Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19

[Regeling vervallen per 01-07-2022.]
Geraadpleegd op 26-04-2025.
Geldend van 27-04-2022 t/m 30-06-2022

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 juli 2021, nr. WJZ/ 21055186, houdende regels voor subsidie financiering vaste lasten land- en tuinbouwbedrijven (Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. (begripsbepalingen)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • accountant: accountant die is ingeschreven in het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het Accountantsberoep;

  • algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU2013, L 352);

  • getroffen onderneming: land- en tuinbouwonderneming die voldoet aan artikel 2, tweede lid;

  • handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

  • hoofdactiviteit: de code van de Standaard Bedrijfsindeling die als hoofdactiviteit is geregistreerd in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

  • landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);

  • land- en tuinbouwonderneming: onderneming die op 15 maart 2020 met zijn hoofdactiviteit stond ingeschreven in het handelsregister onder de code 01.1, 01.2, 01.3, 01.4 of 01.5 van de Standaard Bedrijfsindeling;

  • minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • ongedekte vaste kosten: het verlies van de getroffen onderneming zoals dat blijkt uit de winst- en verliesrekening tijdens de subsidieperiode voor zover dat betrekking heeft op vaste kosten die de onderneming heeft gemaakt tijdens de subsidieperiode die niet worden gedekt door de winstbijdrage, dat wil zeggen inkomsten minus variabele kosten, tijdens de subsidieperiode en die niet worden gedekt door andere bronnen zoals verzekeringen of steunmaatregelen;

  • MKB-onderneming: in Nederland gevestigde onderneming als bedoeld in artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, die een kleine onderneming of middelgrote onderneming is in de zin van de landbouwvrijstellingsverordening;

  • omzet: opbrengst uit levering van goederen en diensten uit de onderneming, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen;

  • onderneming: een land- en tuinbouwonderneming, waarbij het gaat om één onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening;

  • referentieperiode 1: het eerste kwartaal van 2019;

  • referentieperiode 2: het tweede kwartaal van 2019;

  • referentieperiode 3: het derde kwartaal van 2019;

  • referentieperiode 4: het vierde kwartaal van 2019;

  • subsidieperiode 1: het eerste kwartaal van 2021;

  • subsidieperiode 2: het tweede kwartaal van 2021;

  • subsidieperiode 2022-1: het eerste kwartaal van 2022;

  • subsidieperiode 3: het derde kwartaal van 2021;

  • subsidieperiode 4: het vierde kwartaal van 2021.

Artikel 2. (verstrekking subsidie)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag eenmalig een subsidie aan een getroffen onderneming om bij te dragen aan de financiering van de ongedekte vaste kosten in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1.

  • 2 De subsidie wordt enkel verstrekt aan een onderneming:

    • a. over subsidieperiode 1 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 1 ten minste 30% bedraagt;

    • b. over subsidieperiode 2 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 2 ten minste 30% bedraagt;

    • c. over subsidieperiode 3 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 3 ten minste 30% bedraagt;

    • d. over subsidieperiode 4 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 4 ten minste 30% bedraagt;

    • e. over subsidieperiode 2022-1 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 2022-1 ten minste 30% bedraagt;

    • f. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven als land- en tuinbouwonderneming of ten genoegen van de minister aantoont dat de onderneming op 15 maart 2020 feitelijk een hoofdactiviteit uitvoerde behorend bij een land- en tuinbouwonderneming.

  • 3 Indien een onderneming na 29 februari 2020 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister is het tweede lid, aanhef en onderdeel a, niet van toepassing.

Artikel 3. (bepaling omzetverlies)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 Het omzetverlies wordt berekend door het verschil tussen de omzet in de referentieperiode en de omzet in de subsidieperiode te bepalen en de uitkomst te delen door de omzet in de referentieperiode. De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in procenten met dien verstande dat indien de onderneming deel uitmaakt van een groep, wordt uitgegaan van de omzet van die groep.

  • 2 Indien de getroffen onderneming omzetbelasting betaalt over het geheel van de bedragen op basis waarvan haar omzetverlies wordt berekend, wordt als de omzet van de onderneming beschouwd het bedrag ten aanzien waarvan zij aangifte doet voor de omzetbelasting, overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968.

  • 3 Voor andere getroffen ondernemingen dan de ondernemingen, bedoeld in het tweede lid, is de omzet het bedrag van de omzet zoals dat op eenvoudige en duidelijke wijze blijkt uit de financiële administratie van de onderneming of uit een ander bewijsstuk.

  • 4 Tot de omzet in de subsidieperiode worden voor de toepassing van deze regeling niet gerekend subsidies, tegemoetkomingen of steun in andere vorm die de getroffen onderneming heeft verkregen van een bestuursorgaan in verband met, of mede in verband met, de gevolgen van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19.

Artikel 4. (hoogte subsidie)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De subsidie in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1 bedraagt 70% van de ongedekte vaste kosten in de betreffende subsidieperiode.

  • 2 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per subsidieperiode maximaal € 550.000 voor MKB-bedrijven en € 600.000 voor niet-MKB bedrijven verminderd met het bedrag waarvoor de getroffen onderneming in de betreffende subsidieperiode op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 ten hoogste subsidie kan ontvangen.

Artikel 5. (afwijzingsgronden)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

    • a. de aanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde regels;

    • b. de getroffen onderneming nog niet het maximale steunbedrag waarvoor hij op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 in aanmerking kan komen, in het kader van die regeling heeft aangevraagd;

    • c. de getroffen onderneming al in moeilijkheden verkeerde, in de zin van artikel 2, onderdeel 14, van de landbouwvrijstellingsverordening, op 31 december 2019;

    • d. indien het verschil tussen de omzet in de referentieperiode en de schatting van de omzet in de subsidieperiode, zoals opgenomen in de subsidieaanvraag, gedeeld door de omzet in de referentieperiode en uitgedrukt in procenten, minder dan 30% bedraagt;

    • e. de totale door de getroffen onderneming ontvangen steun die wordt gerechtvaardigd door paragraaf 3.12 van de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I) na toepassing van deze regeling en de op grond van de Regeling subsidie vaste lasten COVID-19 ontvangen steun, en waarbij uit wordt gegaan van brutobedragen per onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening, meer bedraagt dan € 2.300.000.

  • 2 Het eerste lid, aanhef in samenhang met onderdeel d, is niet van toepassing op een getroffen onderneming die voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister na 29 februari 2020.

Artikel 6. (informatieverplichtingen bij aanvraag)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 2 Een aanvraag omvat in ieder geval:

    • a. gegevens over de getroffen onderneming, waaronder het nummer waarmee de getroffen onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer dat op naam van de getroffen onderneming staat;

    • b. gegevens over de contactpersoon bij de getroffen onderneming, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

    • c. een opgave van de omzet in de referentieperiodes 1, 2 en 3 respectievelijk 4, voor zover geen opgave is gedaan in het kader van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19;

    • d. een schatting van de omzet in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1, voor zover geen opgaven is gedaan in het kader van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19;

    • e. een opgave van ontvangen subsidie op basis van andere steunmaatregelen, en in het bijzonder bijdragen die op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 zijn aangevraagd of ontvangen;

    • f. een schatting van de ongedekte vaste kosten in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1.

  • 3 Het tweede lid, aanhef in samenhang met onderdeel c, is niet van toepassing op een getroffen onderneming die voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister na 29 februari 2020.

Artikel 7. (aanvraagperiode)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 Een aanvraag voor de subsidieperiodes 1 of 2 kan worden ingediend in de periode van 5 juli 2021 tot en met 30 september 2021, een aanvraag voor subsidieperiode 3 kan worden ingediend in de periode van 14 oktober 2021 tot en met 15 november 2021, een aanvraag voor subsidieperiode 4 kan worden ingediend in de periode van 1 februari 2022 tot en met 31 maart 2022, een aanvraag voor subsidieperiode 2022-1 kan worden ingediend in de periode van 31 maart 2022 tot en met 2 mei 2022.

  • 2 Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 12.00 uur op de in het eerste lid genoemde begindatum en zijn tijdig ingediend indien zij op de in het eerste lid genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 3 De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag. Indien niet binnen deze termijn kan worden beslist, verlengt de minister deze termijn met acht weken en stelt de aanvrager daarvan in kennis.

Artikel 8. (voorschot)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

Na verlening van de subsidie wordt een eenmalig voorschot op de subsidie verleend van 80% van het subsidiebedrag als bedoeld in artikel 4, dat is gebaseerd op de schatting, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel f.

Artikel 9. (vaststelling subsidie)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De getroffen onderneming vraagt de vaststelling van de subsidie met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel uiterlijk aan op:

    • a. 28 april 2022 voor de subsidieperiodes 1 of 2;

    • b. 1 september 2022 voor subsidieperiode 3;

    • c. 29 september 2022 voor subsidieperiode 4;

    • d. 28 februari 2023 voor subsidieperiode 2022-1.

  • 2 Bij de aanvraag van de vaststelling wordt in ieder geval meegezonden:

  • 3 De opgaven, bedoeld in het tweede lid, worden als volgt ingediend:

    • a. indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt, door middel van een verklaring van een accountant over de omzet en de ongedekte vaste kosten in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1 volgens een door de minister ter beschikking gesteld model of een door de minister geaccepteerd vergelijkbaar document;

    • b. indien het subsidiebedrag tussen de € 25.000 en € 125.000 bedraagt, door middel van een verklaring over de omzet en de ongedekte vaste kosten in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1 van een derde deskundige op het gebied van financiële administratie of dienstverlening van buiten het bedrijf volgens een door de minister ter beschikking gesteld model of een door de minister geaccepteerd vergelijkbaar document;

    • c. indien het subsidiebedrag € 25.000 of minder bedraagt, door middel van een eigen verklaring over de omzet en de ongedekte vaste kosten in de subsidieperiodes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1 volgens een door de minister ter beschikking gesteld model of een door de minister geaccepteerd vergelijkbaar document.

  • 4 De subsidie wordt vastgesteld aan de hand van de berekeningswijze, bedoeld in artikel 4.

  • 5 De subsidie wordt in ieder geval op nihil vastgesteld, indien het omzetverlies minder dan 30% bedraagt.

  • 6 Het vijfde lid is niet van toepassing op een getroffen onderneming die voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister na 29 februari 2020.

  • 7 De minister kan de aanvrager verzoeken om nadere bewijsstukken te verstrekken.

  • 8 De minister stelt de subsidie vast binnen 16 weken na de ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10. (administratie)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden dat de ontvanger voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen.

  • 2 De administratie, bedoeld in het eerste lid, wordt tot tien jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling bewaard.

  • 3 De subsidieontvanger verleent gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

Artikel 11. (staatssteun)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 2, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door Steunmaatregel SA.63576 (2021/N), Steunmaatregel SA.100202 (2021/N), Steunmaatregel SA.100953 (2021/N) en Steunmaatregel SA. 102182 (2022/N).

  • 2 De minister maakt na de datum van subsidieverlening de gegevens bekend, bedoeld in paragraaf 4, onderdeel 88 van de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I).

  • 3 De gegevens, bedoeld in het tweede lid, blijven ten minste tien jaar openbaar beschikbaar.

Artikel 12. (overgangsrecht)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor het tijdstip waarop een wijziging van deze regeling van kracht wordt en op subsidies die voor dat tijdstip zijn verstrekt, blijft deze regeling van toepassing zoals deze luidde voor dat tijdstip.

Artikel 13. (inwerkingtreding en vervaldatum)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor 1 juli 2022 zijn verleend.

Artikel 14. (citeertitel)

[Regeling vervallen per 01-07-2022]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 juli 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten