U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 30-04-2025. Geldend van 21-12-2024 t/m heden
Regeling van de Minister van Financiën van 11 november 2021 (nr. 2021-024089) houdende regels voor de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten voor verlening van hulp aan gedupeerde rechthebbenden op kinderopvangtoeslag (Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021)
De Minister van Financiën,
Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet en artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
− College: het college van burgemeester en wethouders van een gemeente;
− Directoraat-Generaal Toeslagen: het Directoraat-Generaal Toeslagen van het Ministerie van Financiën, daaronder begrepen de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen;
− Driegesprek: een gesprek tussen een gemeente, de (potentieel) gedupeerde(n), en de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, of in de plaats daarvan: met een door de Minister aangewezen derde, dat is gericht op het nemen van maatregelen ter bevordering van het kunnen maken van een nieuwe start in het kader van herstel van die (potentieel) gedupeerde(n);
− Gedupeerden: personen, inclusief hun gezin, die zich bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen hebben gemeld en door die Uitvoeringsorganisatie zijn erkend als gedupeerde(n) van het kinderopvangtoeslagenstelsel;
− Gegevens: gegevens van personen die de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen uitsluitend met gemeenten deelt en waarmee gemeenten in staat zijn om vast te kunnen stellen welke personen zij in aanmerking kunnen brengen voor hulp op grond van deze regeling en gedurende welke periode;
− Minister: de Minister van Financiën;
− Niet-gedupeerden: personen, inclusief hun gezin, die zich bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen als gedupeerden hebben gemeld, maar die zichzelf vervolgens hebben afgemeld bij die Uitvoeringsorganisatie of van wie de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen na een integrale beoordeling heeft vastgesteld dat zij niet als gedupeerden kunnen worden erkend;
− Potentieel gedupeerden: personen, inclusief hun gezin, die zich bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen als gedupeerden hebben gemeld, maar van wie de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen nog niet heeft vastgesteld dat zij als gedupeerden kunnen worden erkend;
− Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen: het dienstonderdeel van het Directoraat-Generaal Toeslagen dat is belast met de uitvoering van het herstelproces van de kinderopvangtoeslagproblematiek;
− Wht: de Wet hersteloperatie toeslagen;
− Woonplaats: woonplaats als bedoeld in artikel 40 van de Participatiewet.
1 De Minister verstrekt aan het college een specifieke uitkering met het oog op ondersteuning van potentieel gedupeerden en de personen, genoemd in artikel 2.21 Wht.
2 Het totale uitkeringsplafond voor deze regeling bedraagt € 256 miljoen inclusief btw.
1 De Minister verstrekt de specifieke uitkering aan het college uitsluitend ter bekostiging van de uitvoering van één of meer van de volgende activiteiten gericht op ondersteuning van potentieel gedupeerden en personen, genoemd in artikel 2.21 Wht:
a. het eerste contact, de registratie en de inventarisatie van hulpvragen;
b. het bespreken, onderling overeenkomen en opstellen van een plan van aanpak;
c. de inkoop en de uitvoering van trajectzorg op de vijf leefgebieden financiën, gezin, werk, wonen en zorg inclusief de sanering van schulden van de personen bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, onder b, van de Wht;
d. de nazorg;
e. de inrichtings- en coördinatiekosten;
f. het voeren van een driegesprek.
2 Onder de in het eerste lid bedoelde activiteiten worden mede verstaan activiteiten voor (potentieel) gedupeerden, voor zover deze ná 1 januari 2020 worden uitgevoerd maar waartoe reeds voorafgaand aan 1 januari 2020 is besloten.
3 Het aanbod tot het saneren van schulden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is eenmalig en wordt opgenomen en beschreven in het plan van aanpak.
4 De persoon die in aanmerking komt voor sanering van schulden op grond van het eerste lid, kan daartoe aan het college een verzoek doen tot uiterlijk achttien maanden na dagtekening van de beschikking waarbij de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.10, 2.11, 2.11a of 2.11b Wht is toegekend, dan wel tot 1 mei 2025 indien de persoon de tegemoetkoming voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling heeft ontvangen.
5 In afwijking van het vierde lid kan de persoon die de tegemoetkoming voor de datum waarop deze regeling in werking treedt heeft ontvangen, zich tot 1 november 2024 melden bij de gemeente om van het aanvullend aanbod gebruik te maken.
6 Zodra komt vast te staan dat het college voor ondersteuning van potentieel gedupeerden en de personen, genoemd in artikel 2.21, eerste lid, Wht, geen rechten aan deze regeling kan ontlenen, beëindigt het de bekostiging op grond van deze regeling van een lopende activiteit, met eerbiediging van de einddatum van de betreffende verplichting.
7 Voor nieuwe kosten voor ondersteuning aan personen die niet worden erkend als gedupeerden als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, Wht, kan het college tot 30 dagen nadat aan hem is meegedeeld dat de betreffende personen niet worden erkend als gedupeerden, een beroep doen op deze regeling.
1 De specifieke uitkering wordt, behoudens een eenmalig voorschot als bedoeld in artikel 5, voor de eerste maal in het verantwoordingsjaar 2021 en voorts gedurende de looptijd van deze regeling in ieder kalenderjaar op basis van de gemeentelijke verantwoordingsgegevens, aan gemeenten verstrekt.
2 Het college waaraan de uitkering ten behoeve van de brede ondersteuning is gedaan, kan hiervoor tot 1 januari 2027 nieuwe verplichtingen aangaan.
1 De Minister verstrekt en betaalt in 2021 aan gemeenten een voorschot van in totaal € 12 miljoen inclusief btw overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage. Op het in 2020 verstrekte en betaalde voorschot van € 11 miljoen is het overgangsrecht van artikel 9 van toepassing.
2 De hoogte van het voorschot per gemeente is gebaseerd op de in de gemeente woonplaats hebbende aantallen van (potentieel) gedupeerden naar de stand van 7 oktober 2021.
3 Het college kan een aanvraag voor een aanvullend voorschot indienen bij de Minister.
1 Het college legt aan de Minister verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze zoals is bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet. Het college kan deze verantwoording tot 1 januari 2030 bij de Minister doen.
2 Bij de verantwoording van de activiteiten, genoemd in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, b, d en f, kan het college de daadwerkelijke kosten of de daarvoor gestelde normbedragen verantwoorden. De normbedragen, met uitzondering van het normbedrag, genoemd in het vierde lid, onder d van dit artikel, worden eenmalig opgegeven voor de looptijd van deze regeling.
3 De wijze van verantwoorden van het college als bedoeld in het tweede lid is onherroepelijk en geldt voor de gehele looptijd van deze regeling, met dien verstande dat het college dat heeft gekozen voor verantwoording via de systematiek van normbedragen, eenmalig de mogelijkheid heeft om dit te wijzigen naar de systematiek van werkelijke kosten. Deze wijziging geldt alsdan voor alle activiteiten genoemd in artikel 3, eerste lid, met uitzondering van het bepaalde in onderdeel c van dat artikel.
4 Voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden de volgende normbedragen gehanteerd:
a. voor het eerste contact, registratie en inventarisatie van hulpvragen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a: € 391,– per gezin;
b. voor het opstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b: € 3.569,– per potentieel gedupeerde of persoon, genoemd in artikel 2.21 Wht;
c. voor de nazorg, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d: € 1.847,– per plan van aanpak;
d. voor een driegesprek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder f: € 412,– per gesprek.
5 De normbedragen genoemd in het vierde lid en in het zevende lid, worden jaarlijks verhoogd met de loon- en prijsbijstelling conform de begrotingssystematiek van de Rijksbegroting.
6 Bij de verantwoording van de activiteiten genoemd in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, voeren de gemeenten de daadwerkelijk gemaakte kosten op voor de financiële verantwoording met dien verstande dat de kosten voor de sanering van schulden als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c, niet meer bedragen dan € 10.000,–. Het college kan besluiten een hoger bedrag dan € 10.000 te verantwoorden.
7 Bij de verantwoording van de activiteiten genoemd in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder e., heeft het college de keuze om hetzij de daadwerkelijke kosten dan wel het daarvoor gestelde normbedrag te verantwoorden. Het college geeft het normbedrag jaarlijks op. Deze opgave is, behoudens de eenmalige wijziging als bedoeld in het derde lid, onherroepelijk en geldt voor de gehele looptijd van deze regeling. De volgende normbedragen worden gehanteerd, afhankelijk van het aantal (potentieel) gedupeerden, dat een gemeente heeft en bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen bekend is voor het jaar waarin de gemeente het normbedrag opvoert:
tot 50 (potentieel) gedupeerden: € 12.348,–;
vanaf 50 tot 100 (potentieel) gedupeerden: € 49.392,–;
vanaf 100 tot 1.000 (potentieel) gedupeerden: € 123.480,–;
vanaf 1.000 (potentieel) gedupeerden: € 257.250,–.
8 In afwijking van het zevende lid mag het college de daadwerkelijke inrichtings- en coördinatiekosten verantwoorden indien deze het aantoonbaar gevolg zijn van het onder de werking van deze regeling brengen van kinderen, pleegkinderen of voormalig pleegkinderen die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12 van de Wht.
9 De in het zevende lid genoemde aantallen (potentieel) gedupeerden kunnen eenmalig opwaarts worden bijgesteld voor ex-partners als bedoeld in artikel 2.14g, eerste en tweede lid, Wht.
10 Indien de verantwoording, zoals bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister onvoldoende informatie bevat over de ondernomen activiteiten en de daarvoor gedane uitgaven, stelt de Minister binnen acht weken na de ontvangst van die verantwoording gemeenten binnen een door hem gestelde termijn in de gelegenheid die verantwoording aan te vullen.
11 De Belastingdienst/Toeslagen verstrekt het college op jaarlijkse basis gegevens van potentieel gedupeerden, niet-gedupeerden en van de personen, genoemd in artikel 2.21 Wht, zodat het college in staat is om de financiële verantwoording, bedoeld in dit artikel, te verrichten.
1 De Minister stelt de uitkering, bedoeld in artikel 4, vast binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.
2 De kosten, genoemd in artikel 6, worden bij de vaststelling buiten aanmerking gelaten indien deze kosten blijkens het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid, van de Gemeentewet, dat deel uitmaakt van de informatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, als fout of onzeker worden aangemerkt.
3 Indien de toepassing van het tweede lid naar het oordeel van de Minister leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard kan de Minister de kosten die als fout of onzeker worden aangemerkt, in afwijking van het tweede lid, geheel of gedeeltelijk bij de vaststelling buiten aanmerking laten.
4 Indien de verantwoordingsinformatie, bedoeld in het eerste lid, niet binnen achttien maanden na het kalenderjaar waarop het betrekking heeft door de Minister is ontvangen, stelt de Minister de uitkering, bedoeld in artikel 4, ambtshalve vast.
5 Bij de toepassing van dit artikel wordt uitgegaan van de gegevens waarvan de Minister kennis heeft op 30 september van het jaar, volgend op het verantwoordingsjaar, met dien verstande dat gegevens die de gemeente op verzoek van de Minister op een latere datum verstrekt mede in aanmerking worden genomen.
De Minister kan gemeenten verzoeken medewerking te verlenen aan monitoring en evaluatie van de regeling.
1 De besteding, de verantwoording, de vaststelling en de terugvordering van aan gemeenten ingevolge de Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek ( Stcrt. 2020, nr. 62609) verstrekte uitkeringen geschiedt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling overeenkomstig het bij deze regeling bepaalde.
2 Deze regeling laat de in het jaar 2020 ingevolge de Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek ( Stcrt. 2020, nr. 62609 gedane bestedingen en opgestelde verantwoording daarover, onverlet.
[Red: Wijzigt de Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek.]
[Vervallen per 15-07-2023]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
W.B. Hoekstra
Gemeente
Aantal gedupeerden
Bedrag totaal (in euro)
Waarvan door het BTW-compensatiefonds (in euro)
Waarvan op grond van de Regeling (in euro)
AA EN HUNZE
20
5.339
104
5.236
AALSMEER
50
13.348
259
13.089
AALTEN
34
9.077
176
8.901
ACHTKARSPELEN
36
9.611
187
9.424
ALBLASSERDAM
35
9.344
181
9.162
ALBRANDSWAARD
97
25.896
503
25.393
ALKMAAR
128
34.172
664
33.509
ALMELO
126
33.638
653
32.985
ALMERE
2.263
604.151
11.731
592.421
ALPHEN AAN DEN RIJN
168
44.851
871
43.980
ALPHEN-CHAAM
10
2.670
52
2.618
ALTENA
AMELAND
5
1.335
26
1.309
AMERSFOORT
365
97.444
1.892
95.552
AMSTELVEEN
220
58.733
1.140
57.593
AMSTERDAM
4.766
1.272.375
24.705
1.247.670
APELDOORN
250
66.742
1.296
65.446
ARNHEM
622
166.055
3.224
162.831
ASSEN
124
33.104
643
32.461
ASTEN
BAARLE-NASSAU
4
1.068
21
1.047
BAARN
30
8.009
156
7.854
BARENDRECHT
206
54.996
53.928
BARNEVELD
51
13.615
264
13.351
BEEK LB
19
5.072
98
4.974
BEEKDAELEN
29
7.742
150
7.592
BEEMSTER
8
2.136
41
2.094
BEESEL
16
4.272
83
4.189
BERG EN DAL
33
8.810
171
8.639
BERGEIJK
BERGEN LB
14
3.738
73
3.665
BERGEN NH
22
5.873
114
5.759
BERGEN OP ZOOM
40.045
778
39.268
BERKELLAND
BERNHEZE
17
4.538
88
4.450
BEST
6.941
135
6.806
BEUNINGEN GLD
BEVERWIJK
BLADEL
BLARICUM
BLOEMENDAAL
23
6.140
119
6.021
BODEGRAVEN-REEUWIJK
42
11.213
218
10.995
BOEKEL
BORGER-ODOORN
BORNE
25
6.674
130
6.545
BORSELE
BOXMEER
BOXTEL
40
10.679
207
10.471
BREDA
390
104.118
2.022
102.096
BRIELLE
43
11.480
223
11.257
BRONCKHORST
32
8.543
166
8.377
BRUMMEN
BRUNSSUM
BUNNIK
BUNSCHOTEN
28
7.475
145
7.330
BUREN
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
607
162.050
3.146
158.904
CASTRICUM
24
6.407
6.283
COEVORDEN
57
15.217
295
14.922
CRANENDONCK
18
4.805
93
4.712
CUIJK
10.946
213
10.733
CULEMBORG
46
12.281
238
12.042
DALFSEN
DANTUMADIEL
27
7.208
140
7.068
DE BILT
74
19.756
384
19.372
DE FRYSKE MARREN
DE RONDE VENEN
100
26.697
518
26.179
DE WOLDEN
15
4.005
78
3.927
DELFT
362
96.643
1.876
94.766
DEN HELDER
106
28.299
549
27.749
DEURNE
DEVENTER
301
80.358
1.560
78.797
DIEMEN
120
32.036
31.414
DINKELLAND
DOESBURG
5.606
109
5.497
DOETINCHEM
27.765
539
27.226
DONGEN
DORDRECHT
468
124.942
2.426
122.516
DRECHTERLAND
DRIMMELEN
DRONTEN
22.158
430
21.728
DRUTEN
DUIVEN
ECHT-SUSTEREN
EDAM-VOLENDAM
EDE GLD
EEMNES
11
2.937
2.880
EEMSDELTA
EERSEL
EIJSDEN-MARGRATEN
EINDHOVEN
532
142.028
2.758
139.270
ELBURG
EMMEN
285
76.086
1.477
74.609
ENKHUIZEN
ENSCHEDE
360
96.109
1.866
94.243
EPE
ERMELO
ETTEN-LEUR
92
24.561
477
24.084
GEERTRUIDENBERG
31
8.276
161
8.115
GELDROP-MIERLO
39
10.412
202
10.210
GEMERT-BAKEL
GENNEP
12
3.204
62
3.141
GILZE EN RIJEN
GOEREE-OVERFLAKKEE
19.489
378
19.110
GOES
54
14.416
280
14.136
GOIRLE
GOOISE MEREN
79
21.091
410
20.681
GORINCHEM
108
28.833
560
28.273
GOUDA
41.647
809
40.839
GRAVE
GRONINGEN
456
121.738
2.364
119.374
GULPEN-WITTEM
HAAKSBERGEN
HAARLEM
342
91.303
1.773
89.531
HAARLEMMERMEER
419
111.860
2.172
109.688
HALDERBERGE
HARDENBERG
HARDERWIJK
103
27.498
534
26.964
HARDINXVELD-GIESSENDAM
HARLINGEN
HATTEM
6
1.602
1.571
HEEMSKERK
HEEMSTEDE
HEERDE
HEERENVEEN
23.493
23.037
HEERHUGOWAARD
125
33.371
648
32.723
HEERLEN
191
50.991
990
50.001
HEEZE-LEENDE
HEILOO
HELLENDOORN
56
14.950
290
14.660
HELLEVOETSLUIS
HELMOND
205
54.729
1.063
53.666
HENDRIK-IDO-AMBACHT
61
16.285
316
15.969
HENGELO OV
186
49.656
964
48.692
HET HOGELAND
69
18.421
358
18.063
HEUMEN
HEUSDEN
HILLEGOM
HILVARENBEEK
HILVERSUM
180
48.054
933
47.121
HOEKSCHE WAARD
110
29.367
570
28.796
HOF VAN TWENTE
HOLLANDS KROON
55
14.683
14.398
HOOGEVEEN
HOORN NH
HORST AAN DE MAAS
HOUTEN
60
16.018
311
15.707
HUIZEN
71
18.955
368
18.587
HULST
IJSSELSTEIN
KAAG EN BRAASSEM
KAMPEN
65
17.353
337
17.016
KAPELLE
KATWIJK
13.882
270
13.613
KERKRADE
89
23.760
461
23.299
KOGGENLAND
KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
121
32.303
627
31.676
KRIMPENERWAARD
77
20.557
399
20.157
LAARBEEK
LANDERD
9
2.403
47
2.356
LANDGRAAF
LANDSMEER
LANGEDIJK
LANSINGERLAND
152
40.579
788
39.791
LAREN
LEEUWARDEN
319
85.163
1.654
83.510
LEIDEN
198
52.860
1.026
51.834
LEIDERDORP
LEIDSCHENDAM-VOORBURG
189
50.457
980
49.477
LELYSTAD
544
145.231
2.820
142.411
LEUDAL
LEUSDEN
LINGEWAARD
LISSE
LOCHEM
LOON OP ZAND
LOPIK
LOSSER
48
12.815
249
12.566
MAASDRIEL
MAASGOUW
MAASSLUIS
MAASTRICHT
MEDEMBLIK
MEERSSEN
MEIERIJSTAD
MEPPEL
MIDDELBURG
MIDDEN-DELFLAND
MIDDEN-DRENTHE
16.552
321
16.231
MIDDEN-GRONINGEN
144
38.444
746
37.697
MILL EN SINT HUBERT
MOERDIJK
MOLENLANDEN
MONTFERLAND
MONTFOORT
MOOK EN MIDDELAAR
NEDER-BETUWE
NEDERWEERT
NIEUWEGEIN
162
43.249
840
42.409
NIEUWKOOP
NIJKERK
NIJMEGEN
306
81.693
1.586
80.106
NISSEWAARD
567
151.372
2.939
148.432
NOARDEAST FRYSLAN
12.548
244
12.304
NOORD-BEVELAND
NOORDENVELD
NOORDOOSTPOLDER
86
22.959
446
22.514
NOORDWIJK
NUENEN, GERWEN EN NEDERWETTEN
NUNSPEET
OEGSTGEEST
OIRSCHOT
OISTERWIJK
OLDAMBT
OLDEBROEK
OLDENZAAL
44
11.747
228
11.519
OLST-WIJHE
OMMEN
OOST GELRE
OOSTERHOUT
OOSTSTELLINGWERF
OOSTZAAN
OPMEER
OPSTERLAND
OSS
94
25.095
487
24.608
OUDE IJSSELSTREEK
OUDER-AMSTEL
OUDEWATER
OVERBETUWE
67
17.887
347
17.540
PAPENDRECHT
PEEL EN MAAS
PEKELA
PIJNACKER-NOOTDORP
169
45.118
876
44.242
PURMEREND
271
72.349
1.405
70.944
PUTTEN
RAALTE
REIMERSWAAL
RENKUM
RENSWOUDE
0
-
REUSEL-DE MIERDEN
RHEDEN
RHENEN
RIDDERKERK
RIJSSEN-HOLTEN
RIJSWIJK
215
57.398
1.114
56.284
ROERDALEN
ROERMOND
102
27.231
529
26.702
ROOSENDAAL
ROTTERDAM
6.031
1.610.091
31.263
1.578.829
ROZENDAAL
RUCPHEN
SCHAGEN
SCHERPENZEEL GLD
SCHIEDAM
577
154.041
2.991
151.050
SCHIERMONNIKOOG
3
801
785
SCHOUWEN-DUIVELAND
'S-GRAVENHAGE
2.860
763.532
14.825
748.707
'S-HERTOGENBOSCH
209
55.797
1.083
54.713
SIMPELVELD
SINT ANTHONIS
13
3.471
3.403
SINT MICHIELSGESTEL
SITTARD-GELEEN
SLIEDRECHT
66
17.620
17.278
SLUIS
SMALLINGERLAND
SOEST
101
524
26.440
SOMEREN
SON EN BREUGEL
STADSKANAAL
STAPHORST
STEDE BROEC
STEENBERGEN
STEENWIJKERLAND
STEIN
STICHTSE VECHT
116
30.968
601
30.367
SUDWEST-FRYSLAN
143
38.177
741
37.435
TERNEUZEN
75
20.023
389
19.634
TERSCHELLING
1
267
262
TEXEL
TEYLINGEN
THOLEN
37
9.878
192
9.686
TIEL
TILBURG
609
162.584
3.157
159.427
TUBBERGEN
TWENTERAND
TYNAARLO
TYTSJERKSTERADIEL
70
18.688
363
18.325
UDEN
45
12.014
233
11.780
UITGEEST
UITHOORN
24.828
482
24.346
URK
UTRECHT
1.125
300.340
5.832
294.509
UTRECHTSE HEUVELRUG
VAALS
VALKENBURG AAN DE GEUL
VALKENSWAARD
VEENDAM
64
17.086
332
16.754
VEENENDAAL
96
25.629
498
25.131
VEERE
VELDHOVEN
63
16.819
327
16.492
VELSEN
84
22.425
435
21.990
VENLO
VENRAY
VIJFHEERENLANDEN
VLAARDINGEN
510
136.154
2.644
133.511
VLIELAND
VLISSINGEN
115
30.701
596
30.105
VOERENDAAL
VOORSCHOTEN
VOORST
VUGHT
WAADHOEKE
WAALRE
WAALWIJK
WADDINXVEEN
WAGENINGEN
WASSENAAR
59
15.751
15.445
WATERLAND
WEERT
WEESP
WEST BETUWE
WEST MAAS EN WAAL
WESTERKWARTIER
82
21.891
425
21.466
WESTERVELD
WESTERVOORT
WESTERWOLDE
WESTLAND
WESTSTELLINGWERF
WESTVOORNE
WIERDEN
WIJCHEN
WIJDEMEREN
WIJK BIJ DUURSTEDE
WINTERSWIJK
WOENSDRECHT
WOERDEN
76
20.290
394
19.896
WORMERLAND
WOUDENBERG
ZAANSTAD
638
170.326
3.307
167.019
ZALTBOMMEL
ZANDVOORT
ZEEWOLDE
ZEIST
112
29.901
581
29.320
ZEVENAAR
72
19.222
373
18.849
ZOETERMEER
756
201.829
3.919
197.910
ZOETERWOUDE
ZUIDPLAS
ZUNDERT
ZUTPHEN
ZWARTEWATERLAND
ZWIJNDRECHT
196
52.326
1.016
51.310
ZWOLLE
242
64.607
1.254
63.352
TOTAAL
44.949
12.000.000
233.000
11.767.000
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.