1. Introductie
[Regeling vervallen per 27-06-2024]
-
1. Deze werkwijze geeft informatie over hoe de Autoriteit Consument en Markt (hierna:
de ACM) meldingen en vergunningsaanvragen behandelt in het kader van het concentratietoezicht. Met deze werkwijze wil de ACM handvatten bieden aan meldende en/of aanvragende partijen
(hierna: partijen) en betrokken derden voor de procedure van het beoordelen van een
concentratie. De werkwijze bindt de ACM niet. Voor zover nodig kan de ACM afwijken
van deze werkwijze.
-
2. Het wettelijke kader voor het concentratietoezicht is te vinden in de Mededingingswet (hierna: Mw), de Europese Concentratieverordening 139/2004 en enkele andere wetten, waaronder de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (hierna: Iw). Onder een concentratie wordt verstaan een fusie, overgang van zeggenschap
(hierna: overname) of de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam
alle functies van een zelfstandige eenheid vervult.
-
3. Ondernemingen die een concentratie tot stand willen brengen (hierna: partijen) moeten
dat voornemen melden bij de ACM wanneer de omzet van de betrokken ondernemingen boven
de wettelijke omzetdrempels uitkomt maar niet zo hoog is dat de concentratie op grond van de Europese Concentratieverordening
bij de Europese Commissie moet worden gemeld.
-
4. De ACM toetst een concentratie in één of twee fases. De meldingsfase is bedoeld als
een korte eerste beoordeling van de concentratie. Indien uit deze eerste beoordeling
blijkt dat er geen mededingingsproblemen zijn, mag de concentratie doorgaan. Indien
de ACM tot de conclusie komt dat meer (diepgaand) onderzoek nodig is, bepaalt zij
dat een vergunning voor de concentratie is vereist. In de vergunningsfase is een grondiger
onderzoek mogelijk dat duidelijk moet maken of er daadwerkelijk mededingingsproblemen
zijn als gevolg van de concentratie of niet.
-
5. Indien een vergunning is vereist en door partijen is aangevraagd geeft de ACM na afronding
van de vergunningsfase een finaal oordeel (behoudens rechtelijke toetsing) in de vorm
van een besluit waarin zij de vergunning al dan niet afgeeft en dus beslist of de
concentratie wel of niet mag doorgaan.
-
6. Partijen mogen de concentratie pas tot stand brengen nadat de ACM op grond van de
melding heeft besloten dat voor de concentratie geen vergunning is vereist of wanneer
de ACM, na een vergunningsaanvraag, een vergunning heeft afgegeven.
-
7. Hierna beschrijft de ACM haar werkwijze in de verschillende fases van het concentratietoezicht.
In hoofdstuk 2, 3, en 4 bespreekt de ACM de gang van zaken voorafgaand aan een melding.
In hoofdstuk 5 beschrijft de ACM de communicatie met partijen in de meldingsfase en
de vergunningsfase. In hoofdstuk 6 komt de rol van derden in deze fases aan de orde.
In hoofdstuk 7 beschrijft de ACM de werkwijze ten aanzien van vertrouwelijkheid, terinzagelegging
en openbaarheid van gegevens en de rol van partijen en derden daarin. In hoofdstukken
8, 9 en 10 komen respectievelijk het verkort afdoen van besluiten, specifieke aspecten
van concentraties in de zorgsector en het communicatiebeleid ten behoeve van het concentratietoezicht
aan de orde. Tot slot beschrijft de ACM in hoofdstuk 11 de samenwerking met andere
(Europese) mededingingsautoriteiten en andere toezichthouders in het concentratietoezicht.