Besluit Noordzeeoverleg

[Regeling vervalt per 01-01-2031.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 26-06-2024 t/m heden.

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 juni 2021, nr. IENW/BSK-2021-138524, tot instelling van het Noordzeeoverleg (Besluit Noordzeeoverleg)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • NZA: Noordzeeakkoord.

Artikel 2. Instelling en kerntaak

  • 1 Er is een Noordzeeoverleg.

  • 2 Het Noordzeeoverleg heeft tot taak:

    • a. het voeren van een op consensus gericht overleg over voorgenomen kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee met name op het gebied van de interactie tussen energie, natuur, voedsel/visserij en zeevaart;

    • b. het vastleggen van conclusies als resultaat van het overleg ten behoeve van de uitvoering van het NZA;

    • c. het toezien op de adequate uitvoering van het NZA.

Artikel 3. Samenstelling

Het Noordzeeoverleg bestaat uit:

  • a. een op voordracht van het Noordzeeoverleg door de Minister benoemde onafhankelijke voorzitter;

  • b. vier afgevaardigden van het Rijk;

  • c. drie afgevaardigden van elke van de volgende sectoren:

    • energie;

    • natuur;

    • voedsel/ visserij; en

    • zeevaart.

Artikel 4. Taken voorzitter

De voorzitter heeft tot taak:

  • 1. het voorzitten en begeleiden van het in artikel 2 bedoelde op consensus gerichte overleg;

  • 2. ervoor zorg te dragen dat er minimaal twee keer per jaar over de samenwerking, voortgang en resultaten van het Noordzeeoverleg wordt gerapporteerd aan de Minister;

  • 3. na overleg met de sector, het voorstellen van één of meer vertegenwoordigers indien het de sector niet lukt om vertegenwoordigers af te vaardigen.

Artikel 5. Secretariaat

De Minister voorziet in het secretariaat voor het Noordzeeoverleg.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2031.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga