Zodra een dbc geopend is kunnen activiteiten en verrichtingen op verschillende categorieën
geregistreerd worden: diagnostiek en behandeling, dagbesteding, verblijf en verrichtingen.
De codelijsten waarvan één van de twee gebruikt moet worden zijn te vinden in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen en Bijlage 2A: Verkorte lijst Activiteiten en verrichtingen. Daarin zijn ook de meer uitgebreide definities van de activiteiten en verrichtingen
beschreven.
-
1. Alleen behandelaren van wie het beroep op de openingsdatum van de dbc is opgenomen
in de dbc-beroepentabel (Bijlage 1: Dbc-beroepentabel) mogen tijd registreren. Alleen van beroepen die in deze tabel
onder ‘Tijd leidt af’ een ‘ja’ hebben staan, leidt de tijd af naar een prestatie.
-
2. Tijd die niet direct samenhangt met activiteiten uit het behandelplan en/of niet voldoet
aan artikel 1.c, 1.m, 1.o en 1.p van deze regeling, mag niet worden geschreven.
Een initiële dbc moet directe tijd van een regiebehandelaar bevatten. Daarop zijn
enkele uitzonderingen, zie Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen.
Behandelaren moeten bij het registreren gebruik maken van de codes die op de registratiedatum
in de activiteiten- en verrichtingenlijst staan(bijlage 2 en bijlage 2a). Bij het registreren van patiëntgebonden activiteiten moet worden aangeven of het
om directe of indirecte (reis)tijd gaat. In de codelijst in Bijlage 2: Activiteiten
en verrichtingen en Bijlage 2A: Verkorte lijst Activiteiten en verrichtingen staat per activiteit aangegeven welke vormen van tijd geregistreerd mogen worden.
Een behandelaar mag alleen de patiëntgebonden tijd, in het kader van de diagnostiek
of behandeling, registreren die hij daadwerkelijk heeft besteed aan die activiteit.
Niet-patiëntgebonden activiteiten, zoals scholing, het lezen van vakliteratuur, algemene
vergaderingen en intervisiebijeenkomsten, mag de (regie)behandelaar niet op een dbc
registreren.
De behandelaar mag alleen reistijd registreren als de reistijd in het teken staat
van direct patiëntgebonden activiteiten. Als de patiënt niet verschijnt (no-show),
dan mag de behandelaar de reistijd alsnog registreren. De tijd van het ingepland contact
mag in geval van een no-show niet worden geregistreerd. Er mag géén reistijd geregistreerd
worden als er gereisd moet worden naar een andere locatie binnen de eigen instelling.
Wanneer de behandelaar in het kader van diagnostiek of behandeling van de patiënt
tijd besteedt aan het ‘systeem van de patiënt’ (familieleden, gezinsleden, ouders,
partner of andere naasten), moet hij deze tijd registreren op de dbc van de betreffende
patiënt.
De behandelaar verdeelt, in geval van meerdere behandelvormen tijdens één sessie met
een patiënt, de bestede tijd naar verhouding over deze behandelvormen.
Wanneer een patiënt groepstherapie krijgt waarbij meerdere mensen tegelijkertijd behandeld
worden, deelt de behandelaar zijn bestede tijd door het aantal deelnemers. Het maakt
daarbij niet uit op grond van welke bekostiging (forensische zorg (fz), Zvw, Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet etc.) de behandelingen van die patiënten gefinancierd worden.
In het geval van een open inloopspreekuur verdeelt de behandelaar de tijd die hij
in totaal besteedt aan de patiënten evenredig over het aantal patiënten dat hij tijdens
het spreekuur heeft gezien.
Zorgaanbieders mogen op hun eigen manier invulling geven aan het registreren van de
werkelijk bestede tijd. Het is ook toegestaan om standaardtijden of normtijden per activiteit vast te stellen.
In het geval van onderlinge dienstverlening registreert de opdrachtgevende zorgaanbieder
de activiteiten die de uitvoerende zorgaanbieder heeft uitgevoerd als onderdeel van
de prestatie van de opdrachtgever, op de bestaande dbc. De registratievereisten uit
deze regeling zijn voor de opdrachtgevende zorgaanbieder onverkort van toepassing
op activiteiten in het kader van onderlinge dienst-verlening. Deze bepaling geldt
niet voor crisis-dbc’s binnen budget, voor zover gedeclareerd wordt namens een gedbudgetteerde
aanbieder als bedoeld in Regeling Informatieverstrekking budget en bepalingen acute psychiatrische hulpverlening.
Categorie I – Diagnostiek en behandeling
Alleen behandelaren van wie het beroep op de openingsdatum van de dbc is opgenomen
in de dbc-beroepentabel, mogen op de dbc diagnostiek en behandeling registreren.
In het kader van een behandeling moeten beroepen die onder het beroepencluster ‘somatische
beroepen’ vallen (Bijlage 3: Dbc-beroepentabel), hun tijd ook verantwoorden via activiteiten die het best passen
bij de behandelingen die opgenomen zijn in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen en Bijlage 2A: Verkorte lijst Activiteiten en verrichtingen
Als behandelaren nog bezig zijn met een vervolgopleiding, registreren zij onder het
beroep van de opleiding die zij op het moment van behandelen hebben afgerond (als
dat beroep voorkomt in de dbc-beroepentabel). Er mag niet geregistreerd worden op
het beroep waarvoor iemand nog in opleiding is.
Beroepen die 24-uurscontinuïteitszorg leveren, registreren hun bestede tijd tijdens
het verblijf van een patiënt niet, omdat deze tijd is verwerkt in het tarief voor
verblijf.
Categorie II – Dagbesteding
Iedereen, onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar, kan binnen de dbc dagbesteding
registreren.
Er zijn vijf vormen van dagbesteding te onderscheiden. Deze staan beschreven in artikel
5.1.4.18 Vormen van dagbesteding in de toelichting. Zie voor de te gebruiken codes
Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen en Bijlage 2A: Verkorte lijst Activiteiten en verrichtingen.
Er geldt een aantal voorwaarden voor het registreren van dagbesteding:
-
− Dagbesteding is in het kader van de (psychiatrische) behandeling.
-
− Dagbesteding is terug te vinden in het behandelplan opgesteld door de behandelaar.
-
− De patiënt is daadwerkelijk aanwezig.
Tijdens dagbesteding kan de behandelaar géén direct patiëntgebonden behandelactiviteiten
registreren.
Dagbesteding mag niet geregistreerd worden met verblijf zónder overnachting.
Categorie III – Verblijf
Bij de registratie van verblijf wordt onderscheid gemaakt tussen verblijf met overnachting
(vmo) en verblijf zonder overnachting (vzo). Verblijf wordt altijd geregistreerd op
basis van dagen aanwezigheid door middel van deelprestaties verblijf. Daarnaast bestaan
er deelprestaties verblijf fz in beveiligde setting, waarbij sprake is van beveiligingsniveau
2, 3 of 4. De codes die bij registratie gebruikt moeten worden staan in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen en Bijlage 2A: Verkorte lijst Activiteiten en verrichtingen, een uitgebreide beschrijving van de verschillende verblijfscategorieën staat in
onderdeel Bijlage 4: Deelprestaties verblijf.
Iedereen onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar mag verblijfsdagen registreren.
Verblijf met medische noodzaak
De aanbieder moet in het behandeldossier vastleggen welke keuzes er gemaakt zijn rondom
het inschalen van de patiënt op één van de prestaties van verblijf, rondom het herbeoordelen
van de patiënt bij een gewijzigde zorgvraag en rondom het al dan niet beëindigen van
het verblijf van de patiënt. Het herbeoordelen van de patiënt gaat over het mogelijk
op- en afschalen van de zorg voor de patiënt, wijzigen van afspraken over verlof en
wijzigen van afspraken over beveiliging.
Voor de keuze van de deelprestatie verblijf is de zorgvraag van de patiënt leidend.
Hiervoor geldt dat op basis van de initiële zorgvraag van de patiënt één van de acht
prestaties van verblijf van toepassing is welke het meest overeenkomt met de beschreven
verblijfszorg.
Voor verblijf in een beveiligde setting worden deelprestaties verblijf met beveiligingsniveau
2, beveiligingsniveau 3 of beveiligingsniveau 4 geregistreerd. Deze beveiligingsniveaus
komen overeen met de beveiligingsniveaus ui de forensische zorg. De voorwaarde voor
registratie van deze toeslag is dat de beveiligde zorg wordt geleverd door een zorgaanbieder
die een gesloten gespecialiseerde voorziening voor geestelijke gezondheidszorg exploiteert
en zorg levert aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Verblijf met rechtvaardigingsgrond (VMR)
Voor verblijf zonder medische noodzaak, waarvoor er wel een rechtvaardigingsgrond
conform de duiding van Zorginstituut Nederland bestaat, is de prestatie VMR (Verblijf met rechtvaardigingsgrond)
van toepassing.
Verblijfsdag met overnachting
Een verblijfsdag met overnachting mag alleen geregistreerd worden als de patiënt op
zijn laatst om 20:00 uur is opgenomen en ’s nachts in de instelling verblijft. De
dag van opname en de daarop volgende nacht gelden als één verblijfsdag. De dag waarop
de patiënt ‘ontslagen’ wordt – en dus niet ’s nachts in de kliniek verblijft – geldt
niet als verblijfsdag. De kapitaallasten bij verblijf (nhc) zijn integraal onderdeel
van de deelprestaties verblijf.
Toeslag op nhc voor verblijf
Voor de PMU geldt een specifieke nhc. Declaratie van deze bijzondere nhc is alleen
mogelijk op basis van een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.
Verblijfsdag zonder overnachting
-
− Vzo wordt maximaal 1 keer per dag als deelprestatie binnen een dbc gedeclareerd;
-
− Er zijn niet meer dan vier uren aan direct patiëntgebonden activiteiten op deze dag uitgevoerd;
-
− Voor de betreffende patiënt is minimaal 1 uur vov personeel op de betreffende dag
ingezet;
-
− Er is geen sprake van uitsluitend aaneengeschakelde behandeling van de patiënt;
-
− Voor de betreffende patiënt vinden op de betreffende dag minimaal twee direct patiëntgebonden
activiteiten (diagnostiek en/of behandelingen/of een verrichting ect) plaats;
-
− Het is niet toegestaan vzo te registreren in onderstaande combinaties:
-
− Vzo in combinatie met een crisis-dbc buiten budget (zorgtypen 304, 305 en 306);
-
− Vzo in combinatie met dagbesteding;
-
− Vzo in combinatie met begeleiding;
-
− Vzo in combinatie met verpleging;
-
− Vzo in combinatie met verblijf met overnachting (vmo).
Categorie IV – Verrichtingen (overige deelprestaties)
Binnen de zorgcategorie verrichtingen wordt een onderscheid gemaakt tussen electroconvulsietherapie
(ect), ambulante methadonverstrekking (amv), de toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist,de
toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma en voorbereiding zorgmachtiging.
Verrichtingen mogen alleen geregistreerd worden door behandelaren van wie het beroep
op de openingsdatum van de dbc is opgenomen in de dbc-beroepentabel.
Bij ect moet de behandelaar de tijd én het aantal behandelingen ect registreren. Zie
artikel 5.1.4.30 Electroconvulsietherapie in de toelichting.
Bij de verstrekking van methadon aan ambulante patiënten moet de behandelaar de tijd
én het aantal verstrekkingen van methadon per kalendermaand registreren. Zie artikel
5.1.4.31 Ambulante verstrekking van methadon in de toelichting.
Voor de registratie van de toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist geldt
als vereiste dat deze toeslag alleen mag worden gedeclareerd als er zorg geleverd
wordt aan patiënten met een auditieve beperking en waarvoor de inzet van een tolk
gebarentaal / communicatiespecialist noodzakelijk is. De verrichting mag maar één
keer per dbc geregistreerd worden. Het gaat hierbij om vroegdoven, plots- en laatdoven,
slechthorenden, doofblinden en patiënten met een gehoorstoornis tinnitus, hypoacousis,
ménière of auditieve verwerkingsproblemen. Deze toeslag wordt altijd in combinatie
met een dbc-zorgproduct voor behandeling in rekening gebracht.
Voor de registratie van de toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma geldt als vereiste
dat deze toeslag alleen mag worden geregistreerd als er zorg geleverd wordt aan patiënten
met een ernstige verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld, veroorzaakt door oorlog of oorloggerelateerde vervolging of oorloggerelateerd geweld, waarvoor bovengemiddeld weekendverlof voor het succesvol afronden van de behandeling
noodzakelijk is. Deze toeslag wordt altijd in combinatie met een verblijfsprestatie
D gedeclareerd.
De overige deelprestatie ‘voorbereiding zorgmachtiging’ wordt geregistreerd wanneer
de geneesheer-directeur het verzoek krijgt van de Officier van Justitie om een aanvraag
voor een zorgmachtiging voor te bereiden in het kader van de Wvggz. Deze prestatie mag niet worden geregistreerd als het gaat om een crisismaatregel
in het kader van de Wvggz. Per beoordeling wordt één overige deelprestatie ‘voorbereiding zorgmachtiging’ geregistreerd.