Het certificeringsorgaan dient naast de eisen van ISO 17065 aan te tonen dat zijn
certificeringovereenkomsten:
-
1 vereisen dat de aanvrager altijd voldoet aan zowel de algemene certificeringseisen
in de zin van 4.1.2.2.a van ISO 17065 als aan de criteria die door het AP of de EDPB
overeenkomstig artikel 43, tweede lid, onder b), en artikel 42, vijfde lid, van de
AVG zijn goedgekeurd;
-
2 vereisen dat de aanvrager de AP volledige transparantie biedt met betrekking tot de
certificeringsprocedure, met inbegrip van al het vertrouwelijke materiaal, contractueel
of anderszins, met betrekking tot de naleving van de gegevensbeschermingsvoorschriften
overeenkomstig artikel 42, zevende lid, en artikel 58, eerste lid, onder c), van de
AVG;
-
3 vereisen dat de aanvrager het certificeringsorgaan alle informatie en toegang tot
zijn verwerkingsactiviteiten verstrekt die nodig zijn om de certificeringsprocedure
overeenkomstig artikel 42, zesde lid, van de AVG uit te voeren;
-
4 vereisen dat de aanvrager de toepasselijke termijnen en procedures in acht neemt.
In de certificeringsovereenkomst moet worden bepaald dat de termijnen en procedures
die bijvoorbeeld voortvloeien uit het certificeringsmechanisme of andere regelgeving
moeten worden gevolgd en nageleefd;
-
5 het certificeringsorgaan in staat stellen de redenen voor de toekenning of intrekking
van de certificering overeenkomstig artikel 43, vijfde lid, van de AVG aan de AP bekend
te maken, alsmede de informatie die de AP aan de EDPB zal moeten verstrekken om de
EDPB in staat te stellen het certificeringsmechanisme op te nemen in een openbaar
register overeenkomstig artikel 42, achtste lid, van de AVG;
-
6 regels bevatten over de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen voor het onderzoek van
klachten in de zin van 4.1.2.2 onder c nr. 2, en onder j, ook expliciete verklaringen
bevatten over de structuur en de procedure voor de behandeling van klachten overeenkomstig
artikel 43, tweede lid, onder d;
-
7 vereisen dat de aanvrager het certificeringsorgaan in kennis stelt van inbreuken op
de AVG of de UAVG die door de AP en/of de gerechtelijke autoriteiten zijn vastgesteld en die van invloed
kunnen zijn op de certificering zodra zij op de hoogte zijn van een dergelijke inbreuk;
-
8 met betrekking tot 4.1.2.2, onder c), punt 1, van ISO 17065 de regels voor geldigheid,
verlenging en intrekking overeenkomstig artikel 42, zevende lid, en artikel 43, vierde
lid, van de AVG vaststellen, met inbegrip van regels die passende termijnen vaststellen
voor herbeoordeling of herziening overeenkomstig artikel 42, zevende lid, van de AVG
en punt 7.9 van deze vereisten;
-
9 in aanvulling op de in punt 4.1.2.2 van ISO 17065 bedoelde minimumeisen, indien de
gevolgen van de intrekking of opschorting van de accreditatie van het certificeringsorgaan
gevolgen hebben voor de cliënt, ook de eventuele gevolgen voor de cliënt behandelen;
-
10 de verantwoordelijkheid van de aanvrager of de cliënt om, voor zover van toepassing,
aan de AVG te voldoen, niet verminderen en geen afbreuk doen aan de taken en bevoegdheden
van de bevoegde toezichthoudende autoriteiten overeenkomstig artikel 42, vijfde lid,
van de AVG;
-
11 bindende evaluatiemethoden bevatten met betrekking tot de Target of Evaluation (ToE).