze post bevat de vergoeding van de gebruikerskosten van automatische externe defibrillatoren (AED’s) door AED-eigenaren en een vergoeding voor de administratieve afhandeling hiervan door RAV’s.

De nota’s horend bij de direct aan de inzet van de AED gebonden kosten worden door de RAV rechtstreeks uitbetaald aan de AED-eigenaar, niet zijnde een Wmg-zorgaanbieder. De RAV en representerende zorgverzekeraar komen een bedrag overeen voor de kosten die de RAV maakt voor afhandelen van de ontvangen nota’s.

5.5.11. Pilots voor zorg op de juiste plaats

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze post bevat de financiële middelen voor pilots ten behoeve van coördinatie van de juiste zorg op de juiste plaats. De pilots komen in overleg met RAV, representerende verzekeraar(s), ZN en AZN tot stand.

De aanvraag voor deze post is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze post wordt niet in behandeling genomen.

5.5.12. Meerkosten covid-19

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar (t) een bedrag overeenkomen voor de kosten die direct verband houden met het SARS-CoV-2 virus. De kosten kunnen alleen worden afgesproken onder deze post als er een schriftelijke afspraak is gemaakt tussen de RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze post kan niet worden gebruikt als compensatie voor de overige budgetparameters in deze beleidsregel.

5.6. Ambulanceinzetten luchthaven Schiphol

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In sommige gevallen vervoert de Airport Medical Services (AMS) patiënten vanaf Schiphol naar een dichtbij gelegen instelling over de openbare weg. Deze inzetten worden aangemeld bij de RAV Kennemerland. Deze inzetten zijn als zodanig niet opgenomen in het referentiekader S&B. De financiering van deze inzetten is daardoor niet verwerkt in een budget van een RAV.

Voor de ambulance-inzetten vanaf het terrein luchthaven Schiphol gelden de volgende prestaties:

  • I001 – Beladen vervoerskilometer

  • I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

6. Vergoeding meldkamer

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het budget voor de meldkamer is opgebouwd uit de volgende vier budgetcomponenten:

  • Loonkostenbedragen meldkamercentralisten

  • Overige loonkosten

  • Materiële kosten meldkamersystemen

  • Kapitaallasten

6.1. Loonkostenbedragen meldkamercentralisten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De loonkostenbedragen voor meldkamercentralisten worden weergegeven als een bedrag per meldtafel per dagdeel (prijspeil voorlopig 2022). Het benodigde aantal meldtafels per dagdeel wordt bepaald in onderling overleg tussen RAV en representerend(e) verzekeraar(s). Er is onderscheid tussen het bedrag per meldtafel voor een verpleegkundig centralist ten opzichte van een niet-verpleegkundig centralist.

Het totale budget voor de loonkostenbedragen meldkamercentralisten wordt bepaald door het aantal meldtafels per dagdeel te vermenigvuldigen met het loonkostenbedrag per dagdeel. De som van deze bedragen vormt de vergoeding voor loonkosten

van meldkamercentralisten, tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Loonkostenbedragen per meldtafel voor de verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag VC

€ 161.563

€ 136.546

€ 148.005

Zaterdag VC

€ 34.566

€ 30.581

€ 33.630

Zondag VC

€ 40.668

€ 40.668

€ 40.668

Loonkostenbedragen per meldtafel voor de niet-verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag NVC

€ 134.104

€ 109.087

€ 120.546

Zaterdag NVC

€ 28.932

€ 24.947

€ 27.996

Zondag NVC

€ 34.325

€ 34.325

€ 34.325

6.2. Overige loonkosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor het aantal meldkamerdiensten wordt uitgegaan van het overeengekomen aantal meldtafels. Dit wordt vermenigvuldigd met onderstaand normbedrag, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Opslag per meldkamerdienst voor de verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag

€ 9.591

€ 9.591

€ 9.591

Zaterdag

€ 1.968

€ 1.968

€ 1.968

Zondag

€ 2.216

€ 2.216

€ 2.216

Opslag per meldkamerdienst voor de niet-verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag

€ 9.542

€ 9.542

€ 9.542

Zaterdag

€ 1.958

€ 1.958

€ 1.958

Zondag

€ 2.204

€ 2.204

€ 2.204

6.3. Materiële kosten meldkamersystemen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

6.3.1. Kosten voor AVLS-GIS.

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component AVLS-GIS uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.2. Kosten voor het triagesysteem.

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component triagesysteem uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.3. Kosten voor de planmodule voor B-ritten.

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component planmodule voor B-ritten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.4. Kosten voor het landelijk beheer ICT.

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component landelijk beheer ICT uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.5. Kosten voor rittensturing en -analyse software

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component rittensturing en -analyse software uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.6. Verbindingskosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component verbindingskosten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.7. Overige materiële kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze component is gelijk aan de component overige materiële kosten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.4. Rentekosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De rentevergoeding van de meldkamer is gelijk aan de rentekosten in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

7. Prestaties en tarieven

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

7.1. Prestaties en tarieven

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Voor ambulancezorg worden de volgende prestaties gehanteerd.

I001 Beladen vervoerskilometer

Het I001-tarief is een tarief per beladen kilometer voor alle A1/A2 en B-inzetten. Het aantal beladen kilometers is het aantal kilometers met de patiënt in de ambulance, berekend aan de hand van een postcodetabel, met een hieraan gekoppelde routeplanner. Bij de berekening wordt uitgegaan van de snelste route tussen de locatie waar de patiënt wordt opgehaald en de locatie waar de patiënt wordt afgeleverd.

I002 Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

Het I002-tarief is een tarief per inzet indien er sprake is van niet-spoedeisende ambulancezorg. Het I002 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

Onder niet-spoedeisende ambulancezorg valt ook:

  • Interklinisch vervoer, het vervoer van een klinische patiënt met een ambulance tussen instelling A en instelling B, met uitzondering van MICU-vervoer6. De kosten van het interklinisch vervoer zijn voor de verzekeraar, wanneer sprake is van vervoer in verband met

    • (1) WBMV functies (ex. Art. 2 en 8) (zogenaamde topklinische zorg) of,

    • (2) topreferente zorg of,

    • (3) overname van de patiënt door instelling B (dus bij ontslag in instelling A).

    Indien geen sprake is van één van de bovengenoemde redenen tot vervoer, is sprake van onderlinge dienstverlening tussen instellingen (uitbesteding van zorg) en zijn de kosten voor het vervoer voor de uitsturende instelling.

  • Intraklinisch vervoer, het vervoer van een klinisch patiënt met een ambulance tussen verschillende locaties van dezelfde instelling of het vervoer terug naar de instelling van verblijf, met uitzondering van MICU-vervoer. De kosten voor dit vervoer zijn altijd voor de instelling.

I003 Stand-by

Het I003 tarief geldt per uur wachttijd gedurende het stand-by houden van een ambulance in verband met de openbare orde dan wel openbare veiligheid. De opdracht hiervoor wordt gegeven door de meldkamer en valt in het reguliere dienstrooster. Voor uurdelen geldt het tarief naar evenredigheid. Het I003-tarief kan niet worden gedeclareerd voor wachttijd bij een instelling voor het ophalen van een patiënt.

I005 Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

Het I005-bandbreedtetarief is een tarief per uur inzet van een ambulance voor spoedvervoer in het buitenland. De tijd wordt gemeten vanaf het moment van ontvangst van de opdracht tot het moment van overdracht van de patiënt aan de instelling. Het buitenlandvervoer, de repatriëring van patiënten uit het buitenland, valt hier niet onder. Deze inzet telt niet mee in het budget.

I006 MICU-vervoer

Interklinisch vervoer (tussen instelling A en instelling B) van een IC-patiënt met een MICU-ambulance, begeleid door een MICU-team, bestaande uit een IC-arts of intensivist en een MICU-verpleegkundige, beiden aantoonbaar bekwaam in het uitvoeren van MICU-vervoer. MICU vervoer vindt plaats op verzoek van een MICU-coördinatiecentrum.

I010 Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

Het I010-tarief is een tarief per declarabele inzet indien er sprake is van spoedeisende ambulancezorg (A1- of A2-inzet).

Het I010 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

I020 Verrekenbedrag

Prestatie I020 wordt gebruikt om bij een negatief opbrengstresultaat het tekort aan opbrengsten bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen met inachtneming van de tussentijdse verrekeningen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jaar t.

I021 Maandelijks verrekenbedrag

Prestatie I021 wordt gebruikt om een verwacht negatief opbrengstresultaat maandelijks bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen. De hoogte van het tarief maakt onderdeel uit van de aanvraag voor het verrekenbedrag in het najaar van jaar (t-1). De NZa stelt de hoogte van het tarief daarbij vast op aangevraagd tarief gedeeld door 12 en rekent de bedragen toe aan de betrokken zorgverzekeraars op basis van de meest recente beschikbare marktaandelen.

I022 Onderlinge dienstverlening

De prestatie I022 wordt gebruikt door de onderaannemer die in opdracht van de RAV ambulancezorg verleent.

Voor de prestatie onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wmg. De onderaannemer en de RAV maken hiervoor dus zelf een tariefafspraak. De RAV blijft bij onderlinge dienstverlening verantwoordelijk voor de ambulancezorg en brengt de door de NZa vastgestelde prestaties die ter dekking van het budget dienen, in rekening bij de zorgverzekeraar of instelling.

De tarieven zijn opgenomen in de tariefbeschikkingen.

7.2. Prestatiecodes

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Bij de declaratie van de onder 7.1 genoemde prestaties zijn de volgende tarieven en prestatiecodes van toepassing.

Prestatiecode

 

Verrichting-

Code

Tarief

I

001

Beladen vervoerskilometer

196001

Zie tariefbeschikking

I

002

Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

196002

Zie tariefbeschikking

I

003

Stand-by (per uur)

196003

Zie tariefbeschikking

I

005

Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances (bandbreedte tarief)

196005

Zie tariefbeschikking

I

006

MICU-vervoer

196006

Zie tariefbeschikking

I

010

Spoedeisende ambulancezorg (A1- / A2-inzet)

196010

Zie tariefbeschikking

I

020

Verrekenbedrag

 

Zie individuele tariefbeschikking

I

021

Maandelijks verrekenbedrag

 

Zie individuele tariefbeschikking

I

022

Onderlinge dienstverlening

190064

Zie tariefbeschikking

7.3. Declaratiebepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

7.3.1. Declaratie van een retourinzet

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Bij een retourinzet kunnen het tarief per inzet en het beladen vervoerskilometertarief (zie 7.2) voor zowel de heen- als de teruginzet worden gedeclareerd. Er is sprake van een retourinzet als de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

7.3.2. Declaratie van een inzet waarbij meerdere patiënten vervoerd worden

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Indien tijdens een inzet meerdere patiënten in één ambulance worden vervoerd kan aan elke patiënt het evenredige deel van 150% van het enkelvoudig inzet- en kilometerbedrag worden gedeclareerd (zie 7.2).

7.3.3. Declaratie van het stand-by tarief

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het stand-by tarief (I003) wordt in rekening gebracht aan de aanvrager van het stand-by houden van een ambulance.

8. Indexatie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Alle in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn op prijspeil voorlopig 2022 vastgesteld, tenzij anders vermeld. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de in artikelen 8.1 t/m 8.3 genoemde indices.

8.1. Indexatie loonkosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het totaal van de vergoeding voor loonkosten opgenomen in het budget wordt aangepast met de loonindex op basis van de door de Minister van VWS aangegeven overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova). Zolang de ova nog niet bekend is, past de NZa de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toe.

8.2. Indexatie materiële kosten en kapitaallasten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De NZa baseert de aanpassing van de materiële kosten en de kapitaallasten in jaar (t) op gegevens uit de tabel 'middelen en bestedingen' van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het jaar (t). Deze aanpassing bestaat uit een eindcalculatie voor het jaar (t). Zolang de eindcalculatie nog niet bekend is, wordt de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toegepast. Deze voorcalculatie is een voorlopige versie van de calculatie van middelen en bestedingen van het Centraal Economisch Plan (CEP).

8.3. Brandstofindex

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

(Alleen van toepassing op ambulancezorg, productiebudget kilometers)

In het definitief budget (nacalculatie) van jaar (t) worden de definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t) gebruikt. Deze worden als volgt berekend:

De definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t-2) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t-1) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t).

De definitieve brandstofindex wordt berekend met behulp van de gemiddelde weekprijzen voor dieselolie die door de Europese Commissie worden gepubliceerd.

8.4. Initiële scholing

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Initiële scholing bestaat uit een loonkostendeel en een materiële kostendeel. Indexatie van het loonkostendeel staat benoemd in 8.1. De indexatie van het materiële kostendeel verloopt zoals beschreven in 8.2.

10. Toepasselijkheid voorafgaande beleidregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De ‘Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2021’, met kenmerk BR/REG-21142a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

11. Inwerkingtreding en bekendmaking

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolgeartikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeerregel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022.

  1. Uitspraak Gerechtshof Amsterdam 18 januari 2008. Zie ook circulaire CI/09/22c. ^ [1]
  2. Kenmerk:RIVM, Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021, Briefrapport 2021-0183. ^ [2]
  3. De standplaats is geen parameter in de vergoeding, maar slechts een element in de berekening van het referentiekader S&B. ^ [3]
  4. Hieronder valt ook het uitvoeren van de meldkamerfunctie. ^ [4]
  5. Prijspeil 2021. ^ [5]
  6. Voor MICU vervoer geldt prestatie I006. ^ [6]