Bijlage 1. Jaarrekening voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
Kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen
|
|
|
Overige vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa
|
|
|
Van aandeelhouders opgevraagde stortingen
|
|
|
Overige vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige
bedrijfskosten zijn opgenomen.
Model B Beperkte winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, onderdeel a
Beperkte winst- en verliesrekening
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
|
|
|
Netto-omzet1
|
|
|
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten2
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
|
Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen
|
|
|
Lonen en salarissen3
|
|
|
Waardecorrecties
|
|
|
Overige bedrijfskosten4
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Resultaat voor belastingen
|
|
|
|
|
|
Belastingen5
|
|
|
|
|
|
Resultaat na belastingen
|
|
|
1 Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten
uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en
van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).
2 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
3 Personeel in loondienst (PIL).
4 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
5 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder
de eerdergenoemde posten.
Model C Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, die Model A niet gebruiken
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
I Immateriële vaste activa
|
|
|
II Materiële vaste activa
|
|
|
III Financiële vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa en overlopende activa
|
|
|
I Voorraden
|
|
|
II Vorderingen
|
|
|
III Effecten
|
|
|
IV Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
I Gestort en opgevraagd kapitaal
|
|
|
II Agio
|
|
|
III Herwaarderingsreserve
|
|
|
IV Wettelijke en statutaire reserves
|
|
|
1. Wettelijke
|
|
|
2. Statutaire
|
|
|
V Bestemmingsreserve1
|
|
|
VI Bestemmingsfonds2
|
|
|
VII Overige reserves
|
|
|
VIII Onverdeelde winsten3
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
1 Alleen van toepassing op stichtingen.
2 Alleen van toepassing op stichtingen.
3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is
verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans
het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het
eigen vermogen.
TOELICHTING
Model D Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, die Model B niet gebruiken
Winst- en verliesrekening
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
|
|
|
Netto omzet1
|
|
|
|
|
|
Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande
balansdatum
|
|
|
Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten2
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
|
Kosten van grond- en hulpstoffen
|
|
|
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten3
|
|
|
Lonen en salarissen4
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
Pensioenlasten
|
|
|
Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
|
|
|
Overige bedrijfskosten5
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Rentelasten en soortgelijke kosten
|
|
|
|
|
|
Resultaat voor belastingen
|
|
|
|
|
|
Belastingen6
|
|
|
Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
|
|
|
Resultaat na belastingen
|
|
|
1 Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten
uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en
van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).
2 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
3 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden,
zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen
ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.
4 Personeel in loondienst (PIL).
5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
6 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder
de eerdergenoemde posten.
TOELICHTING
Model E Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die de Modellen A en C niet gebruiken
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
I Immateriële vaste activa
|
|
|
1. kosten van oprichting en uitgifte van aandelen
|
|
|
2. kosten van ontwikkeling
|
|
|
3. concessies, vergunningen en intellectuele eigendom
|
|
|
4. goodwill
|
|
|
5. vooruitbetaald op immateriële vaste activa
|
|
|
|
|
|
II Materiële vaste activa
|
|
|
1. bedrijfsgebouwen en -terreinen
|
|
|
2. machines en installaties
|
|
|
3. andere vaste bedrijfsmiddelen
|
|
|
4. vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
|
|
|
5. niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbaar
|
|
|
|
|
|
III Financiële vaste activa
|
|
|
1. deelnemingen in groepsmaatschappijen
|
|
|
2. vorderingen op groepsmaatschappijen
|
|
|
3. andere deelnemingen
|
|
|
4. vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
5. overige effecten
|
|
|
6. overige vorderingen
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa en overlopende activa
|
|
|
I Voorraden
|
|
|
1. grond- en hulpstoffen
|
|
|
2. onderhanden werk
|
|
|
3. gereed product en handelsgoederen
|
|
|
4. vooruitbetaald op voorraden
|
|
|
|
|
|
II Vorderingen
|
|
|
1. op handelsdebiteuren
|
|
|
2. op groepsmaatschappijen
|
|
|
3. op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
4. overige vorderingen
|
|
|
5. van aandeelhouders opgevraagde stortingen
|
|
|
6. overlopende activa
|
|
|
|
|
|
III Effecten
|
|
|
|
|
|
IV Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
I Gestort en opgevraagd kapitaal
|
|
|
II Agio
|
|
|
III Herwaarderingsreserve
|
|
|
IV Wettelijke en statutaire reserve
|
|
|
1. Wettelijke
|
|
|
2. Statutaire
|
|
|
V Bestemmingsreserve1
|
|
|
VI Bestemmingsfonds2
|
|
|
VII Overige reserves
|
|
|
VIII Onverdeelde winst3
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
1. voor pensioenen
|
|
|
2. voor belastingen
|
|
|
3. overige
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) en overlopende passiva
|
|
|
1. converteerbare leningen
|
|
|
2. andere obligatieleningen en onderhandse leningen
|
|
|
3. schulden aan banken
|
|
|
4. vooruit ontvangen op bestellingen
|
|
|
5. schulden aan leveranciers en handelskredieten
|
|
|
6. te betalen wissels en cheques
|
|
|
7. schulden aan groepsmaatschappijen
|
|
|
8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
9. belastingen en premies sociale verzekeringen
|
|
|
10. schulden ter zake van pensioenen
|
|
|
11. overige schulden
|
|
|
12. overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) en overlopende passiva
|
|
|
1. converteerbare leningen
|
|
|
2. andere obligaties en onderhandse leningen
|
|
|
3. schulden aan banken
|
|
|
4. vooruit ontvangen op bestellingen
|
|
|
5. schulden aan leveranciers en handelskredieten
|
|
|
6. te betalen wissels en cheques
|
|
|
7. schulden aan groepsmaatschappijen
|
|
|
8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
9. belastingen en premies sociale verzekeringen
|
|
|
10. schulden ter zake van pensioenen
|
|
|
11. overige schulden
|
|
|
12. overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
1 Alleen van toepassing op stichtingen.
2 Alleen van toepassing op stichtingen.
3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is
verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans
het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het
eigen vermogen.
TOELICHTING
Model F Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die de Modellen B en D niet gebruiken
Winst- en verliesrekening
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1
|
|
|
Zorgverzekeringswet2
|
|
|
Wet langdurige zorg3
|
|
|
Subsidie voor zorgverlening4
|
|
|
Forensische zorg5
|
|
|
Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties6
|
|
|
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg7
|
|
|
Baten uit onderaanneming8
|
|
|
Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening9
|
|
|
Baten uit Veilig Thuis10
|
|
|
Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten11
|
|
|
|
|
|
Netto omzet12
|
|
|
|
|
|
Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande
balansdatum
|
|
|
Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten13
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
|
Kosten van grond- en hulpstoffen
|
|
|
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten14
|
|
|
Lonen en salarissen15
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
Pensioenlasten
|
|
|
Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
|
|
|
Overige bedrijfskosten16
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Rentelasten en soortgelijke kosten
|
|
|
|
|
|
Resultaat voor belastingen
|
|
|
|
|
|
Belastingen17
|
|
|
Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen
|
|
|
|
|
|
Resultaat na belastingen
|
|
|
1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze winst- en verliesrekening vermelden.
2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar,
bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.
4 Op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg.
5 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.
6 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.
7 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG. De omschrijving van academische zorg is opgenomen in onderdeel B van de bijlage
bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.
8 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming.
Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer
heeft om zorg te verlenen en geen directe contractuele verplichtingen heeft met een
Wlz-uitvoerder, een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.
9 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.
10 Baten Veilig Thuis zijn de baten uit een Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in
artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
11 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van
zorg of Veilig Thuis, zoals commerciële activiteiten (zoals, parkeergarage, winkel,
maattijdverzorging, opbrengsten verhuur onroerend goed, vergoeding voor uitgeleend
personeel en andere bedrijfsmatige opbrengsten) of overige opbrengsten uit maatschappelijke
ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld. Onder deze post
vallen ook de subsidies vanwege provincies en gemeenten (exclusief Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015) en onderzoek of onderwijs.
12Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten
uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en
van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).
13 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
14 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden,
zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen
ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.
15 Personeel in loondienst (PIL).
16 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
17 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder
de eerdergenoemde posten.
Resultaatbestemming1
|
Bedrag in euro’s toevoeging
|
Bedrag in euro’s onttrekking
|
|
|
|
II Agio
|
|
|
III Herwaarderingsreserve
|
|
|
IV Wettelijke en statutaire reserve
|
|
|
1.Wettelijke reserve
|
|
|
2. Statutaire reserve
|
|
|
V Bestemmingsreserve2
|
|
|
VI Bestemmingsfonds3
|
|
|
VII Overige reserves
|
|
|
VIII Overdeelde winst
|
|
Indien de bestemming van het resultaat nog niet vaststaat het voorstel daartoe.
|
Tekstveld
|
1 De zorgaanbieder moet hier opgave doen van de bestemming van de winst of de verwerking
van het verlies, of, zolang deze niet vaststaat, het voorstel daartoe (overeenkomstig
artikel 2:380c BW).
2 Alleen van toepassing op stichtingen.
3 Alleen van toepassing op stichtingen.
TOELICHTING
Bijlage 2. Financiële verantwoording voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, derde lid
Algemene bepalingen omtrent de financiële verantwoording
De financiële verantwoording geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel
kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard
van een financiële verantwoording dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit
van de zorgaanbieder. De balans en staat van baten en lasten met de toelichting geven
getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen, respectievelijk het
resultaat van het boekjaar en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het
einde van het boekjaar, respectievelijk de afleiding uit de posten van baten en lasten
weer. De baten en lasten van het boekjaar zijn in de staat van baten en lasten opgenomen,
onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.
De onderstaande modellen schrijven voor welke posten minimaal moeten worden opgenomen
in een balans en een staat van baten en lasten. Het toevoegen van posten is toegestaan.
Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat
Op de grondslagen van waardering en de bepaling van het resultaat, is het bepaalde
bij en krachtens de artikelen 384, 385, uitgezonderd het vijfde lid, 386, uitgezonderd het derde lid, 387, 388, 389, uitgezonderd het vierde, vijfde en tiende lid, en 390, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Waardering van activa en passiva tegen marktwaarde
is voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, niet toegestaan.
Model A Beperkte balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige
bedrijfskosten zijn opgenomen.
Model B Beperkte staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’
Beperkte staat van baten en lasten
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
BEDRIJFSBATEN
|
|
|
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1
|
|
|
Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten3
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsbaten
|
|
|
|
|
|
BEDRIJFSLASTEN
|
|
|
Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen
|
|
|
Lonen en salarissen4
|
|
|
Waardecorrecties
|
|
|
Overige bedrijfskosten5
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze beperkte staat van baten en lasten vermelden.
2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van
zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning.
De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.
3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
4 Personeel in loondienst (PIL).
5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
Model C Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 4 waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en die Model A niet
gebruiken
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
I Immateriële vaste activa
|
|
|
II Materiële vaste activa
|
|
|
III Financiële vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa en overlopende activa
|
|
|
I Voorraden
|
|
|
II Vorderingen
|
|
|
III Effecten
|
|
|
IV Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Model D Staat van baten en lasten die voldoen aan het bepaalde in artikel 4 waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en die Model B niet
gebruiken
Staat van baten en lasten
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
BEDRIJFSBATEN
|
|
|
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1
|
|
|
Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten3
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsbaten
|
|
|
|
|
|
BEDRIJFSLASTEN
|
|
|
Kosten van grond- en hulpstoffen
|
|
|
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten4
|
|
|
Lonen en salarissen5
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
Pensioenlasten
|
|
|
Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
|
|
|
Overige bedrijfskosten6
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
|
|
|
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Rentelasten en soortgelijke kosten
|
|
|
|
|
|
Resultaat
|
|
|
1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze staat van baten en lasten vermelden.
2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van
zorg, zoals commerciële activiteiten (zoals, parkeergarage, winkel, maattijdverzorging,
opbrengsten verhuur onroerend goed, vergoeding voor uitgeleend personeel en andere
bedrijfsmatige opbrengsten) of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning.
De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld. Onder deze post
vallen ook de subsidies vanwege provincies en gemeenten (exclusief Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015) en onderzoek of onderwijs.
3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
4 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden,
zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen
ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.
5 Personeel in loondienst (PIL).
6 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
TOELICHTING
In de toelichting vermeldt de zorgaanbieder in ieder geval het volgende:
-
– informatie over de toegepaste waarderingsgrondslagen en de af- en bijboekingen op
de herwaarderingsreserve;
-
– de actuele waarde van financiële instrumenten;
-
– indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij
voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en financiële derivaten heeft
aangetrokken, in ieder geval de informatie, genoemd in artikel 3;
-
– het totaalbedrag van alle financiële verplichtingen, garanties en onvoorziene gebeurtenissen
die niet in de balans zijn opgenomen;
-
– leningen, voorschotten en garanties die zijn verleend aan de eigenaar, gezamenlijke
vennoten, gezamenlijke maten en de namen van de leden van de interne toezichthouder;
-
– het bedrag en de aard van baten- en lastenposten die van uitzonderlijke omvang zijn
of in uitzonderlijke mate voorkomen;
-
– een toelichting op schulden met een looptijd van meer dan vijf jaar en schulden waarvoor
de zorgaanbieder zakelijke zekerheid heeft gesteld;
-
– melding van het gemiddelde aantal bij de zorgaanbieder werkzame werknemers gedurende
het boekjaar.
Model E Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die Modellen A en C niet gebruiken
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
I Immateriële vaste activa
|
|
|
II Materiële vaste activa
|
|
|
III Financiële vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa en overlopende activa
|
|
|
I Voorraden
|
|
|
II Vorderingen
|
|
|
III Effecten
|
|
|
IV Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Model F Staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die Modellen B en D niet gebruiken
Staat van baten en lasten
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
BEDRIJFSBATEN
|
|
|
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1
|
|
|
Zorgverzekeringswet2
|
|
|
Wet langdurige zorg3
|
|
|
Subsidie voor zorgverlening4
|
|
|
Forensische zorg5
|
|
|
Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties6
|
|
|
Baten uit onderaanneming7
|
|
|
Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening8
|
|
|
Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten9
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten10
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsbaten
|
|
|
|
|
|
BEDRIJFSLASTEN
|
|
|
Kosten van grond- en hulpstoffen
|
|
|
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten11
|
|
|
Lonen en salarissen12
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
Pensioenlasten
|
|
|
Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa
|
|
|
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
|
|
|
Ollverige bedrijfskosten13
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
|
|
|
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
|
|
|
Rentelasten en soortgelijke kosten
|
|
|
|
|
|
Resultaat
|
|
|
1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge de artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze staat van baten en lasten vermelden.
2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar,
bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.
4 Op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg.
5 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.
6 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.
7 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming.
Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer
heeft om zorg te verlenen en geen contractuele verplichtingen heeft met een Wlz-uitvoerder,
een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.
8 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.
9 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van
zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning.
De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.
10 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
11 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden,
zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen
ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.
12 Personeel in loondienst (PIL).
13 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
TOELICHTING
In de toelichting vermeldt de zorgaanbieder in ieder geval het volgende:
-
– informatie over de toegepaste waarderingsgrondslagen en de af- en bijboekingen op
de herwaarderingsreserve;
-
– de actuele waarde van financiële instrumenten;
-
– indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en financiële derivaten
heeft aangetrokken, in ieder geval de informatie, genoemd in artikel 3;
-
– het totaalbedrag van alle financiële verplichtingen, garanties en onvoorziene gebeurtenissen
die niet in de balans zijn opgenomen;
-
– leningen, voorschotten en garanties die zijn verleend aan de eigenaar, gezamenlijke
vennoten, gezamenlijke maten en de namen van de leden van de interne toezichthouder;
-
– het bedrag en de aard van baten- en lastenposten die van uitzonderlijke omvang zijn
of in uitzonderlijke mate voorkomen;
-
– een toelichting op schulden met een looptijd van meer dan vijf jaar en schulden waarvoor
de zorgaanbieder zakelijke zekerheid heeft gesteld;
-
– melding van het gemiddelde aantal bij de zorgaanbieder werkzame werknemers gedurende
het boekjaar.
Bijlage 3. Financiële verantwoording over eenmanszaken
Om de regeldruk voor micro eenmanszaken in de zorgsector zo beperkt mogelijk te houden,
worden voor micro eenmanszaken een beperkte balans en staat van baten en lasten dwingend
voorgeschreven.
Algemene bepalingen omtrent de financiële verantwoording
De financiële verantwoording geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel
kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard
van een financiële verantwoording dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit
van de zorgaanbieder. De balans en staat van baten en lasten met de toelichting geven
getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen, respectievelijk het
resultaat van het boekjaar en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het
einde van het boekjaar, respectievelijk de afleiding uit de posten van baten en lasten
weer. De baten en lasten van het boekjaar zijn in de staat van baten en lasten opgenomen,
onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.
De onderstaande modellen schrijven voor welke posten minimaal moeten worden opgenomen
in een beperkte balans en een beperkte staat van baten en lasten. Het toevoegen van
posten is toegestaan.
Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat
Op de grondslagen van waardering en de bepaling van het resultaat, is het bepaalde
bij en krachtens de artikelen 384, 385, uitgezonderd het vijfde lid, 386, uitgezonderd het derde lid, 387, 388, 389, uitgezonderd het vierde, vijfde en tiende lid, en 390, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Waardering van activa en passiva tegen marktwaarde
is voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, niet toegestaan.
Model A Beperkte balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’
Activa
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
A Vaste activa
|
|
|
|
|
|
B Vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
Passiva
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
C Eigen vermogen
|
|
|
|
|
|
D Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)
|
|
|
|
|
|
F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige
bedrijfskosten zijn opgenomen.
Model B Beperkte staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’
Beperkte staat van baten en lasten
|
Bedrag in euro’s boekjaar 20XX
|
Bedrag in euro’s vorig boekjaar
|
BEDRIJFSBATEN
|
|
|
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1
|
|
|
Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten3
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfsbaten
|
|
|
|
|
|
BEDRIJFSLASTEN
|
|
|
Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen
|
|
|
Lonen en salarissen4
|
|
|
Waardecorrecties
|
|
|
Overige bedrijfskosten5
|
|
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze beperkte staat van baten en lasten vermelden.
2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van
zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning.
De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.
3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.
4 Personeel in loondienst (PIL).
5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.
Model C Financiële ratio’s over zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die Modellen A en B niet gebruiken
Vanuit de maatschappelijke en politieke wens om de transparantie in de zorgsector
te vergroten, zijn ook kleine, middelgrote en grote eenmanszaken verplicht om zich
jaarlijks te verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording. In
afwijking van micro eenmanszaken moeten kleine, middelgrote en grote eenmanszaken
als financiële verantwoording een aantal financiële ratio’s die inzicht geven in de
bedrijfsvoering openbaar maken. Een financiële ratio is een verhoudingsgetal dat is
samengesteld uit financieel-economische gegevens uit de balans en staat van baten
en lasten van eenmanszaken. Reden om voor eenmanszaken geen balans en staat van baten
en lasten dwingend voor te schrijven is om te voorkomen dat de eigenaar zijn inkomen
voor een ieder openbaar moet maken. Voor het berekenen van de financiële ratio’s zijn
fiscale waarderingsgrondslagen niet toegestaan.
Om een indruk te krijgen van de financiële gezondheid van de zorgaanbieder in het
boekjaar, dient de zorgaanbieder de hiernavolgende indicatoren in te vullen.
Rentabiliteit1
|
Ratio
|
Liquiditeit2
|
Ratio
|
Solvabiliteit3
|
Ratio
|
Personeelskostenratio4
|
Ratio
|
Zorgopbrengstenratio5
|
Ratio
|
Budgetratio6
|
Ratio
|
1 Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten gedeeld door balanstotaal.
2 Current ratio: vlottende activa inclusief liquide middelen gedeeld door totaal kortlopende
schulden.
3 Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal.
4 Totale personeelskosten gedeeld door bedrijfsopbrengsten.
5 Totale zorgopbrengsten gedeeld door aantal fte die beroepsmatig zorg verlenen. Onder
zorg wordt in dit verband verstaan: zorg en overige diensten die behoren tot het op
grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de minister subsidie verleent.
6 Eigen vermogen gedeeld door zorgopbrengsten. Onder zorg wordt in dit verband verstaan:
zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de minister subsidie verleent.
TOELICHTING
Indien de ratio’s een vertekend beeld geven van de kleine, middelgrote en grote eenmanszaak,
dan moet de zorgaanbieder dit toe lichten. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van de
verkoop van een bedrijfspand waardoor de bedrijfsopbrengsten over het boekjaar erg
hoog zijn en daardoor de personeelskostenratio erg laag is. In andere gevallen mag
de zorgaanbieder indien gewenst een toelichting opnemen over de financiële ratio’s.
Bijlage 5. Melding dat openbare jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (désaveuverklaring)
als bedoeld in artikel 13, vierde lid
Door middel van onderstaand formulier kan de zorgaanbieder melden dat na deponering
is gebleken dat de openbaar gemaakte of aan de minister overlegde jaarverantwoording
in ernstige mate tekortschiet. Het CIBG zal deze mededeling op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl en het portaal van het Landelijk Register Zorgaanbieders plaatsen. De openbaar gemaakte
en aan de minister overlegde jaarverantwoording wordt door het CIBG niet heropend
of vervangen, tenzij het een publicatiefout van het CIBG of schending van de Algemene
verordening gegevensbescherming betreft.
Invullen indien van toepassing (alleen de van toepassing zijnde situatie invullen)
Boekjaar
|
Jaartal
|
Situatie 1:
Ik meld/Wij1 melden onverwijld dat de door de zorgaanbieder openbaar gemaakte of aan de minister
overlegde jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (anders dan situatie 2).2
|
Aanvinken
|
Ik meld/Wij melden onverwijld dat de financiële verantwoording of onderdelen van de
daarbij te voegen informatie niet openbaar is/zijn gemaakt of aan de minister zijn
overlegd.
|
Aanvinken
Deponeren van de ontbrekende onderdelen:
1. financiële verantwoording en de verplichte toelichting daarop;
2. accountantsverklaring;
3. overige gegevens;
4. bestuursverslag;
5. verslag van de interne toezichthouder.
|
Naam van de bestuurder(s), de venno(o)t(en), de ma(a)t(en) of de eigenaar van een
eenmanszaak die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder te vertegenwoordigen
|
eHerkenning
|
1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die
volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen.
2 De jaarverantwoording schiet bijvoorbeeld in ernstige mate tekort bij een onjuiste
waardering of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering of een onjuiste of onvolledige
toelichting of indien de andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder
als bedoeld in Bijlage 4 in ernstige mate tekort schiet.