Regeling vaststelling rijksbijdrage kosten heffingskortingen 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 23-11-2021 t/m 31-12-2021.

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 juni 2021, 2021-0000091508, tot vaststelling van de rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1. Geraamde kosten voor heffingskortingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De geraamde totale kosten voor de heffingskortingen, bedoeld in artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen, voor het jaar 2021 bedragen: € 52.980.200.000.

Artikel 2. Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen per fonds

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Met de toepassing van de formule, bedoeld in artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen, bedraagt de rijksbijdrage in de kosten van de heffingskortingen per fonds voor het jaar 2021:

  • a. ten gunste van het Ouderdomsfonds: € 2.337.200.000;

  • b. ten gunste van het Nabestaandenfonds: € 0;

  • c. ten gunste van het Fonds langdurige zorg: € 4.101.700.000.

Artikel 3. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 juni 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees