Een situatie die niet in overeenstemming is met de vereisten, wordt als ‘afwijking’
(ook wel aangeduid als ‘NC’ (non-conformiteit)) bestempeld. De RvA kent drie categorieën
afwijkingen:
Categorie A: Een situatie die door het RvA-beoordelingsteam als een afwijking tegen een accreditatievereiste
wordt beschouwd en die volgens het RvA-beoordelingsteam kan leiden, leidt of heeft
geleid:
-
– tot onjuiste of onbetrouwbare (niet aantoonbaar juiste) resultaten van de conformiteitsbeoordeling,
of
-
– tot het ten onrechte gebruiken van het RvA-accreditatiemerk of het op andere wijze
onterecht claimen van RvA-accreditatie, of
-
– tot een concrete bedreiging voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor
het milieu.
Bijlage 1 van deze beleidsregel bevat, ter illustratie, voor verschillende typen conformiteitsbeoordelingen
voorbeelden van afwijkingen categorie A.
Categorie B: Een situatie die door het RvA-beoordelingsteam als een afwijking tegen een accreditatievereiste
wordt beschouwd, maar die volgens het RvA-beoordelingsteam niet leidt, heeft geleid
of kan leiden tot één van de situaties gespecificeerd onder bovenstaande definitie
voor Categorie A.
Categorie (B): Een afwijking tegen nieuwe accreditatievereisten, waarvoor de door de RvA vastgestelde
overgangsperiode nog niet is afgesloten. Dit betekent dat de CBI op het moment van
de beoordeling aan de dan geldende vereisten voldoet. Zonder tijdige corrigerende
maatregelen zal op het moment van het verstrijken van de overgangstermijn niet voldaan
worden aan de nieuwe vereisten.