Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 januari 2022,
nr. WJZ/ 22015438, houdende regels over diergeneesmiddelen (Regeling diergeneesmiddelen
2022)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december
2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PbEU
2019, L 4), Verordening (EU) 2019/4 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december
2018 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde
diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement
en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad (PbEU 2019, L 4),
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende
overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen
op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2016, L 84), Richtlijn
96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de
veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met
thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen
81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG 1996, L 125), de artikelen 2.20, tweede
lid, 6.2, eerste lid, 6.4, eerste lid, 7.1, 7.6, eerste en tweede lid, en 9.1 van
de Wet dieren, de artikelen 4.9, eerste lid, 5.8, 6.2, tweede lid, 9.3, van het Besluit
diergeneesmiddelen en artikel 2.2, derde lid, van het Besluit handhaving en overige
zaken Wet dieren;