Specifiek interventiebeleid NVWA Speelgoed (IB02-SPEC 58, versie 01)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 01-05-2024.
Geldend van 01-12-2023 t/m 12-01-2024

Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister voor Medische Zorg van 2 augustus 2021 tot vaststelling van het Specifiek Interventiebeleid toezicht op speelgoed (IB02-SPEC 58, versie 01)

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Het Specifiek Interventiebeleid speelgoed beschrijft de klasseindeling en interventies voor specifieke overtredingen in het toezichtdomein speelgoed en geeft daarmee invulling aan het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02.

Voor overtredingen van het Warenwetbesluit algemene chemische productveiligheid met betrekking tot speelgoed wordt verwezen naar het specifiek interventiebeleid productveiligheid (IB02-SPEC 45, versie 07). Overtredingen in het toezichtdomein speelgoed waarin dit document niet voorziet, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Divisie Regie & expertise van de Directie Handhaven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

2. Begrippen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

2.1. Definities

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02.

Ernstig letsel / ernstige gezondheidsschade1

Alle vormen van verwonding of ziekte die ingrijpende en nadelige, mogelijk blijvende gevolgen hebben voor personen en waarvoor professionele medische behandeling nodig is. Hieronder wordt mede verstaan zwaar lichamelijk letsel / gezondheidsschade en lichamelijk letsel / gezondheidsschade zoals bedoeld in artikel 82 resp. artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht.

Letsel / gezondheidsschade

Alle vormen van verwonding of ziekte die geringe nadelige gevolgen hebben voor personen en waarvoor geen professionele medische behandeling nodig is.

Formele wettelijke eis

Een in een wettelijk voorschrift vastgelegde eis gericht op de procedures die in acht moeten zijn genomen om te waarborgen, en/of aantoonbaar en controleerbaar te maken dat een veilig en traceerbaar product in de handel is gebracht of wordt gebruikt.

Marktdeelnemer

Onder het begrip marktdeelnemer vallen de fabrikant, de gemachtigde van de fabrikant, de EU-importeur, de producent en de distributeur (NL-importeur, groothandel en detaillist). Ook de term verhandelaar valt samen met het begrip marktdeelnemer.

Indien in de bijlage fabrikant wordt genoemd als normadressant, kan hiermee op grond van artikel 8 van richtlijn 2009/48/EG ook de importeur of de distributeur worden bedoeld indien zij speelgoed onder hun eigen naam of merknaam in de handel brengen of reeds in de handel gebracht speelgoed zodanig wijzigen dat de overeenstemming met de toepasselijke eisen in het gedrang kan komen. Dit zal in het RvB moeten worden toegelicht en onderbouwd.

Producten

Producten zijn waren (roerende zaken c.q. technische voortbrengselen) in de zin van de Warenwet.

Risico

Risico is het product van kans (op letsel of gezondheidsschade) en ernst van het effect (ernst van het letsel of de gezondheidsschade).

Publiekswaarschuwing

Een publiekswaarschuwing is de openbare publicatie door een marktdeelnemer met als doel de houder/eigenaar van onveilige c.q. ondeugdelijke waar of product te informeren over de onveiligheid c.q. ondeugdelijkheid van de waar of het product (ex art. 21, lid 1, WW).

Terugroepactie

De terugroepactie is het geheel aan acties door een marktdeelnemer met als doel onveilige c.q. ondeugdelijke waar of product terug te nemen van de houder/eigenaar (ex art. 21, lid 2, WW).

2.3. Wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op het werkterrein speelgoed gelden zowel Europese als nationale regels. De wettelijke basis voor het Specifiek Interventiebeleid is:

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02.

Als gevolg van onveilige producten kan direct letsel en/of gezondheidsschade ontstaan, maar het letsel of de gezondheidsschade kan ook pas na verloop van tijd optreden. In bijzonder geldt dat voor gezondheidsschade ten gevolge van chemische of microbiologische gevaren. Uitgangspunt van het Specifiek Interventiebeleid speelgoed is dat de ernst van de mogelijke gevolgen van een tekortkoming aan een product bepalend is voor de indeling van de overtreding in klassen, ongeacht of die gevolgen direct of pas na verloop van tijd optreden.

Tenzij in dit Specifiek Interventiebeleid anders is bepaald, geldt het volgende:

  • Er is sprake van een klasse A of B overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario tot ernstig letsel of ernstige gezondheidsschade kan leiden. Voor de keuze tussen klasse A of klasse B, zie 4.1 in het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02. Er is tevens sprake van een klasse B overtreding wanneer niet is voldaan aan meerdere formele wettelijke eisen en de tekortkomingen kunnen leiden tot onvoldoende waarborg op veilige en traceerbare consumentenproducten;

  • Er is sprake van een klasse C overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario tot letsel of gezondheidsschade kan leiden. Ook wordt een klasse C overtreding gebruikt wanneer niet is voldaan aan een formele wettelijke eis en de tekortkoming kan leiden tot onvoldoende waarborg op veilige en traceerbare consumentenproducten;

  • Er is sprake van een klasse D overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario gering letsel of gezondheidsschade kan veroorzaken. Daarnaast is tevens sprake van een klasse D overtreding wanneer niet is voldaan aan een formele wettelijke eis, maar de tekortkoming geen of zeer geringe gevolgen kan hebben voor de veiligheid en traceerbaarheid van consumentenproducten.

Een aantal normen zijn in 2 of meer overtredingsklassen (B, C en/of D) ingedeeld, omdat de mogelijkheid tot beoordeling van de ernst van de overtreding afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het geval. De inspecteur zal op basis van de feiten en omstandigheden de overtredingsklasse hanteren die behoort bij de ernst van de mogelijke gezondheidsschade.

Bij sommige kwantitatieve veiligheidseisen in een norm is niet precies te bepalen bij welke mate van afwijken in een realistisch scenario een onveilige situatie kan ontstaan. In dergelijke gevallen wordt bij een afwijking van 25% of meer de naast hogere overtredingsklasse aan de overtreding toegekend. Dat wil zeggen dat in dergelijke gevallen een klasse D overtreding een klasse C overtreding kan worden en een klasse C overtreding een klasse B overtreding.

In de bijlage is de klasseindeling van de meest voorkomende overtredingen in het toezichtdomein speelgoed opgenomen.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.2.1. Sanctionerende interventie

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen van de Warenwet worden doorgaans bestuurlijk beboet. In voorkomende gevallen kan echter ook proces-verbaal worden opgemaakt. Aan het Openbaar Ministerie worden slechts overtredingen voorgelegd indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder zij is begaan daartoe aanleiding geven. De NVWA treedt met name in overleg met het Openbaar Ministerie over mogelijke gevallen van:

  • a. moedwillig begane overtredingen (opzettelijk, calculerend gedrag);

  • b. bij incidenten waarbij personen letsel hebben opgelopen;

  • c. frauduleus handelen;

  • d. stelselmatige overtredingen.

Ook worden aan het Openbaar Ministerie overtredingen voorgelegd indien daarvoor op basis van de Wet op de economische delicten een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de voorziene bestuurlijke boete, en:

  • * indien de opzettelijke of roekeloze overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft óf

  • * de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel (artikel 32a, derde lid, Warenwet).

Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Warenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventie bij eerste overtreding’ en ‘interventie bij herhaalde overtreding’ in de interventiematrix van dit document vermelden voornamelijk de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces-verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Behoudens een aantal specifieke gevallen is op voorhand niet in de interventiematrix aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op de inhoud van de interventiematrix.

In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces-verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).

3.2.2. Corrigerende interventie

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Bij een overtreding wordt in alle gevallen de instructie gegeven om zo snel mogelijk een einde te maken aan de overtredingstoestand en de nodige corrigerende actie(s) uit te voeren. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden van corrigerende interventies die kunnen worden opgelegd, zijn het uit de markt halen van onveilig speelgoed, een publiekswaarschuwing of een terugroepactie.

Generieke corrigerende interventie

Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie. Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk in overleg met en na akkoord van het afdelingshoofd.

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding binnen de context van het toezichtdomein speelgoed wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van dezelfde wetgeving wordt vastgesteld, waarbij een zelfde of een ander product betrokken is dat dezelfde of een soortgelijke tekortkoming vertoont als waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van 3 jaar reeds een interventie werd toegepast.

Stapeling

Tijdens een (her)inspectie kunnen meerdere overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen binnen het domein speelgoed geconstateerd worden. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het Algemeen Interventiebeleid. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt dat er, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, wordt uitgegaan van maximaal 5 overtredingen per overtreder, per controlemoment.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een herinspectie worden uitgevoerd. Een herinspectie volgt op een eerder ingestelde inspectie, waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om binnen de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.

Verscherpt toezicht

Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties binnen twee jaar vijf overtredingen zijn geconstateerd, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.

3.4. Internettoezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

5. Divers

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel is een afsplitsing van het op 15 juni 2017 vastgestelde Specifiek Interventiebeleid productveiligheid (IB02-SPEC 45, versie 07). Het deel van de beleidsregel IB02 45 versie 07, dat betrekking heeft op speelgoed, zoals opgenomen in deze beleidsregel, vervalt bij inwerkingtreding van deze beleidsregel. Ten opzichte van dat Specifiek Interventiebeleid zijn de wettelijke normen en overtredingsklassen voor speelgoed vollediger en eenduidiger geformuleerd. Het document en de bijlage zijn ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA Speelgoed (IB02-SPEC 58, versie 01)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2021

De bijlage van dit spec is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor MZ

namens deze:

G.J.C.M. (Gerard) Bakker

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

[Red: Gepubliceerd op www.nvwa.nl/interventiebeleid.]

  1. Bij de inschatting welk letsel of welke gezondheidsschade kan worden veroorzaakt, wordt uitgegaan van de ongunstigste situatie die redelijkerwijs in een realistisch scenario kan ontstaan. Ook wordt hieronder begrepen indirect letsel of indirect ernstig letsel dat kan worden veroorzaakt door schade aan producten. ^ [1]
Naar boven