Beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten (bepaling netwerkaansluitpunt en vrije keuze eindapparaten)

Geraadpleegd op 29-04-2024.
Geldend van 27-01-2022 t/m heden

Beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten (bepaling netwerkaansluitpunt en vrije keuze eindapparaten)

Artikel 1. Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel 2. Vaste netwerkaansluitpunt

  • 1 Het netwerkaansluitpunt is het fysieke punt aan het einde van de kabel dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op locatie van de eindgebruiker binnen heeft gebracht. Het netwerkaansluitpunt is daarmee de grens van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en het punt in dit netwerk waarop, op de locatie van de eindgebruiker, een (radio)apparaat moet worden aangesloten om elektronische communicatiediensten te kunnen gebruiken.

  • 2 Het netwerkaansluitpunt is passief.

Artikel 3. Mobiele netwerkaansluitpunt

  • 1 Het mobiele netwerkaansluitpunt is de draadloze verbinding tussen het basisstation van het openbare mobiele communicatienetwerk en de (mobiele) eindapparaten die daarop aangesloten kunnen worden.

  • 2 Indien een openbaar elektronisch communicatienetwerk gebruik maakt van een draadloze verbinding op de locatie van de eindgebruiker, behoren (radio)apparaten op de locatie van de eindgebruiker die bedoeld zijn voor communicatie met dit netwerk, niet tot het openbare elektronische communicatienetwerk.

Artikel 4. Specificaties van het netwerkaansluitpunt

  • 1 Overeenkomstig artikel 2 van het Besluit eindapparaten dient een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk de technische specificaties van de netwerkaansluitpunten op genoegzame wijze te publiceren op de eigen internetpagina, voordat via deze netwerkaansluitpunten diensten aan het publiek beschikbaar worden gesteld. De ACM acht de betreffende informatie op genoegzame wijze gepubliceerd als in elk geval aan het volgende is voldaan:

    • a. de betreffende informatie ten minste twee maanden voor de start van de betreffende dienstverlening is gepubliceerd;

    • b. het fabrikanten in staat stelt eindapparaten te ontwikkelen die interoperabel zijn met de aangeboden elektronische communicatiediensten. Hieronder valt mede het verstrekken van informatie over de programmatuur die ingezet wordt voor additionele functionaliteiten die behoren bij deze diensten;

    • c. de internetpagina ook toegankelijk is voor de eindgebruiker.

  • 2 De ACM is van oordeel dat voor bestaande diensten de in het eerste lid genoemde informatie uiterlijk bij inwerkingtreding van deze beleidsregel dient te worden gepubliceerd.

  • 3 Onder genoegzaam verstaat de ACM tevens dat ingeval van versleuteling van signalen ten behoeve van vertrouwelijkheid en/of bescherming van auteursrechten, de methode van de gebruikte versleutelingssystemen als onderdeel van de specificaties van het netwerkaansluitpunt openbaar worden gemaakt. Indien (elektronische) sleutels aan eindgebruikers of fabrikanten van eindapparaten overgedragen dienen te worden om gebruik te kunnen maken van de diensten dan dient daarvoor een proces te worden opgesteld dat wordt gepubliceerd op de website van de aanbieder.

  • 4 Fabrikanten van eindapparaten hebben adequate toegang nodig tot applicatieprogramma-interfaces die worden gebruikt bij de aangeboden diensten. Naar het oordeel van de ACM dienen deze applicatieprogramma-interfaces beschikbaar te worden gesteld als onderdeel van de specificaties van het netwerkaansluitpunt.

  • 5 Ingeval eindgebruikers conform de standaard van de aangeboden dienst specifieke gegevens van het aan te sluiten eindapparaat dienen te verstrekken aan de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk om de interoperabiliteit te waarborgen, rust naar het oordeel van de ACM op die aanbieder de verplichting om een proces in te richten dat waarborgt dat die gegevens binnen één werkdag na ontvangst van deze gegevens die door de eindgebruiker zijn gestuurd in de administratie zijn opgenomen, zodat het eindapparaat aangesloten kan worden. Dit proces dient te worden gepubliceerd als onderdeel van de technische specificaties van het netwerkaansluitpunt.

  • 6 De ACM is van oordeel dat de publicatieplicht voor de technische specificaties van het netwerkaansluitpunt niet van toepassing is op het specificeren van wijzigingen in het netwerk en/of in de door de aanbieder verstrekte eindapparaten zolang daardoor de specificaties van het netwerkaansluitpunt en de diensten die daarover afgenomen kunnen worden afgenomen niet wijzigen.

  • 7 Naar het oordeel van de ACM geldt de publicatieplicht voor de technische specificaties van de netwerkaansluitpunten van nieuwe technologieën op het moment dat deze openbaar worden aangeboden.

Artikel 5. Faciliteren om (radio)apparaten aan te sluiten

De ACM is van oordeel dat een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk een passief netwerkaansluitpunt dient te bewerkstelligen indien de eindgebruiker daar om vraagt. Een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk voldoet niet aan artikel 3 van het Besluit eindapparaten indien:

  • a. hij weigert een aansluiting passief te maken; en/of

  • b. hij voor het passief maken van een bestaande aansluiting een vergoeding vraagt en factureert die meer bedraagt dan de werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 6. Maatregelen met betrekking tot het beschermen van het openbare netwerk

De aanbieder van een openbaar elektronische communicatiedienst kan maatregelen nemen om het openbare netwerk te beschermen. De ACM is van oordeel dat een aanbieder in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4 van het Besluit eindapparaten handelt indien:

  • a. de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk een eindgebruiker afsluit van het netwerk indien het door de eindgebruiker gekozen eindapparaat aantoonbaar het netwerk zodanig verstoort dat andere eindgebruikers daar hinder van ondervinden en;

  • b. de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatiedienst de desbetreffende eindgebruiker binnen één werkdag in kennis stelt nadat de maatregel zoals genoemd onder a) is toegepast, de (mogelijke) oorzaak erbij vermeldt en welke stappen de eindgebruiker kan doorlopen om weer aangesloten te worden op het netwerk.

Artikel 7. Blacklist, whitelist en vrijwillige certificeringsschema’s

  • 1 De ACM is van oordeel dat door een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk niet in overeenstemming wordt gehandeld met artikel 3 van het Besluit eindapparaten indien deze:

    • a. limitatieve lijsten hanteert met eindapparaten die aangesloten mogen worden (whitelist);

    • b. een eindapparaat weigert aan te sluiten dat in een belangrijke mate functioneel is om de aangeboden diensten af te nemen zonder dat daarbij sprake is van een inbreuk op het netwerk dan wel van andere gebruikers of de aangeboden diensten. Dit soort eindapparaten behoren dan ook niet op een blacklist.

  • 2 Bij klachten over andere lijsten dan genoemd in het eerste lid, onder a, zal de ACM onderzoek doen of de voorwaarden waaronder een lijst wordt gehanteerd al dan niet in strijd zijn met artikel 3 van het Besluit eindapparaten. In het geval van een advieslijst al dan niet met een certificeringschema zal de ACM in het bijzonder toetsen of de voorwaarden voor de toegang tot een dergelijke lijst non-discriminatoir worden gehanteerd en er geen onredelijk hoge kosten mee gepaard gaan.

Artikel 8. Het testen van het netwerkaansluitpunt

De ACM is van oordeel dat een aanbieder in overeenstemming met artikel 3 van het Besluit eindapparaten handelt tijdens het opsporen van fouten indien:

  • a. de noodzaak bestaat om de netwerkaansluiting te testen met een bewezen werkend eindapparaat en de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatiedienst daarvoor tijdelijk een werkend test-eindapparaat beschikbaar stelt aan de eindgebruiker;

  • b. tijdens het zoeken naar fouten blijkt dat het probleem is veroorzaakt door het eindapparaat dat door de eindgebruiker zelf is aangeschaft en de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatiedienst niet meer dan de werkelijke kosten voor het leveren van een tijdelijk test-eindapparaat in rekening brengt.

Artikel 9. Veiligheid van netwerken

Om een goede werking en beveiliging van het openbare en het privénetwerk van de eindgebruiker te waarborgen kan de aanbieder maatregelen treffen. De aanbieder handelt volgens de ACM in overeenstemming met artikel 3 van het Besluit eindapparaten indien:

  • a. de aanbieder eindapparaten weigert die niet voldoen aan de veiligheidseisen als onderdeel van de technische specificaties van het netwerkaansluitpunt welke conform artikel 4 zijn gepubliceerd. Deze veiligheidseisen moeten redelijk zijn en mogen niet strenger zijn dan de veiligheidseisen die de aanbieder aan de door hemzelf uitgegeven eindapparaten heeft gesteld;

  • b. de aanbieder maatregelen treft ten opzichte van eindgebruikers die aantoonbaar achterlopen met het updaten van software;

  • c. De aanbieder de eindgebruiker dwingt de door hem gebruikte eindapparaten te vervangen als door deze eindapparaten de beveiliging van het openbare netwerk in het geding wordt gebracht en/of niet langer meer voldoet aan de specificaties van het netwerkaansluitpunt;

  • d. beveiligingsincidenten aantoonbaar worden veroorzaakt door een eindapparaat waardoor schade kan worden toegebracht aan het openbare netwerk, met als gevolg dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatiedienst de desbetreffende eindgebruiker dient af te sluiten van het openbare netwerk.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

  • 2 Deze beleidsregel treedt in werking zes maanden na publicatie in de Staatscourant.

Den Haag, 27 juli 2021

De Autoriteit Consument en Markt,

bestuurslid

Naar boven