Instellingsbesluit Werkgroep IBO Ouderenzorg

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 15-12-2021 t/m heden.

Besluit van de Minister van Financiën, van 29 november 2021, nr. 237593, tot instelling van de Werkgroep Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Ouderenzorg (Instellingsbesluit Werkgroep IBO Ouderenzorg)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Financiën;

  • b. werkgroep: werkgroep, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een werkgroep IBO Ouderenzorg.

  • 2 De werkgroep heeft tot taak een interdepartementaal beleidsonderzoek uit te voeren conform de taakopdracht zoals gepubliceerd in bijlage 18 van de Miljoenennota 2022 (Kamerstukken Tweede Kamer vergaderjaar 2021-2022, 35 925, nr. 2).

  • 3 Het onderzoek moet resulteren in een rapport waarin één of meerdere beleidsopties in kaart worden gebracht op het betreffende beleidsterrein.

Artikel 3. Samenstelling werkgroep, benoeming leden en instellingsduur

  • 1 De werkgroep bestaat uit een voorzitter en een aantal leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3 De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd.

  • 4 Tot voorzitter van de werkgroep wordt benoemd de heer Theo Langejan.

  • 5 Voor de duur van de werkgroep worden tot lid van de werkgroep benoemd:

    • Dick Kabel (Ministerie van Financiën)

    • Michiel Geschiere (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

    • Danielle Schiet (Ministerie van Algemene Zaken)

    • Hans Ton (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

    • Victor Joosen (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat)

    • Rob Aalbers (Centraal Planbureau)

  • 6 De leden van de werkgroep werkzaam voor de overheid kunnen bij afwezigheid of verandering van baan vervangen worden door een collega van dezelfde werkgever.

  • 7 De werkgroep kan besluiten aanvullende leden uit te nodigen om deel te nemen aan de werkgroep.

Artikel 4. Instellingsduur

  • 1 De werkgroep wordt ingesteld per 1 december 2021.

  • 2 De werkgroep wordt opgeheven twee weken nadat het rapport zoals bedoeld in artikel 2 door de Minister van Financiën aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangeboden, behoudens voor zover de werkgroep nog wordt verzocht toelichting te geven op het eindrapport.

Artikel 5. Secretariaat

  • 1 De werkgroep wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat.

  • 2 De Minister van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorzien in het secretariaat van de werkgroep.

  • 3 Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de werkgroep.

  • 4 De Minister draagt, na overleg met de werkgroep, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de werkgroep.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1 De werkgroep stelt haar eigen werkwijze vast, met inachtneming van de spelregels voor interdepartementale beleidsonderzoeken zoals vastgesteld bij de vierde voortgangsrapportage van de Operatie Inzicht in Kwaliteit.

  • 2 De werkgroep verstrekt desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 7. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de werkgroep worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de werkgroep openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 8. Archiefbescheiden

De werkgroep draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Inspectie der Rijksfinanciën.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2021.

Artikel 10. Vergoeding

De voorzitter ontvangt met ingang van 1 december 2021 een vaste vergoeding per maand. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter is salarisschaal 18, hoogste trede, van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter is 0,15 per maand.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra