Met Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Estland, Georgië, Kazachstan, Letland, Litouwen,
Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan respectievelijk de Russische Federatie zijn afzonderlijke
belastingverdragen gesloten en deze zijn inmiddels in werking getreden. Het op 21 november
1986 met de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag (Overeenkomst tussen
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Unie van Socialistische
Sovjetrepublieken tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen en naar het vermogen, Trb. 1987, 45) is in de relatie met deze landen
niet meer van toepassing.
Met de voormalige Sovjetrepublieken Kirgizstan, Tadzjikistan en Turkmenistan zijn
geen afzonderlijke belastingverdragen gesloten. Met betrekking tot deze landen geldt
het volgende:
In 2019 is gebleken dat Kirgizstan zich met ingang van 1 januari 2010 niet meer gebonden
acht aan het door Nederland met de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag.
Dit betekent dat voor Nederland in de relatie tot Kirgizstan op het gebied van belastingen
een verdragsloze situatie is ontstaan. In het besluit van 7 december 2019, IZV 2019-0000206345, heb ik goedgekeurd dat het belastingverdrag met de voormalige
Sovjet-Unie voor de periode van 1 januari 2010 tot 1 januari 2019 voor wat Nederland
betreft wordt toegepast in de relatie met Kirgizstan. Met ingang van 1 januari 2019
kan in voorkomende gevallen een beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001. Voor de volledigheid merk ik op dat Kirgizstan wordt aangemerkt als een ontwikkelingsland
in de zin van artikel 6 van het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001. Overigens worden met Kirgizstan onderhandelingen gevoerd over het sluiten van een
belastingverdrag.
In 2020 zijn signalen ontvangen dat Tadzjikistan zich mogelijk niet meer gebonden
acht aan het door Nederland met de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag.
Naar aanleiding daarvan heeft Nederland op 10 september 2020 Tadzjikistan schriftelijk
meegedeeld dat Nederland het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie met ingang
van 1 januari 2021 niet langer zal toepassen in de relatie met Tadzjikistan, tenzij
Tadzjikistan vóór 1 november 2020 zou laten weten dat Tadzjikistan dat belastingverdrag
nog steeds toepast in de relatie met Nederland. Aangezien Tadzjikistan niet heeft
bevestigd dat Tadzjikistan het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie nog
steeds toepast in de relatie met Nederland, is per 1 januari 2021 een verdragsloze
situatie ontstaan. Met ingang van 1 januari 2021 kan in voorkomende gevallen een beroep
worden gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. Voor de volledigheid merk ik op dat Tadzjikistan wordt aangemerkt als een ontwikkelingsland
in de zin van artikel 6 van het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001.
In de relatie met Turkmenistan kan sinds 1 januari 2010 in voorkomende gevallen een
beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. Voor de volledigheid merk ik op dat Turkmenistan niet is aangemerkt als een ontwikkelingsland
in de zin van artikel 6 van het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001.
Aangezien Estland, Letland en Litouwen lid zijn van de Europese Unie is in de relatie
met die landen op het terrein van de sociale zekerheid Verordening (EU) nr. 883/2004 van toepassing. Met betrekking tot de overige genoemde voormalige Sovjetrepublieken
geldt een verdragsloze situatie op het terrein van de sociale zekerheid.