Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021

Geraadpleegd op 13-05-2025.
Geldend van 29-06-2022 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 2 september 2021, nr. 3512514, houdende regeling van de tegemoetkoming in de waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 (Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Financiën, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 1, onderdeel d, 4, eerste lid, onderdelen e en f, en tweede lid, 6, tweede tot en met vijfde lid, en 7, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en de artikelen 2, tweede lid, en 3, derde lid, van het Besluit tegemoetkoming schade bij rampen;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • afstromend water: water, veroorzaakt door extreem zware regenval in heuvelachtig terrein, dat niet afgevoerd kan worden door de verzadigde aanwezige riolering en andere afvoermiddelen zoals beken en stroompjes, en dat zich daardoor over land verplaatst naar lagergelegen delen;

  • AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU 2014, L 187);

  • besluit: Besluit tegemoetkoming schade bij rampen;

  • eigen risico: het verschil tussen de som van de schade- en kostenbedragen en de tegemoetkoming die daarvoor wordt verleend op basis van de artikelen 7, 8, 9, 10, 12 en 14, van deze regeling;

  • kostenbedrag: de gemaakte kosten, vastgesteld door een schade-expert, waarop in mindering zijn gebracht de kosten, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet juncto artikel 5 van het besluit;

  • LVV: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Landbouwvrijstellingsverordening (PbEU 2014, L 193);

  • RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • schadebedrag: de omvang van de schade, vastgesteld door een schade-expert, waarop in mindering zijn gebracht de schades of tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet juncto artikel 5 van het besluit;

  • wet: de Wet tegemoetkoming schade bij rampen.

Artikel 2. Reikwijdte regeling, schadegebied en hardheidsclausule

  • 3 De Minister van Justitie en Veiligheid kan afwijken van het eerste lid, voor zover een beperking tot het schadegebied, gelet op het belang om aan gedupeerden een tegemoetkoming in de schade en de kosten toe te kennen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

§ 2. Hoogte van de tegemoetkoming

Artikel 3. Schade aan de woning, woonwagen of woonschip

De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bedraagt 90% van het schadebedrag.

Artikel 4. Schade aan inboedel

De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bedraagt 90% van het schadebedrag doch ten hoogste € 32.400.

Artikel 5. Schade aan personenauto’s

  • 2 De hoogte van de tegemoetkoming in de schade als bedoeld in het eerste lid bedraagt € 2.700 voor een personenauto die aantoonbaar WA verzekerd was of die WA+ verzekerd was maar waarbij de verzekeraar de claim heeft afgewezen.

Artikel 6. Schade aan openbare infrastructurele voorzieningen

De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de wet, bedraagt 58,5% van het schadebedrag.

Artikel 7. Schade aan vaste en vlottende activa

  • 1 De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van de wet, bedraagt 65% van het schadebedrag. Deze schade wordt berekend in overeenstemming met artikel 50, vierde lid, van de AGVV of voor de landbouwsector in overeenstemming met artikel 30, zesde lid, van de LVV.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van de wet, voor een gedupeerd kerkgenootschap, een gedupeerde vereniging of een gedupeerde stichting vastgesteld overeenkomstig de artikelen 3 en 4, tenzij de stichting of vereniging een zorginstelling of onderneming in stand houdt.

Artikel 8. Teeltplanschade bij agrarische bedrijven

  • 1 De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de wet, bedraagt 65% van het schadebedrag. Deze schade wordt berekend in overeenstemming met artikel 30, zevende lid, van de LVV.

  • 2 De gedupeerde heeft slechts recht op een tegemoetkoming in teeltplanschade, voor zover deze schade bestaat uit een productieverlies van meer dan 20% ten opzichte van de gemiddelde opbrengst in de betrokken productierichting op het betreffende bedrijf in de drie jaren voorafgaande aan het jaar waarin de productieverliezen zich voordoen, met dien verstande dat:

    • a. in voorkomend geval een voorafgaand jaar waarin reeds een zodanig productieverlies is geleden, de berekening in de betrokken productierichting kan worden gedaan als gemiddelde opbrengst van drie van de vijf jaren voorafgaand aan 13 juli 2021, waarbij de hoogste en de laagste productie niet meegerekend worden;

    • b. indien de productieverliezen zich over meerdere jaren zullen doen gevoelen, deze verliezen in het eerste jaar ten minste 10% moeten bedragen en het percentage van het productieverlies in het eerste jaar, vermenigvuldigd met het aantal jaren waarin productieverlies zal worden geleden, ten minste uitkomt op 20%.

  • 3 Indien een gedupeerde op grond van het tweede lid geen recht heeft op een tegemoetkoming in teeltplanschade, wordt deze schade niet meegenomen bij de berekening van het drempelbedrag, bedoeld in artikel 13, tweede lid, en het eigen risico, bedoeld in artikel 14.

Artikel 9. Bedrijfsschade bij agrarische bedrijven

De hoogte van de tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van de wet, bedraagt 65% van het schadebedrag. Deze schade wordt berekend in overeenstemming met artikel 30, zevende lid, van de LVV.

Artikel 11. Evacuatiekosten

  • 1 De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van de wet als gevolg van een door het bevoegd gezag geboden of geadviseerd verlaten van de woon- of vestigingsplaats, bedraagt 100% van het kostenbedrag tot een maximum van € 597, doch ten minste € 304.

  • 2 De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van de wet als gevolg van een door het bevoegd gezag geboden of geadviseerd verlaten van de woon- of vestigingsplaats bedraagt voor een onderneming, een openbaar lichaam alsmede voor een stichting of vereniging die een zorginstelling of onderneming in stand houdt bedraagt 100% van het kostenbedrag doch ten minste € 901.

Artikel 12. Bereddings- en opruimingskosten

De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen i en j, van de wet, gemaakt ter voorkoming, beperking of opruiming van schade als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9, bedraagt 65% van het kostenbedrag.

Artikel 13. Drempelbedragen

  • 1 Indien de som van de schade- en kostenbedragen, bedoeld in de artikelen 3, 4, en 12, voor particulieren meer bedraagt dan € 667, heeft de gedupeerde recht op een tegemoetkoming in de schade en kosten.

  • 2 Indien de som van de schade- en kostenbedragen, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8, 9, 10 en 12 meer bedraagt dan € 1.322, heeft de gedupeerde, niet zijnde een particulier, recht op een tegemoetkoming in de schade en kosten.

  • 3 In afwijking van het tweede lid heeft een gedupeerd kerkgenootschap, een gedupeerde vereniging of een gedupeerde stichting recht op een tegemoetkoming in de schade en kosten, indien de som van de schade- en kostenbedragen, bedoeld in de artikelen 7, tweede lid, en 12, meer bedraagt dan € 667.

Artikel 14. Maximering eigen risico

Het eigen risico als gevolg van het resultaat van de berekeningen, genoemd in de artikelen 7, 8, 9, 10 en 12, bedraagt voor bedrijven en stichtingen en verenigingen die een zorginstelling of onderneming in stand houden niet meer dan € 6.014.

§ 3. Berekeningsgrondslag

Artikel 15

De schadetermijn voor de teeltplanschade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de wet, en de bedrijfsschade, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van de wet, wordt gerekend vanaf 13 juli 2021 tot het moment waarop het bedrijf redelijkerwijs in staat moet worden geacht op zijn normale productieniveau te werken, rekening houdend met de geteelde gewassen of de gehouden diersoorten, met een maximum van 52 weken.

§ 4. Procedure

Artikel 17

  • 1 Degene die aanspraak wenst te maken op een tegemoetkoming in de schade of kosten meldt dit uiterlijk 15 december 2021 bij RVO door middel van het daartoe bestemde Wts-schademeldingsformulier, dat kan worden aangevraagd bij RVO.

  • 2 Degene die aanspraak wenst te maken op een tegemoetkoming in de schade of kosten en die voor inwerkingtreding van deze regeling reeds een ‘Centrale Registratie Aangerichte Schade’-formulier heeft ingediend bij de gemeente, hoeft geen Wts-schademeldingsformulier in te zenden aan RVO.

  • 3 Na ontvangst door RVO van een formulier als bedoeld in het eerste en tweede lid draagt RVO zorg voor de taxatie van de gemelde schade of kosten door een schade-expert die daartoe van RVO opdracht krijgt.

  • 4 De aanvraag tot verlening van een tegemoetkoming in schade of kosten wordt ingediend door middel van het door de schade-expert, na overleg met de aanvrager, ingevulde en door de aanvrager ondertekende Wts-aanvraagformulier. De aanvraag wordt ingediend bij RVO binnen 14 dagen nadat de schade-expert het Wts-aanvraagformulier aan de gedupeerde heeft verstrekt.

Artikel 18

De Minister van Justitie en Veiligheid beslist binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 17, vierde lid.

Artikel 19

De beschikking op een aanvraag bevat in ieder geval:

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 20

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat voor de landbouwsector de regeling met ingang van 13 september 2021 werkt.

Artikel 21

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Bijlage als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 houdende de contouren van het schadegebied

Bijlage 266605.png