Regeling openbare jaarverantwoording WMG

Geraadpleegd op 08-10-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 september 2021, kenmerk 3255145-1015194-PZo, houdende nadere regels over de jaarverantwoording op grond van artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Regeling openbare jaarverantwoording WMG)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 8.3.1 van de Jeugdwet en artikel 4.2.13 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

  • 2 In deze regeling wordt onder ‘zorgaanbieder’ tevens verstaan een geen rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband van zorgaanbieders.

Hoofdstuk 2. Financiële verantwoording

Artikel 2

  • 1 Onverminderd artikel 7, maakt de zorgaanbieder, anders dan bedoeld in het derde tot en met zesde lid, als financiële verantwoording een jaarrekening openbaar die is ingericht overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling, met dien verstande dat:

    • a. indien aan artikel 4 is voldaan: de Modellen A en B mogen worden gehanteerd en de vrijstellingen, bedoeld in artikel 5, mogen worden toegepast; en

    • b. indien aan artikel 6, eerste en tweede lid, is voldaan: de vrijstelling, bedoeld in artikel 6, derde lid, mag worden toegepast op Model C.

  • 3 Een zorgaanbieder maakt als financiële verantwoording een balans en een staat van baten en lasten met toelichting openbaar die is ingericht overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling, indien hij is aan te merken als een:

  • 4 Een zorgaanbieder die is aan te merken als eenmanszaak, maakt een financiële verantwoording openbaar die is ingericht overeenkomstig bijlage 3.

Artikel 3

  • 1 De toelichting op de financiële verantwoording van een zorgaanbieder die financiële derivaten heeft aangetrokken, bevat, naast hetgeen overigens voortvloeit uit deze regeling:

    • a. een weergave van het beleid ten aanzien van financiële derivaten en de uitvoering daarvan in het boekjaar; en

    • b. per aangetrokken financieel derivaat een weergave van:

      • 1°. het type derivaat;

      • 2°. de ingangsdatum en de einddatum;

      • 3°. de nominale waarde en de balanswaarde aan het einde van het boekjaar; en

      • 4°. indien van toepassing, het gegeven dat bij een renteswap, de looptijd of de nominale waarde lager of hoger is dan die van de onderliggende lening of de groep van leningen, waaraan het derivaat kan worden toegerekend.

Artikel 4

  • 1 Een zorgaanbieder die een jaarrekening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, openbaar maakt en die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan minimaal twee van de in het tweede lid omschreven vereisten kan zijn jaarrekening overeenkomstig bijlage 1, Modellen A en B, inrichten en artikel 5 toepassen.

  • 2 De vereisten, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 6.000.000;

    • b. de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 12.000.000;

    • c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 50.

  • 3 Voor de toepassing van het tweede lid worden meegeteld de waarde van de activa, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers van groepsmaatschappijen, die in de consolidatie zouden moeten worden betrokken als de zorgaanbieder een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opstellen. Dit geldt niet, indien de zorgaanbieder artikel 7, derde lid, onderdeel b, toepast.

  • 4 Voor het eerste en tweede boekjaar geldt het eerste lid eveneens voor een zorgaanbieder die op de balansdatum van het eerste boekjaar aan de desbetreffende vereisten heeft voldaan.

Artikel 5

In het geval, bedoeld in artikel 4, eerste lid, mogen de volgende bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstig worden toegepast:

Artikel 6

  • 1 Een zorgaanbieder die een jaarrekening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, opstelt en die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan minimaal twee van de in het tweede lid omschreven vereisten kan voor de jaarrekening de vrijstelling, bedoeld in het derde lid, toepassen op Model C in bijlage 1.

  • 2 De vereisten, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 20.000.000;

    • b. de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 40.000.000;

    • c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 250,

    waarbij artikel 4, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 7

  • 1 Een zorgaanbieder die een jaarrekening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, openbaar moet maken en die alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van zijn groep, maakt als financiële verantwoording naast de eigen jaarrekening, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor deze groep een geconsolideerde jaarrekening openbaar, waarin zijn opgenomen de eigen financiële gegevens met die van zijn dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.

  • 2 Een zorgaanbieder die een jaarrekening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, openbaar moet maken en waarop het eerste lid niet van toepassing is, maar die in zijn groep een of meer dochtermaatschappijen heeft of andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft, maakt als financiële verantwoording naast de eigen jaarrekening, bedoeld in artikel 2, eerste lid, een geconsolideerde jaarrekening openbaar, waarin zijn opgenomen de eigen financiële gegevens met die van zijn dochtermaatschappijen in het groepsdeel, andere groepsmaatschappijen in het groepsdeel en andere rechtspersonen in het groepsdeel waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.

  • 3 Consolidatie mag achterwege blijven, indien:

    • a. bij consolidatie wordt voldaan aan de vereisten, bedoeld in artikel 4; of

    • b. de financiële gegevens die de zorgaanbieder zou moeten consolideren zijn opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening van een andere rechtspersoon of vennootschap welke jaarrekening voldoet aan het vijfde en zesde lid, dan wel, indien die rechtspersoon of vennootschap geen zorgaanbieder is, aan het vijfde en zesde lid of titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, mits die geconsolideerde jaarrekening openbaar is gemaakt op de in artikel 13 voorgeschreven manier door de zorgaanbieder die de consolidatie achterwege laat, tenzij de openbaarmaking door een andere zorgaanbieder van de desbetreffende groep heeft plaatsgevonden.

  • 4 Indien een zorgaanbieder consolidatie achterwege laat op grond van het derde lid, onderdeel b, vermeldt hij in de toelichting van de eigen jaarrekening de toepassing van het derde lid, onderdeel b, en neemt een verwijzing op naar de geconsolideerde jaarrekening waarin de eigen gegevens zijn opgenomen.

  • 6 De zorgaanbieder die een geconsolideerde jaarrekening opstelt, richt deze in overeenkomstig artikel 2, eerste lid, met dien verstande dat:

    • a. de benamingen mogen worden aangepast om het groepskarakter aan te geven;

    • b. in de geconsolideerde balans het aandeel van derden in groepsmaatschappijen afzonderlijk als onderdeel van het groepsvermogen wordt opgenomen;

    • c. indien in een geconsolideerde winst- en verliesrekening het aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen afzonderlijk wordt gegeven, dit geschiedt na het resultaat na belastingen.

Hoofdstuk 3. Bij de financiële verantwoording te voegen informatie

Artikel 8

  • 2 Een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, voegt aan de financiële verantwoording de volgende informatie toe:

    • a. een controleverklaring die voldoet aan artikel 11, indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’;

    • b. een bestuursverslag, indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’;

    • c. een verslag van de interne toezichthouder, indien de zorgaanbieder op grond van artikel 3 van de Wet toetreding zorgaanbieders moet beschikken over een interne toezichthouder.

  • 4 Een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, voegt aan de financiële verantwoording de volgende informatie toe:

    • a. een controleverklaring die voldoet aan de eisen van de Subsidieregeling abortusklinieken, indien aan de zorgaanbieder ingevolge die subsidieregeling € 125.000 of meer subsidie is verleend;

    • b. een bestuursverslag;

    • c. een verslag van de interne toezichthouder, indien de zorgaanbieder op grond van artikel 3 van de Wet toetreding zorgaanbieders moet beschikken over een interne toezichthouder.

Artikel 9

In afwijking van artikel 8 voegt de zorgaanbieder die een formeel buitenlandse vennootschap is de volgende informatie toe aan de financiële verantwoording:

Artikel 10

  • 2 De zorgaanbieder die ingevolge artikel 7 een geconsolideerde jaarrekening opstelt, mag het bestuursverslag geconsolideerd toevoegen aan de geconsolideerde jaarrekening.

  • 3 De zorgaanbieder die behoort tot een groep waarvoor overeenkomstig het tweede lid het bestuursverslag geconsolideerd is toegevoegd, hoeft niet het bestuursverslag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, toe te voegen aan de eigen financiële verantwoording.

  • 4 De aan de financiële verantwoording toe te voegen informatie mag niet onderling in strijd zijn of in strijd zijn met de financiële verantwoording.

Artikel 11

  • 2 De controleverklaring omvat ten minste:

    • a. een vermelding op welke financiële verantwoording het onderzoek betrekking heeft en dat de voorschriften van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG hierop van toepassing zijn;

    • b. een beschrijving van de reikwijdte van het onderzoek, waarin ten minste wordt vermeld welke richtlijnen voor de accountantscontrole in acht zijn genomen;

    • c. een oordeel of de financiële verantwoording het inzicht, bedoeld in artikel 362, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, geeft en aan de vereisten bij en krachtens artikel 40b van de wet voldoet;

    • d. een verwijzing naar bepaalde zaken waarop de accountant in het bijzonder de aandacht vestigt, zonder een verklaring als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, af te geven;

    • e. een vermelding van de gebleken tekortkomingen naar aanleiding van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid;

    • f. een oordeel over de verenigbaarheid van het bestuursverslag met de financiële verantwoording, als een bestuursverslag aan de financiële verantwoording moet worden toegevoegd;

    • g. een oordeel of er, in het licht van tijdens het onderzoek van de financiële verantwoording verkregen kennis en begrip omtrent de zorgaanbieder en zijn omgeving, materiële onjuistheden in het bestuursverslag zijn gebleken onder opgave van de aard van die onjuistheden, indien een bestuursverslag aan de financiële verantwoording wordt toegevoegd;

    • h. een verklaring betreffende materiële onzekerheden die verband houden met gebeurtenissen of omstandigheden die gerede twijfel kunnen doen rijzen of de zorgaanbieder zijn werkzaamheden voort kan zetten;

    • i. een vermelding van de vestigingsplaats van de accountantsorganisatie; en

    • j. een ondertekening en een dagtekening door de accountant.

  • 3 De controleverklaring heeft de vorm van:

    • a. een goedkeurende verklaring;

    • b. een verklaring met beperking;

    • c. een afkeurende verklaring; of

    • d. een verklaring van oordeelonthouding.

Hoofdstuk 4. Andere informatie over de bedrijfsvoering

Artikel 12

  • 3 De zorgaanbieder die behoort tot een groep waarvoor overeenkomstig het tweede lid andere informatie betreffende de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 40b, tweede lid, onderdeel c, van de wet overeenkomstig bijlage 4 bij deze regeling geconsolideerd is vermeld, hoeft niet te voldoen aan het eerste lid.

Hoofdstuk 5. Openbaarmaking

Artikel 13

  • 1 De openbaarmaking geschiedt langs elektronische weg door deponering van de volledig in de Nederlandse taal en euro gestelde jaarverantwoording bij het CIBG via het platform DigiMV.

  • 2 Bij het deponeren van de financiële verantwoording en de daarbij te voegen stukken, mag de handtekening door de accountant, interne toezichthouder, eigenaar, bestuurder of vennoot achterwege blijven, onder vermelding van de voor- en achternaam van diegene waarvan de ondertekening bij deponering achterwege is gelaten.

  • 3 De vastgestelde jaarverantwoording wordt openbaar gemaakt met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële toestand tussen 31 december van het boekjaar en de datum van vaststelling is gebleken.

  • 4 Indien blijkt dat de openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet, dan meldt de zorgaanbieder dit onverwijld bij het CIBG via het elektronische platform DigiMV overeenkomstig bijlage 5 bij deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

Bijlage 1. Jaarrekening voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid

Model A Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a

Activa

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A Vaste activa

   

I Immateriële vaste activa

   

II Materiële vaste activa

   

III Financiële vaste activa

   
     

B Vlottende activa

   

I Voorraden

   

II Vorderingen en overlopende activa

   

III Effecten

   

IV Liquide middelen

   
     

Totaal activa

   

Passiva

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A Eigen vermogen

   

I Gestort en opgevraagd kapitaal

   

II Agio

   

III Herwaarderingsreserve

   

IV Wettelijke en statutaire reserves

   

V Bestemmingsreserve1

   

VI Bestemmingsfonds2

   

VII Overige reserves

   

VIII Onverdeelde winsten3

   
     

B Voorzieningen

   
     

C Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)

   
     

D Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva

   
     

Totaal passiva

   

1 Alleen van toepassing op stichtingen.

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het eigen vermogen.

TOELICHTING

Model B Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, onderdeel a

Winst- en verliesrekening

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

     

Netto omzet

   
     

Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum

   

Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf

   

Overige bedrijfsopbrengsten

   
     

Som der bedrijfsopbrengsten

   
     

Kosten van grond- en hulpstoffen

   

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

   

Lonen en salarissen

   

Sociale lasten

   

Pensioenlasten

   

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

   

Overige bedrijfskosten

   
     

Som der bedrijfslasten

   
     

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Rentelasten en soortgelijke kosten

   
     

Resultaat voor belastingen

   
     

Belastingen1

   

Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

   
     

Resultaat na belastingen

   

1 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

TOELICHTING

Model C Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die Model A niet gebruiken

Activa

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A Vaste activa

   

I Immateriële vaste activa

   

1. kosten van oprichting en uitgifte van aandelen

   

2. kosten van ontwikkeling

   

3. concessies, vergunningen en intellectuele eigendom

   

4. goodwill

   

5. vooruitbetaald op immateriële vaste activa

   
     

II Materiële vaste activa

   

1. bedrijfsgebouwen en -terreinen

   

2. machines en installaties

   

3. andere vaste bedrijfsmiddelen

   

4. vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa

   

5. niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbaar

   
     

III Financiële vaste activa

   

1. deelnemingen in groepsmaatschappijen

   

2. vorderingen op groepsmaatschappijen

   

3. andere deelnemingen

   

4. vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen

   

5. overige effecten

   

6. overige vorderingen

   
     

B Vlottende activa

   

I Voorraden

   

1. grond- en hulpstoffen

   

2. onderhanden werk

   

3. gereed product en handelsgoederen

   

4. vooruitbetaald op voorraden

   
     

II Vorderingen

   

1. op handelsdebiteuren

   

2. op groepsmaatschappijen

   

3. op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen

   

4. overige vorderingen

   

5. van aandeelhouders opgevraagde stortingen

   

6. overlopende activa

   
     

III Effecten

   
     

IV Liquide middelen

   
     

C Totaal activa

   

Passiva

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

D Eigen vermogen

   

I Gestort en opgevraagd kapitaal

   

II Agio

   

III Herwaarderingsreserve

   

IV Wettelijke en statutaire reserve

   

1. Wettelijke

   

2. Statutaire

   

V Bestemmingsreserve1

   

VI Bestemmingsfonds2

   

VII Overige reserves

   

VIII Onverdeelde winst3

   
     

E Voorzieningen

   

1. voor pensioenen

   

2. voor belastingen

   

3. overige

   
     

F Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

   

1. converteerbare leningen

   

2. andere obligatieleningen en onderhandse leningen

   

3. schulden aan banken

   

4. vooruit ontvangen op bestellingen

   

5. schulden aan leveranciers en handelskredieten

   

6. te betalen wissels en cheques

   

7. schulden aan groepsmaatschappijen

   

8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen

   

9. belastingen en premies sociale verzekeringen

   

10. schulden ter zake van pensioenen

   

11. overige schulden

   

12. overige passiva

   
     

G Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)

   

1. converteerbare leningen

   

2. andere obligaties en onderhandse leningen

   

3. schulden aan banken

   

4. vooruit ontvangen op bestellingen

   

5. schulden aan leveranciers en handelskredieten

   

6. te betalen wissels en cheques

   

7. schulden aan groepsmaatschappijen

   

8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen

   

9. belastingen en premies sociale verzekeringen

   

10. schulden ter zake van pensioenen

   

11. overige schulden

   

12. overige passiva

   
     

H Totaal passiva

   

1 Alleen van toepassing op stichtingen.

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het eigen vermogen.

TOELICHTING

Model D Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die Model B niet gebruiken

Winst- en verliesrekening

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

   

1 Zorgverzekeringswet2

   

2 Wet langdurige zorg3

   

3 Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg

   

4 Forensische zorg4

   

5 Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties5

   

6 Beschikbaarheidbijdrage academische zorg6

   

7 Baten uit onderaanneming7

   

8 Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening8

   

B Baten uit Veilig Thuis9

   

C Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten10

   
     

Netto omzet

   
     

Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum

   

Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf

   

Overige bedrijfsopbrengsten

   
     

Som der bedrijfsopbrengsten

   
     

Kosten van grond- en hulpstoffen

   

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

   

Lonen en salarissen

   

Sociale lasten

   

Pensioenlasten

   

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

   

Overige bedrijfskosten

   
     

Som der bedrijfslasten

   
     

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Rentelasten en soortgelijke kosten

   
     

Resultaat voor belastingen

   
     

Belastingen11

   

Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

   
     

Resultaat na belastingen

   

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde in

stelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze winst- en verliesrekening vermelden.

2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.

4 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.

5 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

6 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG. De omschrijving van academische zorg is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

7 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming. Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer heeft om zorg te verlenen en geen contractuele verplichtingen heeft met een Wlz-uitvoerder, een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.

8 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.

9 Baten Veilig Thuis zijn de baten uit een Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

10 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg of Veilig Thuis, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.

11 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

Resultaatbestemming1

Bedrag in euro’s toevoeging

Bedrag in euro’s onttrekking

     

II Agio

   

III Herwaarderingsreserve

   

IV Wettelijke en statutaire reserve

   

1. Wettelijke reserve

   

2. Statutaire reserve

   

V Bestemmingsreserve2

   

VI Bestemmingsfonds3

   

VII Overige reserves

   

VIII Overdeelde winst

 

Indien de bestemming van het resultaat nog niet vaststaat het voorstel daartoe.

Tekstveld

1 De zorgaanbieder moet hier opgave doen van de bestemming van de winst of de verwerking van het verlies, of, zolang deze niet vaststaat, het voorstel daartoe (overeenkomstig artikel 2:380c BW).

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Alleen van toepassing op stichtingen.

TOELICHTING

Bijlage 2. Financiële verantwoording voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, derde lid

Algemene bepalingen omtrent de financiële verantwoording

De financiële verantwoording geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een financiële verantwoording dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de zorgaanbieder. De balans en staat van baten en lasten met de toelichting geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen, respectievelijk het resultaat van het boekjaar en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar, respectievelijk de afleiding uit de posten van baten en lasten weer. De baten en lasten van het boekjaar zijn in de staat van baten en lasten opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.

De onderstaande modellen schrijven voor welke posten minimaal moeten worden opgenomen in een balans en een staat van baten en lasten. Het toevoegen van posten is toegestaan.

Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat

Op de grondslagen van waardering en de bepaling van het resultaat, is het bepaalde bij en krachtens de artikelen 384, 385, uitgezonderd het vijfde lid, 386, uitgezonderd het derde lid, 387, 388, 389, uitgezonderd het vierde, vijfde en tiende lid, en 390, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Model A Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid

Activa

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A. Vaste activa

   

I Immateriële vaste activa

   

II Materiële vaste activa

   

II Financiële vaste activa

   
     

B Vlottende activa

   

I Voorraden

   

II Vorderingen en overlopende activa

   

III Effecten

   

IV Liquide middelen

   
     

Totaal activa

   

Passiva

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

A Eigen vermogen

   
     

B Voorzieningen

   
     

C Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)

   
     

D Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva

   
     

Totaal passiva

   

Model B Staat van baten en lasten

Staat van baten en lasten

Bedrag in euro’s boekjaar 20XX

Bedrag in euro’s vorig boekjaar

BEDRIJFSBATEN

   

A Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

   

1 Zorgverzekeringswet2

   

2 Wet langdurige zorg3

   

3 Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg

   

4 Forensische zorg4

   

5 Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties5

   

6 Baten uit onderaanneming6

   

7 Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening7

   

B Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten8

   

Som der bedrijfsbaten

   
     

BEDRIJFSLASTEN

   

Kosten van grond- en hulpstoffen

   

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

   

Lonen en salarissen

   

Sociale lasten

   

Pensioenlasten

   

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

   

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

   

Overige bedrijfskosten

   

Som der bedrijfslasten

   
     

Bedrijfsresultaat

   
     

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

   

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

   

Rentelasten en soortgelijke kosten

   
     

Resultaat voor belastingen

   
     

Belastingen9

   

Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

   
     

Resultaat na belastingen

   

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1o, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge de artikelen 4.1, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze winst- en verliesrekening vermelden.

2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.

4 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.

5 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

6 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming. Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer heeft om zorg te verlenen en geen contractuele verplichtingen heeft met een Wlz-uitvoerder, een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.

7 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.

8 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.

9 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

TOELICHTING

In de toelichting vermeldt de zorgaanbieder het volgende:

  • informatie over de toegepaste waarderingsgrondslagen en de af- en bijboekingen op de herwaarderingsreserve;

  • de actuele waarde van financiële instrumenten1;

  • indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en financiële derivaten heeft aangetrokken, in ieder geval de informatie, genoemd in artikel 3;

  • het totaalbedrag van alle financiële verplichtingen, garanties en onvoorziene gebeurtenissen die niet in de balans zijn opgenomen;

  • leningen, voorschotten en garanties die zijn verleend aan de eigenaar, gezamenlijke vennoten, gezamenlijke maten en de namen van de leden van de interne toezichthouder;

  • het bedrag en de aard van baten- en lastenposten die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen;

  • een toelichting op schulden met een looptijd van meer dan vijf jaar en schulden waarvoor de zorgaanbieder zakelijke zekerheid heeft gesteld;

  • melding van het gemiddelde aantal bij de zorgaanbieder werkzame werknemers gedurende het boekjaar.

Bijlage 3. Financiële verantwoording over eenmanszaken

Vanuit de maatschappelijke en politieke wens om de transparantie in de zorgsector te vergroten, zijn ook kleine zorgaanbieders verplicht om zich jaarlijks te verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording. In afwijking van de hoofdregel moeten eenmanszaken als financiële verantwoording een aantal financiële ratio’s die inzicht geven in de bedrijfsvoering openbaar maken. Een financiële ratio is een verhoudingsgetal dat is samengesteld uit financieel-economische gegevens uit de balans en staat van baten en lasten van eenmanszaken. Reden om voor eenmanszaken geen balans en staat van baten en lasten dwingend voor te schrijven is om te voorkomen dat de eigenaar zijn inkomen voor een ieder openbaar moet maken.

Om een indruk te krijgen van de financiële gezondheid van uw zorgbedrijf in het afgelopen jaar, dient u de hiernavolgende indicatoren in te vullen.

Rentabiliteit1

Ratio

Liquiditeit2

Ratio

Solvabiliteit3

Ratio

Personeelskostenratio4

Ratio

Zorgopbrengstenratio5

Ratio

Budgetratio6

Ratio

1 Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten gedeeld door balanstotaal.

2 Current ratio: vlottende activa inclusief liquide middelen gedeeld door totaal kortlopende schulden.

3 Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal.

4 Totale personeelskosten gedeeld door bedrijfsopbrengsten.

5 Totale zorgopbrengsten gedeeld door aantal fte die beroepsmatig zorg verlenen. Onder zorg wordt in dit verband verstaan: zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de Minister subsidie verleent.

6 Eigen vermogen gedeeld door zorgopbrengsten. Onder zorg wordt in dit verband verstaan: zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de Minister subsidie verleent.

TOELICHTING

Indien de ratio’s een vertekend beeld geven van uw eenmanszaak, dan moet u dit toe lichten. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van de verkoop van een bedrijfspand waardoor de bedrijfsopbrengsten over het boekjaar erg hoog zijn en daardoor de personeelskostenratio erg laag is. In andere gevallen mag u een toelichting opnemen op de financiële ratio’s indien u dit wenst.

Bijlage 4. Andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder als bedoeld in artikel 12

Introductie

In deze openbare vragenlijst staan vragen over de andere dan financiële informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder. De antwoorden op deze vragen leiden tot een beperkt aantal openbare basisindicatoren die, naast de financiële verantwoording, een indicatie geven aan de maatschappij over het functioneren van de zorgaanbieder. Dit is voor de zorgaanbieder een verplicht onderdeel van zijn transparante verantwoording aan de maatschappij als geheel en de grote hoeveelheid stakeholders in de zorgsector in het bijzonder.

De openbare vragenlijst kan uitsluitend via dit aanleverportaal worden ingediend. Hiervoor moeten alle vragen worden beantwoord. Deze openbare vragenlijst kan tussentijds worden opgeslagen. De antwoorden op de vragen, samen met de financiële verantwoording en de daarbij te voegen stukken, worden openbaar en voor iedereen toegankelijk door het indienen van de openbare jaarverantwoording via het elektronisch aanleverportaal DigiMV. Daarna wordt het geplaatst op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl en het openbare portaal van het Landelijk Register Zorgaanbieders (hierna: LRZa).

INHOUDSOPGAVE

  • 1. geconsolideerde of enkelvoudige andere informatie betreffende de bedrijfsvoering

  • 2. vragen over identiteit

  • 3. vragen over de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder

    • a. vragen over de Governancecode Zorg 2017

    • b. vragen over het personeel en organisatie

    • c. vragen over unieke patiënten en inzetten

    • d. vragen over klachten, inspraak en cliëntenraden

  • 4. bestuursverklaring

Vraag 1 – geconsolideerde of enkelvoudige andere informatie betreffende de bedrijfsvoering

De zorgaanbieder die een geconsolideerde jaarrekening opstelt, mag tevens de informatie in dit vragenformulier geconsolideerd invullen. Indien hij dit doet, kunnen hijzelf en de zorgaanbieders binnen zijn groep hiermee volstaan. Let op!: De zorgaanbieder die een groepsmaatschappij is en de dochtermaatschappijen, maken wel afzonderlijk de eigen financiële verantwoording openbaar.

Invullen door alle zorgaanbieders

De zorgaanbieder behoorde in het boekjaar niet tot een groep1

Aanvinken

(Onderstaande drie vragen worden niet weergegeven)

Een tot een groep behorende zorgaanbieder is vrijgesteld van het vermelden van ‘andere informatie betreffende de bedrijfsvoering’, indien een andere zorgaanbieder als groepshoofd of de tussenholding deze informatie via dit elektronisch aanleverportaal openbaar heeft gemaakt.

○ Niet van toepassing; de zorgaanbieder is groepshoofd of tussenholding (Aanvinken)

○ De zorgaanbieder maakt gebruik van deze vrijstelling (Aanvinken)

○ De zorgaanbieder maakt geen gebruik van deze vrijstelling (Aanvinken)

Indien de zorgaanbieder gebruik maakt van deze vrijstelling, hieronder naam en handelsregisternummer van het hoofd of de tussenholding die namens deze zorgaanbieder de andere informatie geconsolideerd openbaar heeft gemaakt.

(Vragenlijst wordt na beantwoorden van deze vraag afgesloten)

Vermeldt de zorgaanbieder als groepshoofd of tussenholding is, de ‘andere informatie betreffende de bedrijfsvoering’ geconsolideerd?

Ja/Nee

Zo ja, welke zorgaanbieder(s) zijn vrijgesteld van het vermelden van de ‘andere informatie betreffende de bedrijfsvoering’?

○ Er wordt geen gebruik gemaakt van deze vrijstelling (Aanvinken)

○ Er wordt wel gebruik gemaakt van deze vrijstelling door de volgende zorgaanbieders:

1. Naam en handelsregisternummer

2. Naam en handelsregisternummer (etc.)

1 Onder groep wordt verstaan: een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden (artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek).

Vraag 2 – vragen over identiteit

Het is van belang om de zorgaanbieder te kunnen identificeren. Na toestemming van de zorgaanbieder worden de identificerende gegevens, voor zover bekend, uit het handelsregister, AGB-register en LRZa automatisch in onderstaande invultabel geüpload. De zorgaanbieder controleert de openbaar te maken informatie. Indien de vooringevulde informatie niet correct is, dient de zorgaanbieder het antwoord te wijzigen.

Invullen door alle zorgaanbieders

Zijn onderstaande gegevens (ontleend aan het handelsregister) betreffende de huidige situatie correct?

Ja/Nee

Bij ‘nee’: de zorgaanbieder wordt gewezen op de verplichting van de zorgaanbieder om de gegevens in het handelsregister juist, volledig en actueel te houden.

Naam van de zorgaanbieder

Uit handelsregister

Omschrijving rechtsvorm

Uit handelsregister

Handelsregisternummer (KvK-nummer)1

Uit handelsregister (8 cijfers)

Activiteitencode(s) (SBI-code)2

Uit handelsregister (4 of 5 cijfers)

RSIN-nummer3

Aanvinken (n.v.t.)

Uit handelsregister (9 cijfers)

Functionarissen4

Er is geen interne toezichthouder (Aanvinken)

Uit handelsregister + aanvullen voor zover deze gegevens niet in het handelsregister staan

Gegevens hoofdvestiging5

Uit handelsregister

Vestigingsnummer(s)

Uit handelsregister (12 cijfers)

Zijn onderstaande gegevens (ontleend aan het AGB-register6) betreffende de huidige situatie correct?

Ja/Nee

AGB-ondernemingscode

De zorgaanbieder heeft geen AGB-ondernemingscode. Aanvinken (n.v.t.)

(onderstaande vraag wordt niet weergegeven)

Uit AGB-register (8 cijfers)

AGB-vestigingscode(s)

Uit AGB-register (8 cijfers)

Is de zorgsoort (ontleend aan het LRZa7) betreffende de huidige situatie correct voor het boekjaar?

Uit LRZa (zorgsoort)

Aanpassen of aanvullen voor zover de zorgsoort niet of niet correct in het LRZa staat

1 Het in het handelsregister over een onderneming opgenomen unieke nummer, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007.

2 De afkorting ‘SBI’ betekent Standaard Bedrijfsindeling 2008. De SBI is een hiërarchische indeling van economische activiteiten en opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De zorgaanbieder krijgt de SBI-code bij inschrijving in het handelsregister.

3 De afkorting RSIN betekent Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer. Dit nummer is bedoeld voor (overheids)organisaties om informatie met elkaar uit te wisselen. Het RSIN staat op het uittreksel van het handelsregister. Een eenmanszaak krijgt geen RSIN-nummer, met uitzondering van eenmanszaken met meerdere eigenaren (onverdeelde boedel).

4 Functionarissen: bij een eenmanszaken zijn dat de eigenaren van een eenmanszaak, bij een personenvennootschap zijn dat de vennoten van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en maten van een maatschap. Functionarissen van rechtspersonen zijn de bestuurder(s), commissaris(sen), vereffenaar(s) en enig aandeelhouder.

5 Hoofdvestiging als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2007. Zie voor meer informatie over het vestigingsbegrip in het handelsregister specifiek voor zorginstellingen: Zorg_Vestigingsbegrip_tcm109-488542.pdf (kvk.nl).

6 De afkorting AGB-code betekent Algemeen GegevensBeheer-code. Om zorg in het kader van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) en de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz) rechtstreeks bij de zorgverzekeraar of de Wlz-uitvoerder elektronisch te kunnen declareren, heeft een zorgaanbieder een AGB-code nodig. Dit is een unieke code in een landelijke database waarmee de zorgaanbieder kan worden herkend. Dit systeem beheert Vektis.

7 De vormen van zorg die worden verleend, worden ingevolge artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg opgenomen in het LRZa.

Vraag 3 – vragen over de overige bedrijfsvoering van de zorgaanbieder

a. vragen over de Governancecode Zorg 2017

De Governancecode Zorg 2017 is een richtinggevend en levend document van en voor de zorgsector zelf. De code biedt de sector een instrument om de governance zo in te richten dat die bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van haar maatschappelijke doelstelling en daarmee aan het maatschappelijk vertrouwen.2

Invullen door alle zorgaanbieders

Heeft de zorgaanbieder de principes en bepalingen van de Governancecode Zorg 2017 in zijn geheel toegepast in het boekjaar?

Ja/Nee/n.v.t.1

Bij ‘Nee’, geef aan welke principes van de Governancecode Zorg 2017 niet altijd en/of niet volledig zijn toegepast.

Was de zorgaanbieder in het boekjaar (naast of in plaats van de Governancecode Zorg 2017) onderworpen aan een andere code of past de zorgaanbieder deze vrijwillig toe? Zo ja, welke code is dat?

Ja/Nee, bij ‘Ja’ (Tekstveld)

1 Niet van toepassing (afgekort: n.v.t.) kan worden aangevinkt als de zorgaanbieder niet is gebonden aan de Governancecode Zorg 2017, omdat de zorgaanbieder niet lid is van de Brancheorganisaties Zorg (Boz) of een andere brancheorganisatie die de toepassing van de Governancecode Zorg 2017 verplicht stelt.

b. vragen over personeel en organisatie

De antwoorden op de vragen over het personeel geven inzicht in de personeelssamenstelling. Deze antwoorden gekoppeld aan de financiële informatie, geven inzicht in de organisatie van de zorgverlening.

Invullen door alle zorgaanbieders

Er zijn geen werkzame personen in het boekjaar1

(onderstaande vijf vragen en de invultabel worden niet weergegeven)

Aanvinken

Aantal werkzame personen in het boekjaar2

Uit handelsregister

Aantal natuurlijke personen die beroepsmatig zorg verlenen in het boekjaar3

Aantal

Het ziekteverzuimpercentage van de natuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen in het boekjaar4

%

Aantal vacatures5 voor natuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen aan einde boekjaar

Aantal

Moeilijk vervulbare vacatures voor natuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen aan einde boekjaar6

Aantal

Stagiaires die zorg verlenen over een boekjaar7

Aantal

1 Onder werkzame personen wordt verstaan: de al dan niet in dienst van de betrokken onderneming werkzame werknemers, de meewerkende eigenaren en de meewerkende gezinsleden van een eigenaar, steeds voor zover zij doorgaans ten minste 15 uur per week werkzaam zijn (artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Handelsregisterbesluit 2008).

2 Onder werkzame personen wordt verstaan: de al dan niet in dienst van de betrokken onderneming werkzame werknemers, de meewerkende eigenaren en de meewerkende gezinsleden van een eigenaar, steeds voorzover zij doorgaans ten minste 15 uur per week werkzaam zijn (artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Handelsregisterbesluit 2008).

3 Onder zorgaanbieder wordt verstaan: de natuurlijke persoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent. Een natuurlijke persoon die zorg verleent die rechtstreeks voortvloeit uit een bestaande sociale relatie, als stagiaire, vrijwilliger of budgethouder, voor zover het gaat om handelingen in het kader van dit budgethouderschap, valt niet onder de definitie zorgaanbieder.

4 Het ziekteverzuim-percentage is het totaal aantal ziektedagen van denatuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen, in procenten van het totaal aantal beschikbare werkdagen van de natuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen in het boekjaar, exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.

5 Een vacature is een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een organisatie, personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk met de gevraagde werkzaamheden kan starten.

6 Vacatures waarvoor de sollicitatieprocedure zoveel tijd zal kosten dat de feitelijke indiensttreding niet binnen drie maanden is gerealiseerd.

7 Een leerling die een MBO-, HBO of WO-opleiding volgt binnen het OCW-opleidingsstelsel (beroepsopleidende leerweg) en vanuit de opleiding een stage volgt. Leerling-medewerkers (BBL-ers) vallen expliciet niet onder deze definitie.

De volgende twee vragen worden gesteld om inzicht te krijgen in de financiële en organisatorische structuur van de zorgaanbieder.

Invullen door alle zorgaanbieders

Uitbesteding van zorg3

Is de zorgverlening geheel of gedeeltelijk uitbesteed door de zorgaanbieder (d.w.z.: wordt deze verricht in onderaanneming, inclusief door zelfstandige zonder personeel en leden van een coöperatie)?

Geheel/Gedeeltelijk/Nee

(bij ‘nee’ of ‘geheel’ worden onderstaande twee vragen niet getoond)

Indien ‘gedeeltelijk’: Hoeveel procent van de totale zorgopbrengsten is uitbesteed?

%

Heeft de zorgaanbieder met de desbetreffende onderaannemer(s) een schriftelijke overeenkomst gesloten conform artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen (hierna: Wkkgz) en hoe ziet de zorgaanbieder toe op de naleving van deze overeenkomst?

Ja/Nee, bij ‘ja’ toelichting

Verlenen van zorg als onderaannemer4

Heeft de zorgaanbieder in het boekjaar geheel of gedeeltelijk zorg verleend als onderaannemer?

Geheel/Gedeeltelijk/Nee

(bij ‘nee’ of ‘geheel’ wordt onderstaande niet getoond)

Indien ‘gedeeltelijk’: Hoeveel procent van de totale zorgopbrengsten werd als onderaannemer verleend?

%

c. vragen over unieke patiënten en inzetten

De gegevens over het aantal unieke patiënten (en voor de Regionale Ambulancevoorzieningen, mobiele zorg vanuit of naar buitenland en hunonderaannemers: aantal inzetten) in het boekjaar worden verzameld om de omvang van de zorgaanbieder te kunnen bepalen. Het is ook een indicator voor het beoordelen van het declaratiegedrag van de zorgaanbieder.5

Invullen door alle zorgaanbieders (met uitzondering van Regionale Ambulancevoorzieningen of mobiele zorg vanuit of naar het buitenland en hun onderaannemers)

Hoeveel unieke patiënten waaraan Zvw of Wlz zorg is verleend, inclusief de patiënten in onderaanneming, waren in het boekjaar ingeschreven?

Aantal

Aan hoeveel unieke patiënten heeft de zorgaanbieder in totaal, inclusief de patiënten in onderaanneming, in het boekjaar Zvw of Wlz zorg verleend?

Aantal

Hoeveel unieke patiënten waaraan Zvw of Wlz zorg is verleend, inclusief de patiënten in onderaanneming, zijn in het boekjaar uitgeschreven?

Aantal

Alleen invullen door Regionale Ambulancevoorzieningen en onderaannemers van een Regionale Ambulancevoorziening6

Aantal A1-inzetten1 in het boekjaar

Aantal

Aantal A2-inzetten2 in het boekjaar

Aantal

Aantal niet spoedeisende inzetten3 in het boekjaar

Aantal

Aantal mobiele zorgconsulten4 in het boekjaar

Aantal

Aantal inzetten loos5 in het boekjaar

Aantal

Aantal A1-inzetten ten behoeve van andere regio’s in het boekjaar

Aantal

Aantal A2-inzetten ten behoeve van andere regio’s in het boekjaar

Aantal

Aantal niet spoedeisende inzetten ten behoeve van andere regio’s in het boekjaar

Aantal

Aantal inzetten ten behoeve van een buitenlandse buurregio in het boekjaar

Aantal

Aantal inzetten van een buitenlandse buurregio binnen de Regionale Ambulancevoorziening regio in het boekjaar

Aantal

Aantal MICU-inzetten6 in het boekjaar

Aantal of n.v.t. (aanvinken)7

1 A1-inzet is een spoedeisende inzet in opdracht van de centralist van de meldkamer ambulancezorg bij een acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit gevaar pas na beoordeling door de ambulance-eenheid ter plaatse kan worden uitgesloten. De ambulance-eenheid dient zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. De ambulance maakt gebruik van optische en geluidssignalen (conform de ‘Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen’).

2 A2-inzet is een inzet in opdracht van de centralist van de meldkamer ambulancezorg naar aanleiding van een zorgvraag waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij de centralist heeft vastgesteld dat er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance-eenheid zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. De ambulancezorg kan hierbij, onder bepaalde voorwaarden, gebruik maken van optische en geluidssignalen (conform de ‘Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen’).

3 Niet spoedeisende inzet is een inzet in opdracht van de centralist van de meldkamer ambulancezorg naar aanleiding van een zorgvraag zonder A1- of A2-urgentie, waarbij een tijdstip of tijdblok (tijdvak) is afgesproken voor halen of brengen.

4 Mobiel zorgconsult is een inzet die wordt uitgevoerd met de intentie tot zorgverlening, waarbij ter plaatse na onderzoek van de patiënt de noodzaak tot vervoer niet is gebleken. Er is altijd sprake van contact met een patiënt (voorheen: Eerste Hulp Geen Vervoer).

5 Inzet loos is een inzet die wordt uitgevoerd met de intentie tot zorgverlening, waarbij na aankomst op de (veronderstelde) locatie van de patiënt blijkt dat er geen noodzaak voor zorgverlening (meer) aanwezig is, de patiënt niet aanwezig is of dat het benodigde zorgniveau niet overeenkomt met de gestelde zorgvraag. Een inzet kan pas een inzet loos blijken te zijn nadat de ambulance-eenheid is gearriveerd op de plaats waar de patiënt zich zou moeten bevinden.

6 MICU is een mobiele intensive care unit.

7 Niet iedere Regionale Ambulancevoorziening beschikt over een MICU. Indien zij daarover niet beschikt, kan de Regionale Ambulancevoorziening ‘n.v.t.’ aanvinken.

Alleen invullen door aanbieders van mobiele zorg vanuit of naar het buitenland en hun onderaannemers7

Aantal inzetten vanaf de Nederlandse grens of Nederlandse luchthaven naar een zorgaanbieder of huisadres in het boekjaar

Aantal

Aantal inzetten naar de Nederlandse grens of naar een Nederlandse luchthaven vanaf een zorgaanbieder of huisadres in het boekjaar

Aantal

d. vragen over klachten, inspraak en cliëntenraden

Deze vragen geven inzicht in een aantal belangrijke voorwaarden voor het verlenen van goede zorg als bedoeld in de Wkkgz. De eerste drie vragen worden vooringevuld vanuit het voorgaande boekjaar. Indien de vooringevulde informatie niet correct is, dient de zorgaanbieder het antwoord te wijzigen.

Invullen door alle zorgaanbieders

Kunnen patiënten terecht bij een klachtenfunctionaris?

Ja/Nee

Beschikt de zorgaanbieder over een regeling voor een effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten van de patiënt?

Ja/nee

Is de zorgaanbieder aangesloten bij een onafhankelijke geschilleninstantie?1

Ja/nee

Aantal meldingen van minder zware gevallen van geweld tussen patiënten2

Aantal

1 De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) bepaalt dat zorgcliënten klachten en geschillen over een zorgaanbieder aan een erkende geschilleninstantie moeten kunnen voorleggen. Dit biedt cliënten een laagdrempelig alternatief voor de gang naar de rechter.

2 Lichamelijk en/of geestelijk geweld tussen cliënten die gedurende ten minste een dagdeel in dezelfde accommodatie verblijven.

De volgende vragen worden gesteld om informatie te krijgen over inspraak en cliëntenraden. De Tweede Kamer heeft namelijk verzocht om jaarlijks geïnformeerd te worden over de ontwikkeling van de medezeggenschap op basis van de trends die naar voren komen uit de informatie die door de zorgaanbieders in hun jaarverantwoording openbaar zijn gemaakt.8 Er zijn vragen toegevoegd om te toetsen of wordt voldaan aan de eis om in beginsel voor elk van de locaties een cliëntenraad in te stellen.9 Deze vragen worden vanuit het voorgaande boekjaar vooringevuld. De zorgaanbieder controleert de openbaar te maken informatie. Indien de vooringevulde informatie niet correct is, dient de zorgaanbieder het antwoord te wijzigen.

Invullen door alle zorgaanbieders

Inspraak10

Heeft de zorgaanbieder in het boekjaar inspraak voor haar cliënten en hun vertegenwoordigers georganiseerd?1

Ja/Nee

Als op de vorige vraag ‘nee’ is geantwoord: Waarom niet?

○ Niet wettelijk verplicht2:

(Aanvinken)

○ Indien wel wettelijk verplicht toelichting

1 Hierbij kan worden gedacht aan de mogelijkheid van alle individuele patiënten om direct jegens de zorginstelling hun wensen en meningen kenbaar te maken door middel vanenquêtes, huiskamergesprekken etc. Er zijn ook vormen van inspraak waarbij van indirecte participatie zoals panels, focusgroepen en familie- en ouderraden gebruik wordt gemaakt om wensen en meningen in kaart te brengen.

2 De verplichting om inspraak te organiseren, geldt alleen voor instellingen die erop zijn ingericht om cliënten langdurig te laten verblijven (artikel 2, eerste lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018).

Cliëntenraad

Beschikte de zorgaanbieder in het boekjaar over een cliëntenraad?

Ja/Nee

Als op de vorige vraag ‘nee’ is geantwoord: Waarom heeft de zorgaanbieder geen cliëntenraad?

○ Niet wettelijk verplicht12

(Aanvinken)

○ Indien wel wettelijk verplicht: toelichting (tekstveld)

Als de zorgaanbieder heeft geantwoord dat hij in het boekjaar een cliëntenraad had:

 

Had elke locatie voor langdurig verblijf in het boekjaar een eigen cliëntenraad?3

Ja/Nee/

n.v.t.

Zijn er meerdere cliëntenraden ingesteld voor cliënten bij wie zorg thuis wordt verleend?4

Ja/Nee/

n.v.t.

Als op één of beide van de twee vorige vragen ‘nee’ is geantwoord: Waarom niet?

Toelichting: [tekstvak]

Is/zijn de cliëntenraad/cliëntenraden in het boekjaar in financiële en materiële zin voor alle taken ondersteund naar tevredenheid van die cliëntenraad/raden?

Ja/Nee

Hoeveel adviesaanvragen en instemmingsverzoeken zijn er geweest?

Aantal

Hoe vaak hebben deze adviesaanvragen en instemmingsverzoeken tot maatregelen of aanpassing van het besluit geleid?

Aantal

Hoeveel ongevraagde adviezen zijn er geweest?

Aantal

Hoe vaak hebben deze ongevraagde adviezen geleid tot maatregelen of aanpassing van beleid?

Aantal

Beschikte de instelling in het boekjaar over een door de instelling ingestelde vertrouwenscommissie dan wel was de instelling aangesloten bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)?

Ja/Nee/Aangesloten bij een andere Commissie van Vertrouwenslieden dan de LCvV

1 Ingevolge de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 is een instelling verplicht om een cliëntenraad in te stellen als: a. bij de instelling, niet zijnde een instelling als bedoeld in onderdeel b, in de regel meer dan tien natuurlijke personen zorg verlenen; b. sprake is van een instelling waarin cliënten niet gedurende ten minste een etmaal kunnen verblijven die geen zorg door medisch specialisten verleent én ook geen persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding als bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, onderdeel b, van de Wet langdurige zorg of artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering; voor een zodanige instelling is een cliëntenraad verplicht als bij die instelling in de regel meer dan 25 natuurlijke personen zorg verlenen.

2 Daarnaast is een aantal instellingen uitgesloten van de toepassing van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018; zie artikel 2 van het Besluit Wmcz 2018.

3 Artikel 3, vierde lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018.

4 Artikel 3, vierde lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018.

Vraag 4 – bestuursverklaring

De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk voor het voeren van een transparante financiële bedrijfsvoering11 en het tijdig, juist en volledig openbaar maken van de jaarverantwoording. Het voldoen aan de wet- en regelgeving behoort een onderdeel te zijn van een beheerste bedrijfsvoering.12 Bij overtreding van de eisen omtrent de openbare jaarverantwoording kunnen de NZa en Inspectie SZW kiezen voor een bestuursrechtelijke sanctionering (aanwijzing, boete, last onder dwangsom of bestuursdwang) of strafrechtelijke afdoening.13

Invullen door alle zorgaanbieders

Ik verklaar/Wij1 verklaren dat de jaarverantwoording, bedoeld in artikel 40b Wmg, naar waarheid en volledig is openbaar gemaakt, voldoet aan de vereisten van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG en niet in strijd is met andere beschikbare gegevens.

Verder verklaar ik/verklaren wij dat de gescheiden administratie, bedoeld in artikel 40a van de Wet marktordening gezondheidszorg en/of artikel 13 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen, voor de externe toezichthouders ter inzage beschikbaar is, zodat de jaarverantwoording verifieerbaar is door de bevoegde autoriteiten.

Naam van de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar van een eenmanszaak die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder te vertegenwoordigen

eHerkenning

1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen.

Let op!: Blijkt na deponering van de jaarverantwoording dat die in ernstige mate tekortschiet, dan meldt de zorgaanbieder dit onverwijld bij het CIBG via dit platform.14

Bijage 5. Melding dat openbare jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (désaveuverklaring) als bedoeld in artikel 13, vierde lid

Door middel van onderstaand formulier kan de zorgaanbieder melden dat na deponering is gebleken dat de openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet. Het CIBG zal deze mededeling op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl en het portaal van het Landelijk Register Zorgaanbieders plaatsen.

De zorgaanbieder kan in de jaarverantwoording van het volgende boekjaar of latere boekjaren deze tekortkoming in de financiële verantwoording herstellen. De openbaar gemaakte jaarverantwoording wordt door het CIBG niet heropend en vervolgens door de zorgaanbieder vervangen, tenzij het een publicatiefout van het CIBG of schending van de Algemene verordening gegevensbescherming betreft.

Invullen indien van toepassing

Ik meld/Wij1 melden dat de door de zorgaanbieder openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet.2

Boekjaar

Jaartaal

Naam van de bestuurder(s), de venno(o)t(en), de ma(a)t(en) of de eigenaar van een eenmanszaak die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder te vertegenwoordigen

eHerkenning

1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen.

2 De jaarverantwoording schiet bijvoorbeeld in ernstige mate tekort bij een onjuiste waardering of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering of een onjuiste of onvolledige toelichting.

  1. Onder financiële instrumenten worden in dit kader mede verstaan financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Wet marktordening gezondheidszorg. ^ [1]
  2. Vanwege de artikelen 4.1.4. en B.1.2. van de Governancecode Zorg 2017 leggen veel zorgaanbieders jaarlijks verantwoording af over de wijze waarop de code is toegepast. De raad van bestuur en raad van toezicht leggen volgens de Governancecode Zorg 2017 verantwoording af over de wijze waarop zij invulling hebben gegeven aan de principes en bepalingen van deze code. Kleine organisaties kunnen volgens de Governancecode Zorg 2017 volstaan met toepassing van principe 1 (Goede zorg) en, voor zover relevant, principe 2 (Normen en waarden) alsmede de waarborgen en randvoorwaarden voor goede zorg van de overige principes van deze code. Indien de instelling van een toezichthoudend en/of medezeggenschapsorgaan wettelijk niet is voorgeschreven, wordt voorzien in alternatieve vormen van medezeggenschap en invloed van de betrokken belanghebbenden die passen bij de karakteristiek van de kleine organisatie. De zorgorganisatie legt verantwoording af over de wijze waarop deze code is toegepast. ^ [2]
  3. De hoofdaannemer besteedt de te leveren zorg geheel of gedeeltelijk uit aan de onderaannemer. Hierbij kan worden gedacht aan een zorgaanbieder die contracten sluit met de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget waarin de zorgaanbieder zich verplicht tot het leveren van zorg. Tevens brengt de hoofdaannemer de tarieven in rekening ten aanzien van die contracten. ^ [3]
  4. Bij onderaannemers kan worden gedacht aan zorgaanbieders die geen contractuele verplichtingen hebben tegenover de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een pgb-houder. Onderaannemers hebben alleen een contractuele relatie met de hoofdaannemer. Op basis daarvan brengt de onderaannemer alleen tarieven in rekening aan de hoofdaannemer. Voor voorbeelden wordt verwezen naar de toelichting bij de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel voor de AWtza (Kamerstukken II 2019/20, 34 768, nr. 13). ^ [4]
  5. Dit is relevant in het kader van de artikelen 35 en 36 van de Wet marktordening gezondheidszorg. ^ [5]
  6. Bij onderaannemers kan worden gedacht aan zorgaanbieders die geen contractuele verplichtingen hebben tegenover de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een pgb-houder. Onderaannemers hebben alleen een contractuele relatie met de hoofdaannemer. Op basis daarvan brengt de onderaannemer alleen tarieven in rekening aan de hoofdaannemer. Voor voorbeelden wordt verwezen naar de toelichting bij de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel voor de AWtza (Kamerstukken II 2019/20, 34 768, nr. 13). ^ [6]
  7. Bij onderaannemers kan worden gedacht aan zorgaanbieders die geen contractuele verplichtingen hebben tegenover de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een pgb-houder. Onderaannemers hebben alleen een contractuele relatie met de hoofdaannemer. Op basis daarvan brengt de onderaannemer alleen tarieven in rekening aan de hoofdaannemer. Voor voorbeelden wordt verwezen naar de toelichting bij de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel voor de AWtza (Kamerstukken II 2019/20, 34 768, nr. 13). ^ [7]
  8. Kamerstukken II 2018/19, 34 858, nr. 42 (motie Lid Kerstens over een jaarlijkse rapportage over trends in de zorginstellingen; Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018). ^ [8]
  9. Deze eis staat in artikel 3, vierde lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. ^ [9]
  10. Ingevolge artikel 2 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 stelt de instelling die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven, haar cliënten en hun vertegenwoordigers in de gelegenheid inspraak uit te oefenen in aangelegenheden die direct van invloed zijn op het dagelijks leven van de cliënten. ^ [10]
  11. Artikel 40a van de Wet marktordening gezondheidszorg. ^ [11]
  12. Kamerstukken II 2016/17, 34 768, nr. 3 (memorie van toelichting). ^ [12]
  13. Het openbaar maken van een jaarverantwoording die niet voldoet aan de wettelijke voorschriften (hetgeen het geval is bij onjuiste of onvolledige gegevens) is een economisch delict, in de zin van artikel 1, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten. ^ [13]
  14. Dit volgt uit artikel 13, vierde lid, en bijlage 5 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. De jaarverantwoording schiet bijvoorbeeld in ernstige mate tekort bij een onjuiste waardering of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering of een onjuiste of onvolledige toelichting. ^ [14]